Wat moet Dionysos in dit boek?
Doodstil, het essay dat Jan Mulder schreef in het kader van de Maand van de Spiritualiteit, eindigt met een daverende knal. ‘De stilte erna doet alle andere stiltes vergeten.’ Die knal, veroorzaakt door Meneer Norton, overtuigt niet. Dat Jan Mulder zijn geliefde Groningen wil behoeden voor een eeuwig gegons is een nobel streven, maar het rigoureuze einde van Doodstil een middel dat zijn doel voorbijschiet.
In Doodstil onderzoekt Jan Mulder zijn relatie tot (de) stilte: ‘Wat hier voor u ligt is de beschrijving van de stilte én van de strijd van één man, Jan Mulder is de naam, tegen het ijzer.’ Deze Jan Mulder zal zo voorspelt hij Meneer Norton worden. Want net als Dionysos heeft hij, Jan Mulder, meerdere namen en persoonlijkheden. Er is dus Jan Mulder, wonende te Nieuwolda, getrouwd met Johanna, en op zoek naar de stilte. Naar stilte an sich, stilte als doel, niet als middel.
‘Stilte is prettig en goed zonder zoektocht door de geest. Je dient het te ervaren, kort en krachtig, lang en mooi als je wilt, op momenten die je overvallen. Hem opzoeken om jezelf te vinden gaat over een dwaalspoor. Ik ben nog nooit iemand tegengekomen die zichzelf had gevonden en de vindplaats glashelder kon aanwijzen.’
Jan Mulder noemt wel zestig soorten stilte in zijn verkenning. Hij inventariseert, al is het dan niet systematisch: alledaagse stilte versus hogere stilte; de stilte die hem naar de keel greep; de stilte op plaatsen die als stil bekend staan (kerkhof en klooster); bladstilte; het product dat stilte heet. Hij gaat bij schrijvers en filosofen te rade, maar blijft dolen en dwalen. Nu hij er een echt over nadenkt, moet hij wel concluderen:
‘De ene stilte is de andere niet, zelfs wanneer ze uit dezelfde categorie komen: de stilte in de middag en die van ’s nachts. De stilte is ondefinieerbaar en bedrieglijk. Een moment denk je dat de stilte van een cirkel groter is dan die van een vierkant en vijf minuten later komt de twijfel: een vierkant is ook wel cool.’
Het soort stilte waar Jan Mulder naar snakt is het best te omschrijven als ‘buiten’. Die stilte is in het Oldambt en omgeving rijkelijk voorhanden. Als Doodstil iets is, dan een ode aan Groningen. En alleen zo is het te begrijpen dat Meneer Norton radicaal optreedt tegen het gevaar dat dreigt:
‘Nergens is de woede verschrikkelijker dan in de stilte van een volmaakt vredig landschap. Ik kom daar later in dit verslag op terug met een verklaring uit de hemel die zal worden voorgelezen door mijn advocaat, mits hij nog in leven is.’
Meneer Norton is hij dankzij de Norton van zijn vader. De Norton die hem een trauma bezorgde omdat hij nooit startte. De stiltes die daardoor vallen hebben een desastreuze uitwerking op zijn zelfvertrouwen. ‘Stilte is het synoniem van falen. Wil ik dan liever lawaai?
Jan Mulder probeert aan Doodstil een literaire draai te geven door gelaagdheid te suggereren. Meneer Norton zou zelfs een verre verwant kunnen zijn van Meneer Java uit Familieziek van Adriaan van Dis, waarvan bekend is dat hij als Pa Sid in Nathan Sid op de motór reed. En Doodstil is niet het enige boek dat met een knal eindigt, al is de schade in Harlekino van Tessa de Loo beperkt.
Zelfs het opduiken van Dionysos doet aan een ander goddelijk optreden denken, namelijk dat van Poseidon in Brieven aan Poseidon van Cees Nooteboom. Alleen: ik snap niet wat Dionysos in Doodstil doet. Jan Mulder introduceert hem al op bladzijde 8, waar hij het heeft over het zoeken naar troost en we via de Winterreise van Schubert op gedichten van Wilhelm Müller bij Dionysos uitkomen als het ultieme voorbeeld van de mens die geen god meer nodig heeft omdat hij god wordt: ‘Zo, los van de cultuur en haar knellende conventies, wordt de mens zelf god, Dionysos, schepper en vernietiger tegelijk, van zichzelf, zijn wereld en zijn metafysica.’ Hier citeert Mulder Geert Woltjer.
Met een boze Dionysos is het kwaad kersen eten. Ook Jan Mulder/Meneer Norton is boos. Boos omdat windmolens bezit nemen van het landschap en de stilte verjagen. De windmolens waar Meneer Norton tegen vecht bestaan nog niet, maar anders dan die van Don Quichotte zijn ze een reëel gevaar. Als Meneer Norton heeft huisgehouden, hoeft Groningen zich geen zorgen meer te maken.
Ik heb er vast niets van begrepen en de kans is groot dat ik er veel te veel achter zoek. Het zij zo. Of nee, het was het essayeren waard.
G.MULDER- KOEKOEK says
In Doodstil staat een aantijging richting de Gemeente Borver-Odoorn .De Gemeente zou uit financieel gewin voor het windpark project hebben gestemd.
Terwijl PVDA wethouder Bruintne gevochten heeft tegen windmolens .Ministsr vd Kamp heeft windpark Borger en Aa en Hun,ze samengevoegd zodat het Rijk te gemeentelijk bevoegdheid overschreed ..
Subsidiestromen onderzoeken kan helderheid brengen .Zelf vond ik 1 persoon in d Achterhoek .
Helaas verhogen ze de temperatuur en mede oorzaak v droogte. En zo maken geldwolven de natuur kapot en zijn vissers en boeren en burgers de klos