Het is zo’n beetje half september nu en de zomervakantie wordt langzaam een herinnering (een herinnering, weliswaar, die af en toe met veel kracht bovenkomt: gisteravond liep ik op station Utrecht Centraal, zigzaggend tussen de forensen met hun vermoeide hoofden en bakjes patat en verlangde ik ineens intens terug naar de Noorse hoogvlakte, waar je je honderd meter van de parkeerplaats al door God en goed mens verlaten waant). De vakantieboekenstapel ligt er echter nog: een twintigtal boeken, de inmiddels teruggebrachte bibliotheekboeken niet meegerekend, de meeste slechts gedeeltelijk gelezen.
Ik begon met Neem me mee, de debuutroman van Rudy Schellaert. Uitgeverij Vrijdag gaf via Facebook leesexemplaren weg aan mensen die er hun mening over wilden geven. Ik zit altijd bovenop mijn FB, heb altijd een mening paraat en word, ondanks grote overvoerdheid, toch altijd hebberig van gratis boeken en beloofde de uitgever een blogstukje.
Ik redde het ongeveer tot pagina 95. Schellaert schrijft niet slecht hoor, maar meeslepend is het door de lange, beschrijvende zinnen ook niet en het verhaal… Een stel met een min of meer geheime, wat kibbelige relatie ziet een jongen alleen over straat zwerven en de vrouw besluit, uiteraard tegen de zin van de man, de jongen mee te nemen.
‘De volgende dag begint de jongen een spannend spel te spelen’ – de achterflap citeren (‘een ontregelende roman over hoe illusies botsen met de realiteit’) is natuurlijk slappe hap voor een criticus maar het is precies zoals het er staat: als je er het etiket ‘spannend’ op moet plakken, dan wordt het allesbehalve dat. Zo is het ook geschreven. Een enorm lichtgevend uithangbord geeft aan: Pas Op, Het Wordt Spannend. De Jongen Speelt een Spel.
Het deed me erg denken aan Geld van Jef Geraerts (tenminste, ahem, de eerste 40 pagina’s ervan – ook dit boek legde ik destijds weg), waarin een van de personages lijdt aan het Borderline-syndroom en waarvoor Geraerts zo veel kennis over het syndroom verwerkte dat het personage zo uit de DSM geknipt leek en dus zo plat als een dubbeltje was.
Misschien was het niet een goed boek om mee te beginnen. Er lag nog zoveel interessants, ik zat nog in mijn pre-vakantie dingen-afmaak-hyper. Misschien heb ik het boek geen eerlijke kans gegeven. Misschien is het voor u wel het perfecte vakantieboek.
Goed. Toen had ik bovenstaande geschreven en realiseerde ik me, na een laatavondlijke gedachtewisseling met een ander boekenmens (want dat doen boekenmensen, laadavondlijk van gedachten wisselen) dat het voor een criticus beter zou zijn om een boek óf helemaal te lezen, óf erover te zwijgen. Maar ik had er al over geschreven. Dus nu ga ik het uitlezen.
U hoort van mij.
Leave a Reply