Het belang van koffie, kranten en een klankbord
Hoe hij het doet, dat heb ik me altijd afgevraagd. Hoe Mart Smeets in staat is om in de 24 uur die een dag telt, de 28, 29, 30 of 31 dagen die een maand duurt en de twaalf maanden in het jaar lang is al die dingen te doen waar wij getuige van kunnen zijn om dan ook nog tijd over te houden voor iets dat voor een privéleven moet doorgaan.
Dankzij Dagboek van een sportgek – zijn ‘winterboekje’ – weet ik nu een beetje hoe hij het doet. Van zijn uitgever kreeg hij de volledige vrijheid voor het eerste boekje bij haar nieuwe uitgeverij. ‘Ze denkt dat er nog wel iets in mijn hoofd zal overblijven na de sportzomer van 2012. Misschien iets in dagboekvorm, heeft ze voorzichtig geopperd. En als vrouwen iets voorzichtig opperen…’
Het werd een dagboek, een dagboek waarvoor Mart Smeets zich voornam eerlijker, harder en duidelijker te zijn dan hij doorgaans is: ‘Ik wil proberen op te schrijven wat ik werkelijk vind. Ik ben zo vaak politiek of sociaal correct. Ik vind mezelf zo’n keurig nette oude man geworden. Niet dat ik per se wil uitglijden, mar er zijn toch ook bovengrenzen aan netjes en correct?’ Dat schrijft hij op maandag 28 mei, de dag waarmee Dagboek van een sportgek opent.
De zomer van 2012 is wel een heel uitgelezen gelegenheid voor een sportgek (sportjunk) om een dagboek bij te houden, met het EK (voetbal) en de Olympische Spelen als sportieve extra’s bovenop het reguliere zomerprogramma. Mart Smeets is als hij niet zelf aan het werk – en dat is niet alleen als hij te horen of te zien is, hij is ook nog schrijvend journalist – vooral geïnteresseerd in honkbal en basketbal, maar hij besteedt ook heel veel tijd aan het voorbereiden van uitzendingen waarin hij als anchor en commentator een actieve rol speelt. Hij leest zich in, noteert feiten en anekdotes die in een verhaal van pas kunnen komen en knipt plakboeken bij elkaar bij wijze van documentatie. Wat Mart Smeets als hij moet presteren schijnbaar moeiteloos uit zijn mouw schudt heeft hij daar door vele uren noest te arbeiden eerst zelf in gestopt.
Dagboek van een sportgek geeft inzicht hoe het leven van een door sport gedomineerd leven – maar muziek is een andere liefhebberij: samen met Leo Blokhuis maakt Mart Smeets al heel lang het programma For the Record en dat ging ondanks alle sporthectiek ‘gewoon’ door – er achter de schermen uit ziet. Voor een privéleven is in de sportzomer van 2012 weinig tijd, het is dat zijn vrouw er ook bij is tijdens de meeste evenementen. Zij is niet alleen zijn chauffeur maar ook zijn klankbord. Net als hij neemt zij geen blad voor de mond, maar in geruststellen is zij ook goed, en dat gaat verder dan het geven van feedback op De avondetappe en London Late Night.
Met het bord op schoot naar sport kijken, is er overigens niet bij in Huize Smeets. Ook dat blijkt uit Dagboek van een sportgek.
Belangrijker dan het achter de schermen kijken, is de sport zelf. En de kijk van Mart Smeets op die sport. Verstand van voetbal heeft hij, hoewel hij die op televisie niet tentoon hoeft te spreiden. Met de opstelling wil hij zich niet bemoeien, maar hij heeft op basis van statistische gegevens wel een idee over wie er in de spits moet, en de schouders van Affelay zijn volgens Smeets nog niet sterk genoeg om de last van een heel Nederlands elftal te dragen.
Zelf heb ik de sportzomer van 2012 gevolgd met het oog op het op een bescheiden wijze stukjes schrijven. Ik heb me niet beperkt tot de berichtgeving van de NOS. Tijdens de Tour schakelde ik tussen NOS en Sporza en keek ik zowel De avondetappe als Vive le vélo. Voor de Olympische Spelen keek ik vanwege hun thuisvoordeel en chauvinisme voornamelijk naar de BBC, maar ik keek wel elke avond naar London Late Night.
Ik zag veel memorabele momenten en ben benieuwd wat Mart Smeets daar in zijn dagboek over schrijft (de eerlijkheid gebiedt me overigens ook te bekennen dat tijdens het lezen constateer dat ik al weer veel vergeten ben). Ik herinner me een uitzending van De avondetappe waarin twee oud-renners over hun leven na het wielrennen kwamen vertellen. De één slaagde in dat nieuwe leven, de ander belandde in een zwart gat en komt maar moeizaam vooruit. Ik kom ze in Dagboek van een sportgek tegen op 14 juli. Bram de Groot is de oud-renner die het maar moeizaam redt. Mart Smeets over dat gesprek: ‘Het is misschien stroef lopende televisie, maar het is wat ik wilde toen ik ooit tegen Jan Stekelenburg zei dat ik juist hierover met De Groot en Bouwmans wilde praten. Soms moet ik de woorden eruit trekken, maar toch geeft Bram een perfect beeld van hoe het ook kan gaan met renners die deze sport verlaten. Nee, hij is niet zielig, hij huilt niet of schreeuwt zijn woede eruit; hij vertelt in vaak net niet afgemaakte zinnen hoe dit leven werkt of juist niet werkt. Niemand hoeft medelijden met hem te hebben. Dit is hem overkomen, dit is het zwarte gat.’
In de nazit constateert de redactie dat het een speciale uitzending was, ‘het was niet zwartgallig, het was reëel en ontdaan van sensatie’. Als de nazit voorbij is: ‘Als ik op mijn kamer zit, bedenk ik dat dit een van de bijzonderste uitzendingen ooit vanuit de Tour is geweest. Niet spectaculair, eigenlijk slow-tv, aar zeldzaam eerlijk in zijn uitvoering. Bouwmans en De Groot maakten het niets mooier dan het voor hen was geweest. Karen ziet me piekeren. Ze zegt: “Goed gedaan, Bol. Zo wilde je het toch?” Ik knik.’
Mijn herinneringen aan de Olympische Spelen lopen het minst synchroon met wat ik in Dagboek van een sportgek lees, maar dat komt vast vanwege het afstemmen op de BBC. Maar er zijn momenten die me zijn bijgebleven. Ik herinner me wel dat turnster Céline van Gerner behalve met haar sportieve prestatie ook indruk op mij maakte door in London Late Night toe te geven niet te begrijpen wat het woord compromisloos betekent, daardoor niet mee kon praten en dat dus ook niet deed. Mart Smeets vermeldt de tevredenheid en blijheid van Van Gerner en de memorabele woorden van Ellen van Langen, maar het woord ‘compromisloos’ valt niet.
Ik herinner me ook het gesprek met volleybalster Manon Flier dat een pijnlijke wending nam, omdat Mart Smeets heel hardnekkig blijft vragen of ze niet liever als sporter dan als partner (van beachvolleyballer Reinder Nummerdor) naar de Spelen was gekomen. Ik herinner me ook dat Mart Smeets daarna kritiek te verduren kreeg. Mart Smeets in Dagboek van een sportgek: ‘Wat ik niet zie, als ik haar doorvraag over het niet-aanwezig zijn van haar volleybalploeg, is dat ze het daar flink moeilijk mee krijgt. Ik mis haar emoties. Na afloop van het programma dringt dat wel tot me door en leg ik Flier uit dat ik het niet kwaad bedoelde, dat ik haar eigenlijk naar het beachvolleybal toe wilde praten (“Waarom ga je dat niet doen?”). We spreken het snel en volwassen met elkaar uit en ik excuseer me nog een keer. We gaan uit elkaar met een kus op de wang voor beiden. Grote mensen.’
Dat terugkijken en hernemen is naast het kijkje achter de schermen het tweede bestanddeel van Dagboek van een sportgek. Dan blijven er nog twee over: de achtergrondverhalen over sporten en sporters die van pas hadden kunnen komen tijdens het verslag geven en het op journalistiek gepaste wijze reageren op actuele ontwikkelingen. Meest in het oog springen zijn het ooggetuigenverslag het betrapt worden van Fränk Schleck – Smeets en zijn ploeg hebben het geluk dat ze in hetzelfde hotel zitten als de wielerploeg en dus als niet zoals de collega’s van achter een hek verslag hoeven te doen en de reactie op het klikken van oud-teamgenoten van Armstrong in ruil voor immuniteit. Want natuurlijk gaat het ook in Dagboek van een sportgek over doping. Lance Armstrong had nog niet bekend, maar in de sportzomer van 2012 werd de druk om toe te geven fors opgevoerd.
Dagboek van een sportgek is daardoor meer dan een dagboek. Althans: Mart Smeets schrijft niet alleen wat er dag na dag gebeurd is. Hij nam zich voor te schrijven wat hij werkelijk vindt. Ik weet niet zeker of hij daadwerkelijk eerlijker, harder en duidelijker is, dan anders (ik laat de kritiek op de onderkomens waar hij tijdens De avondetappe buiten beschouwing). Hij doet een aantal keer dappere pogingen en kijkt ook kritisch naar zichzelf, maar het is niet Dagboek van een sportgek het meest kenmerkt. Dat is toch weer de liefde voor de sport en zijn belangstelling voor het verhaal achter de prestaties. Hoogstens kun je zeggen dat Mart Smeets wetende dat het zijn laatste zomer in vaste dienst is, iets meer stilstaat bij een naderend afscheid dat geen afscheid werd.
Leave a Reply