Deze maand ging het tussen twee gedichten. Vragenderwijs van Guillaume van der Graft ging de strijd aan met Pijnbos van Annemarie Estor. Pijnbos niet alleen vanwege ‘de ijzerbaan’ – ik vind chemin de fer zo’n mooi woord. Pijnbos omdat het met donder en geweld gaat.
In Vragenderwijs hoor ik het tegenovergestelde. Het zwijgen. De kabbelende stilte die net als het schreeuwen en snerpen het antwoord niet verraadt, maar alleen maar doet vermoeden dat ergens de zin van iets gevonden kan worden.
Omdat ik niet wil kiezen. Misschien wel omdat ik wil dat ze elkaar vinden.
Pijnbos – Annemarie Estor
Niet ver van de ijzerbaan, waar de trein schreeuwt
en door zijn open ramen lucht schept
kalmeert de planeet de groene boezems
Duizelende doedelzak.
Het oorsuizen sterft en valt tussen kluiten.
Hier kettingzagen mannen een stuk van het pijnbos.
Ze zuigen je vacuüm, rijten je bloes van je lijf
en zetten klemmen. Ze rooien vandaag.
Hier vliegt een engel uit het wegland naar verstand.
Boeren scheuren vanavond Vlaamse aarde open.
En:
Vragenderwijs – Guillaume van der Graft
Ik vroeg het aan de vogels
de vogels waren niet thuis
ik vroeg het aan de bomen
hooghartige bomen
ik vroeg het aan het water
waarom zeggen ze niets
het water gaf geen antwoord
als zelfs het water geen antwoord geeft
hoewel het zoveel tongen heeft
wat is er dan wat is er dan
er is alleen een visserman
die draagt het water
onder zijn voeten
die draagt een boom
op zijn rug
die draagt op zijn hoofd een vogel.
Leave a Reply