Vandaag gaan ze voor het eerst stemmen, de 115 kiesgerechtigde kardinalen. Ze trekken zich terug in de Sixtijnse Kapel om een nieuwe kerkvorst te kiezen. Het is een hoog ambt, het hoogste: de aardse plaatsvervanger van de hemelse vader.
Maar ook Vaticaanse macht corrumpeert. Niet alle pausen zijn van onbesproken gedrag. Hoe zouden ze anders in de hel belanden. En er zitten pausen in De hel. Dante Alighieri beschrijft in De goddelijke komedie waarom.
In Canto VII dalen Dante en Vergilius af in de vijfde kring, de kring van de toornigen en tragen:
Dan liepen ze aan beide kanten de gruwelijke cirkel weer rond naar het punt ertegenover, waarbij ze elkaar steeds weer hun schimpend refrein toeriepen. Na daar te zijn aangekomen keer ieder weer langs zijn halve cirkel terug naar het punt aan de overkant, waar men opnieuw in botsing kwam.
Omdat ik mijn hart bij die aanblik voelde breken, ze ik: ‘O meester, leg mij uit wat dat voor mensen zijn, en zeg mij of deze zielen hier links van ons, wier kruin geschoren is, allemaal tot de geestelijke stand behoorden.’
Hij antwoordde: ‘Het zijn stuk voor stuk mensen die tijdens hun aardse leven zo verblind waren dat ze in het omgaan met hun rijkdom niet de juiste maat wisten te houden. Het rauwe geblaf dat zij uitstoten wanneer ze aan de twee keerpunten van de cirkel komen, waar een tegenovergestelde zonde hen van elkaar scheidt, maakt dat voldoende duidelijk. Deze schimmen hier, wier hoofd niet met haar is bedekt, waren geestelijken en pausen en kardinalen, bij wie de hebzucht alle perken te buiten gaat.’
Ook onder de bedriegers – achtste kring, derde gracht – bevinden zich pausen:
En terwijl ik erbij stond als een priester die de biecht hoort van een sluipmoordenaar, die hem met zijn hoofd al in het gat bij zich roept en zo de dood nog even uitstelt, schreeuwde hij: ‘Zij gij daar al, Bonifatius, zijt gij daar al? Dan heeft het boek der toekomst een paar jaar gelogen toen ik erin las. Hebt ge zo gauw al genoeg gekregen van die rijkdom, waarvoor ge u zonder enige terughoudendheid e schone bruid durfde toeëigenen die ge daarna als een hoer hebt misbruikt?’
Ik reageerde op zijn woorden zoals iemand die, omdat hij niet begrijpt wat hem is geantwoord, verward en een beetje achterdochtig staat te kijken zonder zo gauw te weten wat hij moet terugzeggen. Maar toen Vergilius zei: ‘Zeg hem maar vlug: “Ik ben niet degene voor wie ge mij houdt!”’ antwoordde ik zoals mij was opgedragen.
Daarop zei de zondaar stuiptrekkend en zuchtend en met een stem vol tranen: ‘Wat wilt ge dan van mij? Als ge het zo belangrijk vindt om te weten wie ik ben dat ge er helemaal voor naar beneden zijt gekomen, dan zeg ik u dat ik weliswaar de mantel der pausen droeg, maar in werkelijkheid de zoon van de berin was: om mijn jongen vooruit te helpen was ik zo hebzuchtig dat ik op aarde het geld en hier mezelf in de zak heb gestoken. De anderen die mij in de simonie zijn voorgegaan, zijn hier onder mijn hoofd naar beneden getrokken en liggen daar nu platgedrukt in de spleten van de rots. Ook ik zal daar omlaag vallen, en wel op het moment dat diegene hier zal komen voor wie ik u hield toen ik u zojuist die plotselinge vraag stelde. (…)
Ik weet niet of ik op dat moment te ver ging, maar ik antwoordde hem ongeveer zo: ‘gij moet me eens vertellen hoeveel geld onze heer Jezus Christus van Petrus wilde hebben alvorens hij hem de sleutels van het rijk der hemelen toevertrouwde. Ongetwijfeld vroeg hem niets anders dan: “Volg mij!”’
Dat laat niets aan duidelijkheid te wensen over. En dat is zeker ook de verdienste van vertaler Frans van Dooren.
Leave a Reply