Opmerkelijk veel venijn in de staart zat er deze week in de column Over de tong in de bijlage Letter & Geest van Trouw. Aanleiding was de toekenning van de Anna Bijns Prijs 2012 aan Minke Douwesz voor haar in 2009 verschenen roman Weg. Haar oordeel motiveerde de jury in een uitgebreid juryrapport.
Net als de Opzij Literatuurprijs is de Anna Bijns Prijs bedoeld voor werk van vrouwelijke auteurs die er in het land der letteren bij bekroningen doorgaans bekaaid afkomen. Steeds als een van deze prijzen wordt toegekend, laait de discussie over de vraag of positieve discriminatie nog steeds even noodzakelijk is als bij het instellen ervan.
Daarover ging dat stukje in de marge van Letter & Geest. Maar tegen het einde neemt het stukje een verrassende wending. Dan wordt gekeken naar de ontvangst van Weg in Trouw en De Volkskrant. Jann Ruyters (Trouw) vond het ‘een razend knappe relatieroman’, Daniëlle Serdijn (De Volkskrant) was aanmerkelijk minder positief. Zij vond Weg ‘niet pijnlijk, niet grappig, niet angstaanjagend, niet confronterend.’
En dan komt het venijn: ‘Later werd Daniëlle Serdijn jurylid van de Opzij Prijs 2010, die dat jaar naar Weg ging. Zou het oordeel dan afhangen van de opdrachtgever?’
De vraag is terecht – eerder moest een collega van Daniëlle Serdijn boeten voor het aanhangen van verschillende meningen over hetzelfde boek, maar wat de anonieme schrijver van Over de tong beoogt, is mij niet duidelijk. De prijs werd toegekend in 2009 en uitgereikt op 16 februari 2010. Je zou zeggen dat voor zover sprake is van nijd, die nijd dan nu toch verjaard moet zijn.
Factchecking:
Inderdaad maakte Daniëlle Serdijn deel uit van de jury die de Opzij Prijs toekende aan Minke Douwesz. Het betrof echter niet de Opzij Prijs van 2010 maar de Opzij Literatuurprijs 2009. In die jury zaten ook: Esther Gerritsen, Pia de Jong, Xandra Schutte en Femke van Wiggen.
Zij nomineerden ook:
Marie Kessels – Ruw
Vonne van der Meer – Zondagavond
Anke Scheeren – De mooiste dagen zijn het ergst
Manon Uphoff – De spelers
Annelies Verbeke – Vissen redden.
Tijdens het controleren van de feiten stuitte ik op de website van Minke Douwesz op de chronologie van de ontstaansgeschiedenis van haar roman: ‘Geschreven van september 2004 t/m januari 2007, uitgetikt februari 2007 t/m mei 2008, opgestuurd naar Uitgeverij Van Oorschot in juni 2008. Verschenen april 2009.’
Aandoenlijk vond ik de korte, maar de inhoud volledig dekkende samenvatting: ‘De roman beslaat achttien hoofdstukken en gaat over de teloorgang van de relatie tussen de in de avonduren aan haar proefschrift werkende gynaecologe Edith Heringa en haar vriendin Norma Vrins, die zich meer om dieren dan om mensen bekommert.’
Leave a Reply