Voordat de Egyptische president zichzelf met meer macht bekleedde dan de bedoeling was van voorvechtsters van de democratie waren alle camera’s en microfoons gericht op Gaza en het weer oplaaiende conflict tussen de Palestijnen en de Israëli’s en daarvoor waren we allemaal getuigen van de hevige strijd tussen de aanhangers van Assad en het Vrije Syrische Leger in de stad Homs.
Als radio, televisie en sociale media het nieuws al nauwelijks bij kunnen houden, hoe kun je dan verwachten dat boeken die in het heetst van de strijd geschreven zijn hun actualiteit behouden? Het antwoord is eenvoudig: als non-fictie niet meer is dan een beschrijving van de gevechtshandelingen en troepenbewegingen, zijn zij bij verschijnen al verouderd en zullen ze pas op termijn weer waarde krijgen als ooggetuigenverslag.
Berichten uit Homs van Jonathan Littell is zo’n boek. Littell verbleef tweeënhalve maand – zegt de flaptekst – in Syrië voor de Franse krant Le Monde, zijn notities in het boek beslaan de periode van 16 januari tot en met 2 februari van dit jaar. In de periode werd er al gevochten in Homs, maar nog niet alle ogen van de wereld waren gericht op de stad het symbool van het verzet tegen het regime van Assad zou worden
Littell beschrijft hoe hij samen met een fotograaf vanuit Libanon Syrië ingeloodst wordt door het Vrije Syrische Leger. Dat gaat zoals dat gaat bij dit soort operaties: in het geheim, onder strikte voorwaarden en niet zonder gevaar voor eigen en andermans leven.
Eenmaal ‘binnen’ probeert hij door te dringen tot de kern van het conflict. Dat doet hij door zich onder de mensen te begeven en te registreren hoe de dreiging en de aanvallen het dagelijks leven beïnvloeden. Dat doet hij nauwgezet. Hij signaleert angst en onrust. Nadruk legt hij door te herhalen: er zijn veel jonge mensen op straat; het begraven van een natuurlijke dood gestorven en in de strijd omgekomen familieleden is gevaarlijk vanwege sluipschutters en er wordt gedemonstreerd. Dat beeld komt overeen met de beelden die het journaal haalden.
Essentiëler zijn de gesprekken die Jonathan Littell voert met de vrijheidsstrijders en mensen bij wie hij verblijft. Die gesprekken geven zicht op onenigheden over de te volgens strategie en de wens van het regime om een burgeroorlog te forceren – het tegen elkaar uitspelen van religieuze verschillen – om zo de regering vrij te pleiten van schuld en verantwoordelijkheid.
Syrië laat geen journalisten toe om verslag te doen van het gewapend conflict. Het Vrije Syrische Leger heeft er alle belang bij dat er over de opstand tegen de regering Assad bericht wordt. Vandaar dat zij mensen zoals Jonathan Littell in de gelegenheid stellen hun werk te doen. De mensen die hun bescherming genieten zijn echter niet volledig vrij: het Vrije Syrische Leger bepaalt wat ze wel en wat ze niet mogen zien. Jonathan Littell is zich er terdege van bewust dat hij onderdeel is van de propagandamachine van het Vrije Syrische Leger. Daar waar hij twijfels heeft over de volledigheid en de juistheid van de hem vertelde verhalen, voorziet hij zijn notities van commentaar.
Als Littell Syrië na ruim twee weken verlaat, moet de grote slag om Homs nog beginnen. Als boek loopt Berichten uit Homs daardoor onevenredig veel achter op de feiten, al voorziet hij die notities van een epiloog die gedateerd is op 11 april 2012.
Jonathan Littell maakte de keuze om zijn notities kort na publicatie in de krant zo letterlijk mogelijk in boekvorm te laten verschijnen. Voor een analyse en definitieve duiding is het dan nog te vroeg: de strijd is nog in volle gang.
Berichten uit Homs is niet het eerste boek van Jonathan Littell dat een oorlog als onderwerp heeft. In 2008 marcheerde hij definitief de literatuur binnen met zijn roman De welwillenden, waarin hij op even indrukwekkende als gruwelijke wijze de Tweede Wereldoorlog vanuit het perspectief van een dader beschrijft. Door de roman te modelleren als de memoires van een SS-officier – Maximilien Aue, die aan het oostfront vocht – worden filosofie en handelwijze van het naziregime van binnenuit blootgelegd.
Als bijproduct van deze roman verscheen in 2009 Het droge en het vochtige: een korte verkenning op fascistisch grondgebied. Daarin analyseert hij een werk van Léon Degrelle, een Waalse fascist die het tot Volksführer der Wallonen brengt aan de hand van het boek Männerphantasien van Klaus Theweleit, die het verband tussen fascisten en hun taalgebruik onderzoekt. Het droge en het vochtige laat zien hoe grondig Littell zich tijdens het schrijven verdiepte in de materie.
De strijd in Syrië is van een ander kaliber dan de Tweede Wereldoorlog en Berichten uit Homs wil niet meer zijn dan een op journalistieke leest geschoeide reportage, met als ingecalculeerd risico dat het door de actualiteit wordt ingehaald.
Ik zou er geen bezwaar tegen hebben als Jonathan Littell op termijn terugkeert naar deze brandhaard, en dat hoeft niet letterlijk. Een analyse van het idioom van de strijdende partijen en degenen die daarvan verslag doen, afgezet tegen andere goed gedocumenteerde conflicten, is ook goed.
Arbeiderspers, 2012
ISBN 9789029586177
192 p., € 19,95
Bestel op Bol.com
Leave a Reply