Denk niet dat wij, die leven in het digitale tijdperk dat ons Facebook, Twitter en nog een paar van die mededeelzame sociale media heeft gebracht, de eersten zijn met de behoefte om ons te laten kennen.
Wat dacht je van:
‘Van nature ben ik uiterst terughoudend. De afzondering waarin ik als jongen heb geleefd, mijn opvoeding en misschien ook mijn trots hebben die fout nog verergerd, iets dat mij in veler ogen vaak geschaad heeft. Ik heb een ernstig karakter, ben meer geneigd tot somberheid dan tot opgewektheid; diverse bittere ervaringen hebben daartoe stellig bijgedragen. Ik houd van werken en kan me zonder moeite en met veel volharding en ijver bezighouden met de taken en zakelijke besognes waartoe ik krachtens mijn positie geroepen ben. Maar ik schuw alle werkzaamheden die me nieuwe problemen kunnen bezorgen. Als ik voldoende tijd en geestelijke rust had, zou ik graag veel lezen; het spijt me erg dat zowel het een als het ander mij te vaak ontbreken. Ik heb belangstelling voor wetenschap, ofschoon die voor mij grotendeels terra incognita is. Deze belangstelling berust op de zeer oppervlakkige kennis die ik in mijn studietijd heb opgedaan. Ik heb te veel geleerd om te kunnen zeggen dat ik niets weet, maar mij te weinig verdiept in (en te weinig onthouden van) wat ik had móéten weten om mij op echte kennis te kunnen beroemen.’
Was getekend: Anton II, graaf van Aldenburg, Heer van Varel, Kniphuizen en Doorwerth (1681-1738)
De passage komt uit een door hem geschreven zelfportret. Hella S. Haasse vond het samen met andere zelfportretten en minnebrieven toen ze in het Rijksarchief Gelderland op het Middachter of Bentinck-archief stuitte.
Haar Mevrouw Bentinck of Onverenigbaarheid van karakter: een ware geschiedenis is gebouwd op en rond dat bronnenmateriaal. Hella S. Haasse hield van geschreven zelfportretten: ‘Ik hou van het genre, juist door de manier waarop de schrijver zichzelf beschrijft, door de woorden die hij kiest, welke accenten hij of zij legt. Daardoor kun je een mooie contrastwerking krijgen al ze vergezeld gaan van mededelingen en opinies van anderen. Ik vind ze zelfs interessanter dan getekende of geschilderde zelfportretten. In de achttiende eeuw was het schrijven van zelfportretten erg in de mode, met liet ze in familie- en kennissenkring circuleren zoals in de negentiende eeuw portretfoto’s en poëziealbums’, zegt ze hierover in Retour Grenoble: Anthony Mertens in gesprek met Hella S. Haasse.
Ik (her)lees met het oog op Het wereldbeeld van… Hella S. Haasse, haar oeuvre. Op 20 februari praat ik daar met Patricia de Groot en Aleid Truijens in Zwolle over.
Leave a Reply