Zoals het was zo zal het niet meer zijn. Maar vandaag kan ik voor het eerst sinds jaren weer onder het Rijksmuseum door lopen van plein naar kade of beter nog van kade naar plein. Het zal lichter zijn dan vroeger en vandaag zal het zeker drukker zijn dan op een doordeweekse dag toen. Of de muziek er nog net zo zal klinken als toen, dat zal ik na vandaag nog niet weten.
Omdat ik mij meende te herinneren dat de onderdoorgang voorkomt in Bij nader inzien van J.J. Voskuil begon ik op een willekeurige bladzijde te bladeren in dat dikke boek over vriendschap die geen vriendschap blijkt. Heel geconcentreerd scande ik de bladzijden op de namen Maarten en Henriëtte. De scène die er het meest aan deed denken aan de toevallige ontmoeting tussen beiden op 27 juli 1949. Ze hebben elkaar al gedag gezegd, hun wegen zijn al gescheiden, maar dan bedenkt Maarten zich:
Dicht bij het Weteringplantsoen hield hij in, aarzelde, bleef staan en wilde zich omdraaien, liep weer door tot de hoek en sloeg toen plotseling rechtsaf. Hij begon te rennen, de Weteringschans af, aan één stuk door tot de brug tegenover het Rijksmuseum. Terwijl hij de brug opliep hield hij hijgend van het harde lopen zijn pas in en keek naar de overkant, naar de Stadhouderskade. Henriette liep onder de bomen op het pad langs het water. Langzaam liep hij de brug over, sloeg rechtsaf en liep haar tegemoet. Pas toen hij vlak bij haar was en op haar toe liep, zag ze hem. Ze bleef aarzelend staan, zonder dat er iets van verrassing te merken was.
Hij glimlachte. ‘Ha,’zei hij.
‘Ha,’ zei ze toonloos.
Hij maakte een beweging met zijn hoofd. ‘Heb je zin om een kop koffie te gaan drinken?’ Ze knikte. ‘Ja goed.’ Ze draaide zich om en liep met hem terug in de richting van het Leidsebosje.
Ik ben blij dat ik iets gevonden heb – soms is een e-reader waarschijnlijk echt handig – maar dit is niet zoals ik het me herinner. Ik herinner me dat hij om het museum heen loopt, terwijl zij via de onderdoorgang de kortste weg neemt. Bovendien eten ze in mijn herinnering een ijsje.
Nu kan ik kiezen: de scène opzoeken of kijken of de locatie voorkomt in Wat doe jij in mijn stad?: een literaire wandeling door het Amsterdam van J.J. Voskuil van Onno-Sven Tromp. Omdat ik vermoed dat het zoeken naar het beeld langer duurt, kies ik voor de tweede optie.
Bingo!
Ga naar het Rijksmuseum en loop hier onderdoor
Maartens mislukte poging om Henriette te verrassen is bij de verfilming van Bij nader inzien op deze locatie opgenomen. Bij het museum ontmoeten ze elkaar. Maarten rent dan via de Jan Luijkenstraat om het museum heen, terwijl Henriette er onderdoor loopt. Hij trakteert haar in de film op een ijsje in plaats van op een kop koffie.
Mijn geheugen laat me al vaak genoeg in de steek.
Leave a Reply