Ik heb familie, vrienden, kennissen die op strategische plaatsen wonen. Zij hebben huizen die aan de routes van belangrijke wedstrijden liggen. Maar helaas… vanwege de drukte en het gedoe maken zij er een gewoonte van om op de momenten dat het er om gaat naar elders te vluchten.
Zo kan ik bijvoorbeeld de dorpjes dromen die de renners tijdens de eerste kilometers van de laatste etappe van de Tour de France passeren. Eigenlijk ken ik die dorpjes – of althans sommige ervan – beter dan de straten van Parijs.
Zo zag ik ze net l’Abbaye de Port-Royal des Champs passeren. Het is daar dat Jean Racine zijn opleiding genoot. Van daar rijden ze naar Chevreuse. Daar heb ik menigmaal met een kind op mijn schouders de klim naar het Château de la Madeleine gemaakt. Zelfs als ze gedragen werden wilden ze alleen mee als er koekjes in het vooruitzicht gesteld werden.
Even buiten het dorp staat het huis van Pierre de Coubertin (toch wel die De Coubertin Maarten Ducrot), ik werd er ooit een middag lang rondgeleid. Ondanks de taal begreep ik de filosofie van deLa Foundation de Coubertin, de wens om jonge mensen op te leiden tot ambachtslieden en kunstenaars.
En dan nog die col van de vierde categorie.
Ik word er wat weemoedig van…
Leave a Reply