Dit is wel geen memoir
Rudi van Dantzig leverde een onaf manuscript in bij zijn uitgever. Hij was vanwege zijn ziek zijn niet meer in staat van dat manuscript een boek te maken. Dat deed uiteindelijk Maria Vlaar, redacteur bij De Arbeiderspers. Herinneringen aan Sonia Gaskell heet dat boek, dat niet helemaal is geworden wat Rudi van Dantzig voor ogen stond. Omwille van het boek – maar in overleg met Gertjan Evenhuis (weduwnaar) en Toer van Schayck (levenslange vriend en metgezel) – maakte Maria Vlaar ingrijpende keuzes. Die verantwoordt zij in het nawoord dat ik las voordat ik aan Herinneringen aan Sonia Gaskell begon.
Rudi van Dantzig wilde een drie-in-één boek schrijven: een biografie van Sonia Gaskell, een portret van hun onderlinge relatie en een geschiedenis van een belangrijke periode in de ontwikkeling van het ballet in Nederland.
Maria Vlaar in haar nawoord: ‘Daarbij [tijdens het opdiepen van het goud uit het ruwe materiaal, lw] is er veel gesneuveld: ruim een kwart van de oorspronkelijke tekst heb ik geschrapt. Ik heb de focus gelegd op de persoonlijke verhouding tussen Mevrouw en haar leerling, de verhaallijn chronologischer gemaakt, de tekst ingedeeld in hoofdstukken, herhalingen weggehaald en veel formuleringen minder omslachtig gemaakt. Die omzichtigheid, waar hier en daar nog wel wat van overeind is gebleven, had ook iets ontroerends. In mijn ogen was het een teken van een doorslaggevende eigenschap van Rudi van Dantzig: bescheidenheid. Hij vond het vaak moeilijk, zo bleek uit lezing van het manuscript, om iets duidelijk te zeggen – vermoedelijk uit angst om iemand te kwetsen of iemand tekort te doen.’
De relatie die gelegd wordt tussen Van Dantzigs omzichtigheid en zijn bescheidenheid laat ik voor rekening van Maria Vlaar. Ik herinner mij dat Rudi van Dantzig ook in Het leven van Willem Arondéus 1894-1943: een documentaire – waarmee hij tien jaar geleden herintrad bij De Arbeiderspers waar hij in 1986 debuteerde met Voor een verloren soldaat, na tussentijds langs andere uitgevers gezworven te hebben – voorzichtig formuleerde als hij niet zeker van zijn zaak was. Hij wilde met zijn interpretatie van de feiten over en het leven van Arondéus recht doen aan de persoon met wie hij zich verwant voelde.
In Noerejev: het spoor van een komeet (1993, Guillarde Pers) is hij minder terughoudend: daar kan hij uit zijn herinneringen putten en was er sprake van een zekere mate van gelijkwaardigheid tussen hem en de danser die hij zich herinnert.
Wat er tussen Rudi van Dantzig en Sonia Gaskell was, was volstrekt niet gelijkwaardig. Hij was haar leerling, en ondanks zijn carrière – als danser, maar vooral als choreograaf en artistiek leider van Het Nationale Ballet (in die functie was hij haar opvolger) – bleef hij in haar zijn meerdere erkennen. Maar zoals dat gaat met leerlingen (en kinderen): naarmate ze wijzer worden, gaan ze ook de manco’s van hun docenten (ouders) zien en vinden ze daar wat van.
Langs die lijn ontwikkelt zich Herinneringen aan Sonia Gaskell. Hoewel hij haar in de loop van zijn (en haar) leven nader komt, blijft het in essentie zoals het in het begin was. ‘De vrouw die ik gadesla loopt bij me vandaan, het einde van het korte huizenblok tegemoet. Ik zie haar op de rug. Ze beweegt zich nonchalant, aar lijkt zich toch duidelijk van haar verschijning bewust te zijn. Een geïsoleerde figuur, “alleen”-heid uitstralend; een vrouw die niet lijkt te passen in deze straat, niet in deze buurt, niet in deze tijd.’ Een wandelend raadsel noemt hij haar in de proloog.
Voor zover Rudi van Dantzig in Herinneringen aan Sonia Gaskell haar leven construeert, doet hij dat om haar wezen, haar ontheemd raken, haar gedrevenheid te verklaren. Sonia Gaskell werd in 1904 in Litouwen geboren als Sarah, verhuisde in gezinsverband naar de Oekraïne, vertrekt van daar alleen om via Moskou in een kibboets in Palestina aan te komen.
Eigenlijk heeft ze er al een heel leven – inclusief een kortstondig huwelijk – op zitten als ze in dansstad Parijs aankomt. Net als dat voor Rudi van Dantzig geldt, begon ook Sonia Gaskell relatief laat met dansen, waardoor de mogelijkheden om als danseres carrière te maken beperkt waren. Haar kwaliteiten lagen op het pedagogisch vlak. Vlak voor de Tweede Wereldoorlog kwam ze naar Nederland. Ze trouwde met de Nederlander Philipp Heinrich Bauchhenss en vestigde zich in de Zomerdijkstraat.
In haar studio aan de Zomerdijkstraat zet Rudi van Dantzig zijn eerste danspassen. Hij, niet overtuigd van zijn kwaliteiten en mogelijkheden – hij is al zeventien als hij voor het eerst aanbelt – is zich ervan bewust dat zij hem van het ene op het andere manier weg kan sturen. De angst dat zij zich blijvend in Parijs zal vestigen is een andere factor die zijn onzekerheid voedt.
Zij realiseert zich dat ze via het in ongewisse laten van de achterblijvers – of dat nu leerlingen of beleidsmakers zijn – macht kan uitoefenen. Ondanks dat wispelturige komen en gaan, vindt Van Dantzig dankzij Gaskell een ‘thuis’: ‘Ik hoopte mijn hele leven dat Gaskell zelf én de mensen met wie ik dankzij haar in contact was gekomen, zouden blijven voortbestaan in een bepalende lijn, een lijn van collegialiteit en wederzijdse genegenheid.
Sonia Gaskell bleek voor mij die bepalende lijn te zijn.’
Daarom kan Van Dantzig ondanks de stevige aanvaringen die hij met Sonia Gaskell had – over de manier waarop ze met mensen omging, over haar afwezigheid op onmogelijke momenten, over het te voeren beleid, over het mogen grijpen van zijn eigen kansen als zijn balletten door andere gezelschappen opgemerkt worden – herinneringen ophalen waarin hij de keerzijde van haar karakter niet schuwt.
Sonia Gaskell was op een dwingende manier veeleisend. Dat klinkt door in elke zin die Van Dantzig haar laat zeggen. Ook stak zij haar ongenoegen nooit onder stoelen of banken: ‘Mevrouw leek intussen haar hoofd soms volkomen te hebben verloren. Ze gaf nu en dan les, maar had de repetities vrijwel totaal aan Karel Shook en Koemoeznikov overgedragen. Dwars door de studio repte ze zich naar haar kantoortje, waar we haar met schelle en geagiteerde stem onophoudelijk hoorden bellen. “Allo? Allo! Nee, ies niet te doen zo! Absoloet niet. Ik heb wel schoon genoeg van al deze diengken, zoals u uitlegt is wel absoloet onmogelijk.” Of: “Zo kan ik beslist niet meer verder gaan, is gewoon wel die waanzin. Zoekt u dan maar beter iemand anders….” We luisterden haar niet af, Mevrouw schreeuwde soms zo luid dat het dwars over het binnen plaatsje tussen de studio en haar kantoor heen in de hele studio verstaanbaar was.’
Zijn keuze om haar woorden fonetisch weer te geven getuigt van respect. Had hij haar niet hooggeacht, dan had hij die moeite niet genomen.
‘Mevrouw’ – zo werd Sonia Gaskell genoemd – was een bepalende factor in de geschiedenis van de Nederlandse dans. Haar visie en haar netwerk – Van Dantzig beschrijft uitgebreid hoe vaak onaangekondigd grote namen in de studio verschenen om balletten in te studeren en daarmee nieuwe impulsen gaven aan het gezelschap – waren van doorslaggevend belang bij het ontstaan van een danscultuur en toonaangevende gezelschappen in Nederland – die overigens in volstrekte disharmonie naast elkaar ontstonden. Haar reputatie was (subsidie)geld waard.
Toch is Sonia Gaskell ondanks de titel niet de onbetwiste hoofdpersoon in Herinneringen aan Sonia Gaskell. Herinneringen veronderstellen een herinneraar. Rudi van Dantzig is in zijn eigen boek prominent aanwezig. In hoeverre dat het gevolg is van het omwerken van het manuscript is niet helemaal duidelijk. ‘Dit boek wil, zoals gezegd, een memoir zijn, geen non-fictieboek over de Nederlandse balletgeschiedenis, en ook geen biografie van Sonia Gaskell’, zo staat het in het nawoord, maar ik weet niet goed wie bepaalt heeft wat dit boek wil zijn: Rudi van Dantzig cq. Gertjan Evenhuis en Toer van Schayck of Maria Vlaar en/of de uitgever.
Dat Rudi van Dantzig meer dan een figurant is in zijn eigen boek is een zegen voor het verhaal. Gaskell en Van Dantzig zijn twee aan elkaar gewaagde ‘characters’, ondanks hun ongelijkwaardigheid (maar Sonia Gaskell heeft het nadeel dat ze nu geen weerwoord kan geven).
Het selectieve geheugen – herinneren is per definitie een selectieve,subjectieve bezigheid die de werkelijkheid onopzettelijk vertekend weergeeft – van Rudi van Dantzig maakt Herinneringen aan Sonia Gaskell een in twee opzichten persoonlijk boek.
Van Dantzigs aanwezigheid heeft namelijk niet alleen in verhaaltechnisch opzicht – als vertellende instantie – betekenis. Herinneringen aan Sonia Gaskell gaat ook over het volwassen worden – persoonlijk en professioneel – van een jongen/man die dankzij de dans werd wie en wat hij wilde zijn. Uit de manier waarop hij terugkijkt, is af te lezen hoe hij groeide.
Herinneringen aan Sonia Gaskell is een dubbelportret van twee prominenten uit de wereld van het ballet. Een dubbelportret tegen de achtergrond van hun eigen en de grote geschiedenis, waarin zij te midden van anderen – Rudi van Dantzig geeft veel anderen een podium in zijn boek – opereerden. Geschreven door één van beiden, maar in een vorm gegoten door een redacteur.
In hoeverre die redacteur recht heeft gedaan aan Rudi van Dantzigs oorspronkelijke bedoeling, blijft ondanks haar uitgebreide verantwoording de vraag. In hoeverre haar keuzes zijn instemming zouden hebben, weten we niet. Maar Herinneringen aan Sonia Gaskell is niet het eerste boek dat onder handen genomen wordt door een redacteur.
Doorgaans wordt dat echter niet zo breed uitgemeten als in dit geval. Dit keer kon het niet anders.
Leave a Reply