Tijdens het schrijven van De ontdekking van de hemel ontdekt Harry Mulisch de computer. Dat wil zeggen, tijdens het schrijven van De ontdekking van de hemel, ontdekte Harry Mulisch dat een computer meer is dan een veredelde typemachine.
‘Eer de computer definitief opkwam, in de jaren tachtig van de vorige eeuw, had je drie soorten schrijvers: zij die alles uitsluitend met de hand schreven, zij die eerst met de hand schreven en het dan overtikten, of dit lieten doen, en zij die meteen op de schrijfmachine schreven.(…) Zelf hoorde ik tot 17 juni 1990 in de tweede categorie thuis’, staat er in Kort commentaar waarmee zijn Logboek begint.
Het vooruitzicht vier- of vijfduizend bladzijden te moeten tikken – vanwege de vele versies en het streven naar een smetteloos persklaar manuscript – achtte de schrijver ‘een stompzinnige verkwisting van tijd, die ik beter zou kunnen besteden aan het echte schrijven!’ En dus schafte Mulisch een computer aan ter vervanging van zijn schrijfmachine.
Toen hij al het al geschreve in de computer ingevoerd had en op het punt stond zijn vulpen ter hand te nemen, zag hij het licht: ‘Ik ben toch eigenlijk gek. Waarom zou ik steeds een zin schrijven en die vervolgens op het scherm zetten? Waarom dat niet meteen gedaan?
Dat was het beslissende moment. Ik had de Rubicon overschreden. Niets zou meer hetzelfde zijn. Ik had gedacht dat de computer de opvolger was van de schrijfmachine, (…), maar nu begreep ik plotseling dat hij de opvolger was van de pen, van het handmatige schrijven.’
Vanaf 17 juni 1990 schreef Harry Mulisch zijn boeken op de computer.
Tot dat moment dacht Mulisch dat het zo zat:
kleistempel → beitel → penseel → pen → schrijfmachine→ computer
daarna wist hij dat het anders was:
kleistempel → beitel → penseel → pen → schrijfmachine
↓
computer
Leave a Reply