De nacht van de poëzie. Ik heb hem nog nooit bezocht, want als het op het bezoeken van culturele evenementen gaat beschik ik, met al mijn literaire pretenties, over de zelfde oneindige voorraad rotsmoesjes als alle andere drukke dertigers met kleine kinderen.
Maar goed. De nacht van de poëzie, dan gebeurt er wat. Iedereen die iemand is in poëtisch Nederland heeft er wel een keer opgetreden en op de vier cd’s van Ode aan de nacht, het beste uit De Nacht van de Poëzie staan dan ook hele grote namen.
(Wat mij overigens, zoals u ziet geheel tussen twee haakjes, volkomen onduidelijk is, is waarom de tweede druk van deze verzamelaar, origineel uitgebracht in 2005 ter gelegenheid van de 25e Nacht, een paar maanden geleden aan mij werd toegestuurd – maar goed, een kniesoor.)
De bekende podiumkanonnen zijn er natuurlijk bij: Deelder, Vinkenoog en wacht… hier moet ik meteen de eerste opvallende afwezige noteren: Bart Chabot. Heeft die nooit opgetreden op De Nacht? Voor zover Google weet in ieder geval niet.
Tjitske Jansen is ook zo iemand die zich, met haar toneelachtergrond, duidelijk thuis voelt op het podium.
Ilja Leonard Pfeiffer wil ook graag bij deze categorie horen, maar dat lukt hem niet echt omdat hij te veel in zijn pretentieus-ironische schoolmeestersact blijft hangen.
Aan het andere uiterste van het spectrum staan de papierdichters die vaak veel minder bedreven voorlezers zijn. Extreem voorbeeld is Leonard Nolens, die toch echt grootse poëzie heeft afgeleverd, maar die daar op een podium zelf slecht mee uit de voeten kan. Naar Anna Enquist is ook nauwelijks te luisteren.
Dan zijn er de dichters die verdienstelijk voorlezen, maar die toch vooral dichter zijn en minder performer. Dit is eigenlijk de interessantste categorie. De essentie van het voorlezen van poëzie is namelijk dat een deel van het zware werk, in tegenstelling tot bij het lezen van gedichten, niet door de lezer gedaan hoeft te worden. De dichter heeft de mogelijkheid om extra informatie toe te voegen, niet alleen door gesproken toelichting, maar ook door met zijn of haar stem een bepaalde interpretatie te suggereren, c.q. aan te geven welke woorden belangrijk zijn.
Dat werkt het beste als de dichter niet staat te ‘performen’, maar ‘gewoon’ (maar wel goed) voorleest. De vier gedichten die Hans Faverey op cd 1 voorleest zijn wat dat betreft een openbaring. Ook naar Elma van Haren, Eddy van Vliet en C.O. Jellema weten zo voor te lezen dat ze echt iets toevoegen aan hun geschreven werk.
Het maakt daarbij volgens mij niet uit of je het werk gelezen hebt of niet. Sterker nog, het luisteren naar deze opnamen zet juist aan tot het opzoeken van de bundels.
Deze vier cd’s moet je als poëzieliefhebber dus gewoon hebben. Zeker als je ook een drukke dertiger met kleine kinderen bent.
Uitgeverij Rubinstein
ISBN 9789054448457
4 cd’s, € 16,95
Leave a Reply