De renners die vandaag de finishlijn op de Champs-Élysées passeren hebben dan 3.403 kilometer gefietst. Daar deden ze negentien dagen over. Ik vind dat nogal wat. Dat de fietsers er goed voor betaald worden doet aan hun prestatie niets af.
Toch valt wat zij doen in het niet bij wat Rinus van Mastrigt presteerde. Hij fietste van Rotterdam naar Nederlands-Indië. Een sponsor had hij niet. Hij ging fietsen omdat hij het geld om de overtocht te betalen niet had. Hij ging naar Nederlands-Indië in de hoop daar werk te vinden. Hij had de hoop opgegeven in Rottterdam te slagen in het leven.
‘Eerder die maand was hij vierentwintig geworden. Hij moest gaan, vond hij, met seizoenen kon hij geen rekening houden. Zijn bestemming was Nederlands-Indië. Daar werd nog veel gebouwd, had hij gehoord. Omdat het hem ontbrak aan de ruim vijfhonderd gulden die een derdeklas bootreis naar Batavia zou kosten, ging hij op de fiets.
Op de bagagedrager van zijn oude stadsfiets bond hij een koffer, daarbovenop kwam de slaapzak die zijn vriendin voor hem genaaid had. In een katoenen zakje in de voering van zijn jas droeg hij zijn paspoort. De foto daarin toonde een mager, scherp gezicht met felle ogen die dwars door iedereen heen leken te kijken. Een flinke bos donker haar gaf Rinus iets exotisch; hij had net zo goed een Spanjaard of een Italiaan kunnen zijn. Tussen zijn documenten zat een gestempeld bewijs van uitschrijving van de gemeente Rotterdam, want Rinus was niet van plan terug te komen. Ook gingen er drie handgeschreven getuigschriften mee van bazen die zijn werk als timmerman loofden. “Nauwgezet. Zelfstandig. Betrouwbaar”.’
In Argentijnse avonden doet Carolijn Visser uitgebreid verslag van die fietstocht die meer dan een jaar duurt en niet helemaal zonder problemen verloopt. Op 1 december komt Rinus samen met zijn verloofde – die overgekomen was naar Singapore om een zieke Rinus te verzorgen – toch nog per boot aan in Batavia.
Nederlands-Indië blijkt niet het beloofde land. Uiteindelijk keert hij – bijna tien jaar nadat hij vertrokken is – terug naar Rotterdam, maar zoals zo velen die aan een ander leven geroken hadden, kon hij daar niet meer aarden.
Uiteindelijk vestigt hij zich met zijn twee dochters in Tres Arroyos in Argentinië en levert daar letterlijk en figuurlijk een bijdrage aan de opbouw van een emigrantengemeenschap.
Carolijn Visser won met Argentijnse avonden de Bob den Uyl Prijs 2013.
Leave a Reply