Wanneer hoorde je er bij in Indië? Er geboren en getogen zijn was niet genoeg. Blank bleef je totok. Buitenstaander. Een van de redenen waarom de vriendschap tussen Herma en Dee in Sleuteloog (2002) van Hella S. Haasse verwatert, is de mate van geworteld zijn in Indische grond en cultuur. Of althans: het verschil in beleving. Herma voelt zichzelf ondanks haar uiterlijke kenmerken geen totok.
‘Haar ontkenning, toen al, van wat voor mij zo’n belangrijk bindend element geweest was in onze vriendschap: dat ik evenmin een totok was als zij, griefde me met terugwerkende kracht.
(…)
Ik bekeek mezelf in de spiegel. Ja, ik zag eruit als een totok. Ik had een blank gezicht, blauwe ogen, blond haar. Ik werd nooit bruin in de zon, wel rood, met vervellingen op mijn neus en voorhoofd. Natuurlijk deed ik soms wat ik niet mocht, zoals iedereen, en ook wel stiekem, maar moest ik dan per se altijd braaf zijn vanwege mijn totokse kenmerken?’
Adriaan van Dis debuteerde in 1997 als dichter met een bundel die totok heet. Daarin het volgende gedicht:
totok
hij weet van het hert
dat danst als een wajang
ogen zijn ringen
de hand die kastijdt maakt gewei
eet wat de pot schaft
tevredenheid is zijn beleg
kan kampliedjes zingen
met springtouw de eilandenrij
zijn houding is bukken
speelt oorlog komt honger
met lepels die dwingen
gehoorzaam soldaat is hij
wat hij maar eerder geboren
held met medailles en lint
jappen bespringen
vader eindelijk vrij
maar hij was er toen niet
hij weet er niets van
nog geen naam
nog geen plek
geen woord
een totok hoort er nooit bij
Ook hij voelde zich er buiten staan.
Ik (her)lees met het oog op Het wereldbeeld van… Hella S. Haasse, haar oeuvre. Op 20 februari praat ik daar met Patricia de Groot en Aleid Truijens in Zwolle over.
Leave a Reply