Rood haar en elzenhout zijn spreekwoordelijk niet op goede grond gebouwd. Zoals dat is bij spreekwoorden en andere volkswijsheden: er zit een kern van waarheid in. Over het roodharige jongetje voor wie ik hier ben, zal ik niet uitweiden. Ik laat hem door het bos rennen met een épée van hout waarmee hij de bomen en zijn vader te lijf gaat.
Bovendien: in Rood: een bekoring heeft Midas Dekkers zijn liefde voor die kleur uitgebreid beleden en het rood van een cultuurhistorische context voorzien.
‘Roodharigheid is de beste harigheid. Niemand zou met minder genoegen moeten nemen. Voor een alles-verterende bekoring moet harigheid zo rood zijn als een sportwagen. Aan de rode verpakking zie je het meteen: dit is een cadeautje. Iets is pas bekoorlijk als het zich buiten de orde bevindt, min of meer buiten bereik. Luxe. Iets wat je je moet kunnen permitteren. Is blond een lekkere boterham en bruin een gezonden, rood is een gebakje. Met rood haar ben je elke dag jarig.’
Daar zal niet iedere roodharige het mee eens zijn. Rood haar is niet per se een feest, hoe goed het gezelschap – Midas Dekkers noemt een groot aantal prominenten – waarin je je bevindt wellicht ook is: rood haar en elzenhout zijn immers niet op goede grond gebouwd.
Wat die bomen betreft: elzen zijn niet op goede grond gebouwd, maar ze gedijen er wel goed. Met hun voeten in de drassige delen van bos en bosschages dragen ze bij aan de geheimzinnigheid van het dit bos. Terwijl het zonlicht overal elders grip heeft op takken, stammen en ondergrond absorberen els en dras alle kleur.
Hier op de grens van de Vallée de Chevreuse en het Forêt Dominiale de Rambouillet bevindt zich het elzenhout dat voor mij voor altijd verbonden is met De elzenkoning van Michel Tournier. Terwijl als daar al elzenhout in voorkomt, dat toch vooral Duits elzenhout zal zijn, maar Tournier woont hier in de buurt – al sinds jaar een dag bewoont hij een oude pastorie met ommuurde tuin Choisel, vandaar.
Tournier schreef allerlei, maar lang niet alles is in het Nederlands vertaald – wel veel, waaronder: Vrijdag of het andere eiland, Het nachtelijk liefdesmaal, De meteoren, Gilles en Jeanne, De fetisjist, zijn autobiografie Een vlaag van bezieling en het uitgesproken filosofische Ideeën en hun spiegelbeeld.
Ik blader ze door op zoek naar een citaat over elzenhout, omdat ik ervan overtuigd ben dat hij er ergens iets over zegt. Ik vind het niet. Wel iets over bomen en bos, in de bespiegeling L’arbre et la forêt in de bundel Célébrations, waarin hij oog heeft voor de natuur en de magie van het bos.
‘La forêt est partie essentielle de notre héritage affectif humain. Des millénaires durant, elle a été le mal, la sauvagerie (du latin silvaticus, forestier), le refuge d’animaux effrayant, comme le loup et l’ours, et d’hommes rejetés par la société, voire de monstres à demi mythologiques, ogres et sorciers, nains en géants. Mais c’était aussi la grande nature vivante et vivifiante, le triomphe de la chlorophylle, le retour aux sources. Dans notre vocabulaire seule la forêt mérite le nom magique de vierge.’
Aan het eind van de wandeling drinken we thee bij de open haard in L’abbeye des Vaux de Cernay, een oud kloostercomplex, en ben ik weer terug in de wereld, al is het onwerkelijk dat ook Bizet en Saint-Saëns hier ooit op hun gemak zaten.
Leave a Reply