Papieren literaire tijdschriften hebben hun beste tijd gehad. Dat vind ik heel jammer want ik hou van die rare boekjes waar altijd allerlei dingen instaan die je niet verwacht, waar je niet op zit te wachten maar die, juist omdat ze in een boekje staan, toch onder je huid kruipen.
Maar het is klaar, over. Het duurt niet lang meer voordat de subsidieverstrekkers dat ook zien en definitief de stekker eruit trekken. Tot die tijd zien we echter nog wat interessante stuiptrekkingen. Crowdfunding-acties als van Das Magazin (en niet ‘Magazine’ met een e, zoals je het tot in de kwaliteitskrant aan toe gespeld ziet) bijvoorbeeld, halfslachtige epub- en online-initatieven en, the latest fad, ‘intrekken’ bij een bestaand tijdschrift.
Dat heeft De Gids gedaan.
Het tijdschrift is een bijlage, in tabloid-formaat, geworden van De Groene Amsterdammer en verschijnt acht maal per jaar. En het is echt prachtig. De papierfreak in mij vindt zoiets geweldig: je fietst naar de sigarenboer op zaterdag, koopt een Groene, en je krijgt zo’n dik pak intellectuele bagage erbij. Nu nog koffie en je bent helemaal klaar.
Maar zo zien zaterdagen er voor mijn leeftijdscohort gewoon niet meer uit. De freelancers zit achter zijn bureau te tikken, de kinderen moeten naar god-weet-wat gesleept worden, er moeten boodschappen gedaan en meubels gekocht worden. ‘s Avonds is er de eindeloze stapel DVD-boxen die uit het vriendenleencircuit op ons neerdalen.
En daar ligt hij dan, je prachtige krant, vol lange, intelligente en goed geschreven artikelen. Want dat zijn het, stuk voor stuk. En ze worden aangevuld met twee mooie vertalingen uit de wereldliteratuur en goede poëzie.
Online is dit soort artikelen bij voorbaat kansloos. Maar het is de vraag hoe kansrijk ze in druk zijn. Zie mijn huiskamer: iPad, smartphone, smart-TV, e-reader, stapels en stapels boeken en kranten en werk en dingen te doen. Dit is de lezer anno 2012. Overvoerd en snel afgeleid zit hij te snakken naar iets dat hem intellectueel bevredigt. Maar of hij tijd vrij gaat maken om een boekbespreking, hoe interessant ook, van drie pagina’s tabloid te lezen of een vier pagina’s tellend interview met Marc Chavannes?
Zelf probeer ik dat wel. Ik probeer me te verzetten tegen hapslikzapcultuur en me regelmatig voor een langere, stille tijd terug te trekken met een stapel leesvoer. Maar dat is dan poëzie of een dikke roman. Voor boekbesprekingen en scherpe duiding van de actualiteit, zelfs voor kort proza en beeldend werk, is het internet de aangewezen bron.
Het kostte me, kortom, twee maanden om deze Gids gelezen te krijgen. En dat is erg.
Ik beschouw mezelf als een hard-core lezer. Ik lees dingen uit waar anderen niet aan beginnen. Ik hou van teksten waar ik mee moet vechten, boeken die eigenlijk te dik zijn. Maar zelfs mij kost het gevecht om het lezen van dit tijdschrift in te passen teveel energie. Zo veel, dat ik mijn besluit om een (e-)abonnement op Groene en Gids te nemen nog even in beraad hou.
Leave a Reply