Eerlijk over yoga heet in het Engels The Science of Yoga: The Risks and the Rewards. Ik vind dat nogal wat uitmaken. De Nederlandse titel heeft een nogal negatieve, wat schreeuwerige lading. Zo van ‘eindelijk de waarheid!’. Terwijl de Engelse titel veel meer evenwicht uitstraalt en dus, zoals we zullen zien, veel beter bij het boek past.
De Nederlandse uitgever heeft voor het omslag voor fel roze gekozen en een citaat uit het sekshoofdstuk van het boek in grote letter in de binnenkaft gezet. ‘Kan yoga je seksleven verbeteren?’ Wordt ons daar toegeroepen. Vervolgens lezen we dat yoga mannen ‘een verbetering in de duur en hardheid van hun erectie’ bezorgt en dat vrouwen een ‘verhoogde mate van opwinding’ en ‘een vooruitgang in de kwaliteit van hun orgasmes’ meldden.
Al met al maakt dit boek dus een nogal verwarrende eerste indruk. Krijgen we nou een lofzang of een debunking te lezen? Het antwoord is: geen van beide. Of: een beetje van allebei.
Non-fictieboeken over dit soort onderwerpen zijn over het algemeen in hapklare brokken gesneden, met korte hoofdstukken, terzijdes in kaders en samenvattinkjes voor de drukke, multitaskende lezer. Meestal kun je snel door zo’n boek heen, ook omdat de informatiedichtheid vaak te wensen overlaat. Met het boek van Broad is dat anders. Broad schrijft voor de New York Times, door sommigen ‘de beste krant van de wereld’ genoemd, en dat merk je aan zijn stijl. Hij is van het slag schrijvers dat niet bang is om een verhaal rustig en in een mooie stijl op te bouwen, argumenten te verzamelen, feiten uiteen te zetten en te illustreren met anekdotes, terwijl hij de lezer even laat wachten op zijn eindconclusie. Snel erdoorheen is dus met Eerlijk over yoga geen optie. Ik besloot het dus op mijn gemak te lezen, als het met ontzettend veel research onderbouwde essay van 370 pagina’s dat het in feite is.
Het idee achter het boek is bijzonder nobel. Broad, zelf gepassioneerd yogabeoefenaar, maar vooral toch ook kritisch journalist, stelt zich ten doel uit te vissen wat er waar is van alle wonderbaarlijke werkingen die yoga werden en worden toegedicht. Hij bekijkt zeven gebieden: het effect van yoga op de fysieke gezondheid, yoga als fitness, het effect van yoga op onze mentale toestand, het verhaal dat yoga nauwelijks tot blessures leidt, yoga als geneesmiddel, yoga als oppepper voor onze seksualiteit en yoga als weg naar creativiteit.
Het lijkt er een beetje op dat Broad is begonnen met de onderwerpen waar hij het meeste informatie over had: gezondheid, fitness, stemmingen en blessures (onderwerpen die elkaar gedeeltelijk ook overlappen, hoewel hij er wonderwel in slaagt niet in herhaling te vallen). In deze hoofdstukken bouwt Broad, met behulp van anekdotes maar altijd refererend aan echt wetenschappelijk onderzoek, zorgvuldig een genuanceerd verhaal op.
Bij de laatste drie onderwerpen loopt het vaagheidsgehalte jammer genoeg snel op. In het hoofdstuk ‘genezen’ lijkt de boodschap toch vooral te zijn dat een yogatherapeut (een term die, zoals Broad uitgebreid laat zien, geen enkele formele definitie kent) naar de individuele patiënt moet kijken om zo een optimaal programma van oefeningen samen te stellen voor een specifieke aandoening. Of yoga hélpt, dat hangt dan toch vooral af van de kwaliteiten van de therapeut en de relatie die hij met zijn patiënten op weet te bouwen. In die zin verschilt yoga dus niet van fysiotherapie, oefentherapie of psychotherapie en overtuigt dit hoofdstuk niet erg.
Naar de combinatie yoga-seks is iets meer onderzoek gedaan, maar het levert geen duidelijk beeld op. ‘Kundalini’, een term die in de yoga wordt gebruikt voor een soort verhoogde staat van opwinding die in zijn heftigste vorm op een permanent orgasme kan lijken, staat bij Broad ‘bovenaan het lijstje van verwarrende yogatermen’.
Vanaf het moment dat hersenscans beschikbaar komen komt er iets meer schot in het onderzoek, maar niet veel. Ja, de hersenactiviteit van zogenaamde ‘auto-orgastische’ vrouwen (‘klaardenkers’ – vrouwen die door hun gedachten te sturen een orgasme kunnen bereiken) komt overeen met die van een yogi. Maar in het zelfde hoofdstuk voert Broad een wetenschapper ten tonele die toegeeft dat pijn er op zo’n hersenscan precies hetzelfde uitziet als seksueel genot en dat hij geen idee heeft waar het lichaam het onderscheid maakt.
Het hoofdstuk ‘Muze’, over yoga en creativiteit, heeft nog grotere problemen. Broad zegt zelf al dat het onderwerp nauwelijks de interesse van de wetenschap heeft en dat hij dus weinig gegevens heeft om mee te werken. Lezenswaardige anekdotes zijn er als altijd genoeg, maar als conclusie kan hij nauwelijks verder komen dat dat yoga de geest tot rust brengt en dat mensen daardoor creatiever zijn, niet alleen bij het maken van kunst maar ook bij het oplossen van de problemen van alledag.
Het is een beetje een anticlimax voor zo’n boek vol met informatie, maar voor mij lijkt het er toch op dat yoga vooral een zeer effectieve manier is om geest en lichaam te ontspannen. Die ontspanning maakt plaats voor dingen waar we in ons normale, gestreste leven niet aan toe komen: verzoening met ons lichaam en onze omstandigheden, verwerking van emoties, seks, creativiteit, rustig nadenken. Tegelijkertijd moet je concluderen dat er vele andere manieren zijn om deze dingen te bereiken. Mindfulness, bijvoorbeeld, wordt in het boek een paar keer genoemd, maar niet uitgebreid behandeld.
En daar openbaart zich een hele rare blinde vlek van dit boek (en dus van Broad?). Yoga wordt in Eerlijk over yoga vergeleken met hardlopen, met wandelen, met studeren, met slapen, met dood zijn, met het drinken van alcohol (de overeenkomsten daarmee zijn trouwens, tot mijn niet geringe genoegen, best groot) en met klaarkomen, maar niet met andere ontspanningstechnieken zoals bijvoorbeeld meditatie of desnoods het luisteren naar muziek. En dat is vreemd, want het zijn uiteindelijk deze technieken waar yoga het meeste overeenkomsten mee lijkt te hebben.
Omdat Broad zelf in zijn boek heel kritisch is (en bijvoorbeeld het veelgelezen Yoga voor dummies tot de grond toe afbrandt) ben ik ook kritisch geweest. Dat neemt niet weg dat dit boek heel veel kennis bevat. Die stelt de lezer in staat om zelf na te denken over of, hoe en waarom hij aan yoga zou willen doen.
Leave a Reply