Ze is door een ander om een boodschap gestuurd en heeft geen idee waar ze naar op zoek is. ‘Heeft u de boeken van Marguerite Duras in de bejaardenuitgave?’ De jongen aan wie ze de vraag stelt, kijkt haar niet begrijpend aan. ‘U bedoelt of wij het werk van Duras in grote letter hebben?’
Ze denkt van niet, maar weet het niet zeker. Ondertussen denkt de jongen verder. Ik zie dat hij haar vraag in stilte herhaalt en herhaalt en herhaalt. En dan zegt hij: ‘Ik denk dat ik weet wat u zoekt.’ Hij loopt weg en komt even later terug met een boek in die zo kenmerkende vormgeving. ‘Gevonden’, zegt hij triomfantelijk en overhandigt haar het verzamelde werk van Marguerite Duras uit de Bibliothèque de la Pléiade.’
Als je heel goed luistert, klinkt bejaarde als Pléiade.
Leave a Reply