Ik mag er nog helemaal niet in beginnen, maar ik kan mijn nieuwsgierigheid niet bedwingen. Ik heb het net: Als je weg bent: over Patricia de Martelaere van Marja Pruis. Ik spreek met mezelf af dat ik alleen het eerste hoofdstuk mag lezen, om alvast een beetje sfeer te proeven.
In dat hoofdstuk – De meer liefhebbende – blijven mijn ogen aan woorden haken en dwalen mijn gedachten af. Ik weet wie Marja Pruis bedoelt als ze schrijft: ‘En waarom filosofes hun dochters van de namen geven. Salomé. Rodante’, maar niet welke Canadese schrijfster een glutenallergie heeft.
Het woord glutenvrij gaat een verbinding aan met alzheimerpatiënten, een woord dat ik een bladzijde verder tegenkom. Ik hoor een demente vrouw – geen Alzheimer maar vasculaire dementie – onophoudelijk ‘glutenvrij, glutenvrij’ zeggen, omdat ze het woord voor wat ze wel bedoelt niet kan vinden. Met glutenvrij brengt zij ons in verwarring: ze heeft coeliakie, maar dat is niet wat ze de hele dag door duidelijk wil maken.
Ik probeer me te herinneren in welk boek van Jan Siebelink een van de personages coeliakie heeft – Vera denk ik, maar ik kan het zo snel niet vinden. Ik denk aan Vera omdat ik dat boek las, toen ik bij iemand logeerde die het ook heeft.
In dat eerste hoofdstuk komt Patricia de Martelaere nog niet voor. Dat is maar goed ook, want anders had ik zeker doorgelezen. En dat kan niet: ik ben nog in een ander boek bezig.
Leave a Reply