Buiten beeld bedelen om liefde en aandacht
Als het goed is, zijn schrijvers onzichtbaar. Ze verdwijnen achter de woorden die ze schrijven. Zo hoort het. Toch is de verleiding groot om de schrijver door de tekst heen te willen zien. Alsof dat de waarde van een verhaal, roman of gedicht vergroot.
Er zijn ook schrijvers die spelen met dat gegeven en schrijven over het schrijven zelf en dan vaak ook nog onder hun naam in dat verhaal verschijnen. Ik las de afgelopen tijd veel romans waarin het vak een prominent onderwerp was: Het laatste jaar van Dirk van Weelden, Post mortem van Peter Terrin, La superba van Ilja Leonard Pfeijffer en Mr. Gwyn van Alessandro Barrico. Ook de nieuwe roman van Robbert Welagen past min of meer in dat rijtje.
Het verdwijnen van Robbert gaat over een schrijver die na het verschijnen van zijn eerste roman – Lipari – de wens heeft om te verdwijnen. Die schrijver heet Robbert Welagen, net als de schrijver van Het verdwijnen van Robbert en Lipari. Robbert wil het lidmaatschap van het leven opzeggen: ‘Liever dan een personage in een verhaal te laten verdwijnen, wilde ik zelf verdwijnen.’ Na het schrijven en verschijnen van Lipari heeft het leven niet die wending genomen waar hij op hoopte:
Maar toen het boek in de winkel lag veranderde er niets. Ik had me maar wat in mijn hoofd gehaald. Gedagdroom in de schaduw. Een streepje zonlicht van de werkelijkheid en weg was het.
Het was het beste om in iets anders te gaan geloven. Iets anders dan literatuur en de liefde. In een idee waardoor ik volledig beziggehouden zou worden. Je moet in het leven iets hebben wat je bezighoudt. Een leven lang spoorloos verdwijnen, ongebonden en onaantastbaar.
Hoewel Robbert redelijk omlijnde plannen lijkt te hebben, pakt hij het niet zo heel slim aan. Zijn eerste verdwijning – richting Duitsland – mislukt omdat hij onder zijn eigen naam woonruimte huurt. De tijd dat hem een zekere anonimiteit gegund is, leidt hij een doorsnee leven: hij werkt in een fabriek en onderhoudt seksuele contacten met een bovenbuurvrouw. Omdat een privédetective erin slaagt zijn verblijfplaats te vinden, is hij gedwongen verder te trekken. Hij wil niet terug naar zijn familie en dierbaren omdat hij niet tegen hun levensdrift kan.
De tweede fase van onzichtbaarheid leidt hij een zwervend bestaan. Robbert reist rond in een gammele oude Land Rover.
Fantaseren over weggaan en blijven weggaan gaf me nieuwe hoop. Geluk ligt in weggaan, arriveren op een plek is het begin van de teleurstelling.
Onderweg beginnen de herinneringen aan Chloe, het meisje dat hij had willen hebben maar dat uiteindelijk met een ander trouwde, zich hinderlijk aan hem op te dringen. Hij probeert zich een voorstelling te maken van onzichtbaarheid die het mogelijk maakt om in de nabijheid van Chloe te verkeren.
Net als vroeger, maar nu was ze zich van mijn aanwezigheid niet bewust. Zou dan mijn verlangen voltooid zijn: onzichtbaar aanwezig zijn in een leven waaruit ik was verdwenen?
Het verlangen van Robbert heeft dus niet met een gefnuikt schrijverschap te maken, maar is veel banaler: het gaat om een vrouw.
Hoewel zijn tweede poging om te verdwijnen beter uitpakt dan de eerste, slaagt die ook niet definitief. In een klam badhuis in een verlaten spa – het alternatief voor slapen in de auto – mist hij comfort. Maar hij leeft in ieder geval in de veronderstelling onzichtbaar te zijn.
In deel twee van Het verdwijnen van Robbert woont hij onder primitieve omstandigheden op het eiland Kythira. Het vergeten is definitief geworden, hij lijkt in zijn opzet geslaagd. En toch is Robbert niet gelukkig.
De kern van de zaak is dat de alledaagse werkelijkheid van ‘verdwenen zijn’ tegenviel. Het was minder mooi dan ik het me had voorgesteld. In mijn ogen was verdwijnen ooit romantisch. Er ging iets van uit, alsof je een metamorfose onderging. Zo stelde ik me dat voor. Als je maar ‘buiten beeld’ was, dan bestond je niet meer. Ik zou iemand anders zijn. Naïef, zegt u? Natuurlijk, u hebt gelijk. De werkelijkheid is anders. Ik was zo vreselijk hetzelfde gebleven. Ik voelde me nog steeds de zoon van mijn ouders, het broertje van mijn broer en ik zou altijd geboren zijn in Nederland. Mijn gedachten waren even somber.
In zijn analyse komen verschillende conclusies langs: hij heeft teveel aan het toeval overgelaten, het eiland voelt niet als definitieve bestemming, maar bovenal mist hij een tegenspeler. Robbert blijkt niet in staat om zelf de gang in zijn eigen leven te houden. Pas als hij door Chloe – met wie hij telefonisch contact zoekt – met de neus op de feiten gedrukt wordt, blijkt de ware reden achter zijn verdwijnen.
Hoewel in Het verdwijnen van Robbert vaak aan schrijven gerefereerd wordt, is het geen roman die in essentie over het schrijven gaat, en zeker geen roman waarin stelling genomen wordt tegen al te nieuwsgierige lieden die willen weten wie de schrijver die achter de woorden schuil gaat eigenlijk is. Robbert Welagen speelt wel met dat vertellende personage dat zijn naam draagt, ook om zijn(?) schrijverschap op scherp te zetten. Daarbij gebruikt hij vergelijkingen en metaforen afkomstig uit een domein dat hem bekend voorkomt: dat van de schrijverij. Zo interpreteer ik tenminste zinnen als:
Mijn vertrek kwam me plotseling voor als een dwaas idee. Door de roman die ik had gelezen zou ik moeten weten dat het uitvoeren van een dwaas idee zelden beloond wordt met een goede afloop.
O nee, ik ontmoette helemaal geen meisje. Als ik een boek had geschreven over een vijfentwintigjarige jongen op reis, zou ik het wel hebben laten gebeuren. Amoureuze ontmoetingen in treinen, wie kan dat weerstaan?
De negen-tot-vijfdagindeling was nieuw voor me. Mijn vorige leven had weinig structuur en regelmaat gehad. Als schrijver beschikte ik over de mogelijkheid om mijn tijd zelf in te vullen. Die vrijheid had me geen geluk gebracht. Ik zat vaak maar aan mijn bureau op mijn nagels te bijten. Op de meest onmogelijke momenten kreeg ik een inval en noteerde dan een paar zinnen op een briefje.
Tegen mijn uitgeverij zou ik moeten doen alsof het me allemaal nog iets kon schelen; het opbouwen van een oeuvre, een carrière, het verzinnen van een gevatte frase om die later in een kranteninterview afgedrukt te zien.
Mijn leven was geen verhaal meer. Het ontbrak aan ontwikkeling, gebeurtenissen en personages. De plot was tot stilstand gekomen. Er waren alleen maar losse anekdotes en losse gedachten. Over de tijd die ertussen lag, hing een sluier. Als je die zou oplichten, zou er geen leven tevoorschijn komen. Als je de sluier zou oplichten, zou er niets zijn.
In Het verdwijnen van Robbert is de concurrentie die het schrijven krijgt van dat andere thema – de onbeantwoorde liefde – te groot om te kunnen domineren, al deelt Robbert Welagen al meta-schrijvend de nodige plaagstootjes uit: ‘Ik nam een hap van het broodje en vroeg me af of ik nu al verdwenen was. Of vindt dat moment later plaats? Wanneer is een mens zover?’
En toch… lees de slotzin en Het verdwijnen van Robbert zou een variatie op het thema van het writer’s block kunnen zijn, want ook al heeft Robbert Welagen in straf tempo doorgeschreven – na Lipari (2006) volgden Philippes middagen (2008), Verre vrienden (2009) en Porta Romana (2011) – wie zegt dat Robbert Welagen Robbert Welagen is.
Intrigerender dan de manier waarop hij het onderwerp schrijven aansnijdt is hoe hij zijn personage Robbert Welagen laat praten. Het verdwijnen mag dan een illusie blijken, het maskeren van emoties gaat hem – Robbert Welagen² – goed af. Terwijl hij toch de indruk wekt ontzettend openhartig te zijn. Met veel bravoure laat hij zich nauwelijks kennen. Dat is een kwestie van taalbeheersing.
Leave a Reply