Een krant aan de praat houden, dat is op het moment een hele uitdaging. Of krantenmakers bij het omgaan met die uitdaging de juiste keuzes maken, daar kun je over discussiëren (en dat gebeurt dan ook).
Vooral wat de boekenbijlagen betreft is het langzamerhand niet de vraag óf ze blijven bestaan, maar hoe láng ze nog blijven bestaan.
Terwijl de webredactie van de Kwaliteitskrant die hier (met een beetje geluk en niet al te slecht weer) dagelijks op de mat valt online zijn uiterste best doet om wat verkeer te genereren door een relletje te veroorzaken lijkt het beleid wat de papieren boekenbijlage betreft toch vooral gericht te zijn op behouden c.q. voortmodderen. Redelijk geruisloos trad, als vervanger van Pieter Steinz, voormalig Rusland-correspondent (en auteur van een verhalenbundel) Michel Krielaars aan.
Geruisloos, en dat is jammer. Want er is zo veel gaande. Natuurlijk zijn er grote bedreigingen, maar er zijn net zo veel kansen. Een nieuwe chef boeken had tenminste een poging kunnen doen om NRC Boeken de nieuwe tijd binnen te loodsen. Het omgekeerde gebeurde. Niet alleen stopte Krielaars deze zomer vrij plotseling met twitteren (na juni zie ik slechts één enkele retweet – in het Russisch), hij nam ook niet de moeite om op Twitter, Facebook of LinkedIn te vermelden dat hij van functie veranderd was. Een vrij goede indicatie van zijn betrokkenheid bij het veranderend medialandschap, vrees ik.
Mijn aanbod, via LinkedIn gedaan, om mee te denken en te werken aan een vernieuwd NRC Boeken werd niet beantwoord (werd het wel gelezen?).
Toen ik twee weken geleden Krielaars’ juichende recensie van Goede mensen van Nir Baram las wist ik zeker dat deze man niet de chef was die de boekenbijlage ging redden.
Krielaars vond het een heel goed boek: ‘De wereldliteratuur is verrijkt met een grootse roman’, ‘trefzeker, realistisch en mooi’, ‘in zijn beschrijvingen […] blinkt Baram uit’, ‘niet eerder in een literair werk zo raak verwoord’, et cetera, et cetera…
Dat Krielaars het niet met één superlatief af kan, dat de vergelijking met Vasili Grossmans Leven en lot niet één, maar twee keer gemaakt moet worden en dat de essentie van het verhaal van Baram drie keer moet worden samengevat suggereert toch vooral dat de ingeplande pagina’s vol moesten terwijl er eigenlijk veel te weinig was om over te schrijven. Het is een artikel uit 1992 in de krant van 2012 en in de ruimte die het vult hadden vier of vijf boeken besproken kunnen worden door even zovele naar werk en een publiek snakkende talenten.
Daar komt nog bij dat Elsbeth Etty (ook al zo’n enorm modern mediamens: geen Twitter, geen Facebook, geen LinkedIn, geen blog), waarvan ik toch wel een exit door de zijdeur had verwacht na de smadelijke ontmaskering van haar plagiaat-achtig broddelwerk door Jos Joosten, helemaal terug is. In de boekenbijlage van 16 november mag ze een hele pagina vullen met het navertellen van de plot van Hotel Vertigo van Kees ‘t Hart. Een week later vult ze er twee met platitudes over de biografie van de ‘non-alcoholische’ (alsof het een drankje betreft) J.M. Coetzee. Bladvulling, bladvulling, bladvulling. Daar win je de oorlog niet mee, Krielaars.
De wereld digitaliseert, een nieuwe generatie literatuurcritici doet zijn ding op het web en wordt daar goed gelezen. Maar bij NRC doen ze alsof er niks aan de hand is en gaan ervan uit dat hun vergrijzend lezersbestand, dat overigens ook al grotendeels met de iPad op schoot zit, deze uitgesmeerde artikelen wil lezen.
Ik wens ze veel succes.
Leave a Reply