Loina Aedema, de 32e Loina in het adellijke geslacht Aedema, wordt door haar grootvader die na de vroegtijdige dood van haar ouders voor haar zorgt en haar opvoedt geconfronteerd met een waarheid die als een loden last op haar schouders gaat drukken: ‘Je bent de aller-allerlaatste, Loina.’ De enige nog levende mannelijke Aedema heeft niet voor nageslacht gezorgd en de wet verbiedt dat adellijke titels langs de vrouwelijke lijn op een volgende generatie overgaan.
Na de dood van haar grootvader ziet Loina het als haar taak om het boek van de geschiedenis van haar adellijke familie op waardige wijze te sluiten. Daartoe reist ze af naar Friesland, waar Fluit – zijn familie dient de Aedema’s al generaties lang – op geheel eigen wijze het familiearchief beheert. Nu zijn leven ten einde loopt en ook hij geen nakomelingen heeft die de traditie kunnen voortzetten, wil hij de boel netjes achterlaten. Tot het netjes achterlaten hoort ook het completeren van de skeletten in de grafkelder. Dat in één van de kisten slechts stenen liggen en er een Loina ontbreekt is niet de enige hindernis die genomen moet worden.
De laatste Aedema gaat over de vraag wat er verloren gaat als iets dat er altijd als vanzelfsprekend was verdwijnt en dus ook over de vraag wat dat wat verloren dreigt te gaan in essentie betekent. Het milieu waarin De laatste Aedema gesitueerd is, is geen toevallig milieu. Het is de uitstervende soort waar Marjolijn barones van Heemstra zelf toe behoort en waartoe zij zich steeds opnieuw moet verhouden omdat adel nog steeds verplicht, ook als de samenleving daar geen boodschap aan heeft.
Maar de roman is geen portret van of hommage aan de adel. Het is een zoektocht naar het belang van ergens bij horen, en omdat de adellijke stand een gesloten circuit is van wijdvertakte aan elkaar gelieerde families, is zij een ideaal laboratorium om het verwant zijn in genen en gedachten te onderzoeken en te testen wat duurzamer is: traditie of vernieuwing.
Wat als het om het voortbestaan van de adel in het algemeen en het geslacht Aedema in het bijzonder door De laatste Aedema duidelijk is dat de bedreigingen zowel van binnenuit – het in stand willen houden van de kloof tussen adel en ‘plebs’, zoals de kinderloos gebleven oom Samson dat doet, terwijl het verdwijnen van die andere Loina juist opgevat kan worden als een daad van verzet tegen al te tirannieke tradities, hoewel zij uiteindelijk haar adellijke plicht niet verzuimt, als van buitenaf – in de persoon van Dawud, die niet weet hoe het hoort, maar al vragend zijn positie verkent.
De grootvader van Loina vertegenwoordigt een manier van reageren op het moeten prijsgeven van terrein. Hij registreert, maar is te wellevend om zijn ongenoegen te tonen en anderen daarmee te belasten. Konstant, het adellijke vriendje van Loina, pakt het anders aan. Hij wil de adel nieuw leven inblazen en zoekt naar een eigentijdse invulling van maatschappelijke dienstbaarheid. Ogenschijnlijk is Loina de enige die haar houding nog niet definitief bepaald heeft. Net als haar naamgenote denkt zij niet in lijnen maar in mensen.
Het is dankzij vaardig in elkaar gevlochten en deugdelijk aangeklede verhaallijnen dat De laatste Aedema niet verwordt tot een al te waarheidsgetrouwe analyse van de positie waarin de Nederlandse adel zich bevindt. Haar personages dreigen daarentegen te verdwijnen achter hun opvattingen die hoe to the point verwoord ook het karakter van belijdenissen krijgen als het om de goede zaak gaat.
Dat het ondanks dat personages van vlees en bloed blijven, is te danken aan hun eigenaardigheden die Marjolijn van Heemstra heel beeldend weet te schetsen. Zij heeft sowieso weinig woorden nodig om situaties en complicaties in stijl en met humor neer te zetten.
De roman gaat uiteindelijk te zeer over de adel en dat ene dreigende einde om over de vraag te kunnen beantwoorden wat het in het algemeen betekent als er iets verloren gaat. Maar het inkijkje dat Marjolijn van Heemstra geeft, laat zien dat mensen van adel niet per se wereldvreemde wezens zijn die het beste gedijen in de afzondering van een reservaat dat zij zelf hebben aangelegd en in stand houden.
Leave a Reply