– De geest uit de fles –
Toen de provincie Zuid-Holland Kader Abdolah eerde met een oeuvreprijs, sloeg bij hem de paniek toe. Hij moest die prijs namelijk gebruiken om een van zijn dromen te verwezenlijken. Abdolah ervoer die opdracht als een zware last op zijn schouders. Uiteindelijk vond hij een vorm: hij reisde langs Nederlandse ondernemers en uitvinders om te proberen hun dromen in woorden te vangen. Zeesla en de lepels van Alice is de weerslag van dat pogen. Kader Abdolah noemt het in de inleiding een oosterse vertelling met uiteenlopende moderne sprookjes.
De tweeëntwintig vaak nog jonge onderzoekers die hij bezoekt, hebben – samen met nog zo’n tachtig anderen – gereageerd op een persbericht dat Abdolah deed uitgaan. Hun drijfveren lopen uiteen: er zijn er die gedreven worden door zorg om het milieu en zoeken naar manieren om de aarde te sparen, anderen willen alles uit de techniek en robotica halen dat er in zit, en dan zijn er nog die oplossingen zoeken voor praktische problemen.
De Alice uit de titel – ‘ik heet Alissa’ – bijvoorbeeld is vierdejaars studente aan de Design Academy in Eindhoven en trekt zich het lot aan van demente bejaarden die van vork en lepel vervreemd zijn, waardoor ze niet zelfstandig meer kunnen eten. Door niet-alledaags bestek te ontwerpen hoopt zij de belangstelling van demente bejaarden te prikkelen.
Tot de geniale geesten die Abdolah behoren ook een milieuverbeteraar die CO2 uit de lucht plukt en verkoopt aan glastuinders. Alleen is hij er nog niet in geslaagd om dit tegen een prijs te doen die de milieuonvriendelijke alternatieven uit de markt prijst. Tarek Ghobar ontwikkelde met een compagnon een waterkoelingssysteem dat water direct uit de kraan tot elke gewenste temperatuur afkoelt. Ideaal om het lichaam te laten herstellen en dus bij uitstek geschikt voor sporters en fysiotherapeuten. Maar hoe maak je van een bepaald niet sexy prototype een zichzelf verkopende handelseditie? En dan is er die professor die digitaal genetisch manipuleert in de hoop planten te creëren die bestand zijn tegen extreme omstandigheden. En hoe bouw je een moskee op de meest beladen plek van New York die niet op een moskee mag lijken?
Kader Abdolah vraagt het onmogelijke van zichzelf: hij moet leken bijpraten over vaak heel abstracte ideeën en de mensen achter die ideeën tot hun recht laten komen. Zolang hij meegaat in de dromen van de ander gaat het goed. Abdolah heeft oog voor details en het afwijkende.
Maar Kader Abdolah zou Kader Abdolah niet zijn als hij niet ook zichzelf als sprekend personage in de verhalen opvoerde. Dat mag, maar het kijkje dat hij in eigen keuken geeft, is gênant. Hij doet alsof je voorbereiden op een gesprek iets heel bijzonders is. Dat hij regelmatig te laat komt – en zich daar niet voor schaamt: immers niet Kader Abdolah is schuld maar het verkeer – getuigt niet van respect voor degene die tijd inruimt om een vragensteller te ontvangen. Onder het mom van via de man/vrouw van de ideeën beter te begrijpen, neemt hij kijkjes in privélevens, en brengt hij gastheer en –vrouw in verlegenheid met zijn onaangekondigde bezoeken. Een beetje minder Kader Abdolah en bijvoorbeeld een foto van de wetenschapper, uitvinder, ondernemer of kunstenaar in kwestie had nog meer recht gedaan aan de nagejaagde dromen. Dat recht wordt wel gedaan door het beeld op de cover. Dat is ijzersterk. Het dekt de lading volledig: de dromen, het zaaien, het oogsten en het vlakke land.
Zeesla en de lepels van Alice is geen oosterse vertelling met uiteenlopende moderne sprookjes. Integendeel: uit de portretten van de tweeëntwintig blijkt dat zij zin voor de realiteit, het praktische en het noodzakelijke hebben, ook al zijn hun wegen voor buitenstaanders soms ondoorgrondelijk. Typisch Nederlands zijn de geportretteerden niet. Daar zijn hun doel en discipline te internationaal voor. Dus dat het gaat om ‘De toekomst van Nederland door de ogen van Kader Abdolah’ is ‘een beetje overdreven.
Leave a Reply