‘Uit gewoonte begint hij de boeken, die schots en scheef in de kasten staan, aan te schuiven en op één lijn te zetten. Ontmoet de ene bekende na de andere. Van Sokrates tot Bergson. Zomervakantie, op mijn negentiende. Wat onderstreepte ik toen? Bergson: toute conscience est mémoire, conservation et accumulation du passé dans le présent. Wat stelde ik me daar bij voor ? Hoe stelde ik me destijds mijn verleden voor ?’
Ik markeer deze zinnen in Opwaaiende zomerjurken van Oek de Jong. Niet vanwege wat Bergson beweert, maar omdat ik zelf ook regelmatig verbaasd ben over passages waar ik in de kantlijn een punt, een streepje of een uitroepteken (soms wel twee!) heb gezet, en me na verloop van jaren niet kan voorstellen dat die betreffende zin of alinea op enig moment in mijn leven betekenis had.
Oek de Jong herzag elf jaar geleden zijn debuut – De hemelvaart van Massimo – door vooral veel te schrappen. Niet alleen in de verhalen, maar hij vond zelfs het titelverhaal niet goed genoeg meer om in de herziene versie – die De onbeweeglijke heet – op te nemen (er sneuvelde nog een verhaal: De daad).
Is het sleutelen aan verhalen van vroeger de overtreffende trap van je afvragen waarom je vroeger iets onderstreepte? Misschien moet ik hem dat op 25 september vragen.
Op 25 september is Oek de Jong de eerste gast van de Stichting Literaire Activiteiten Zwolle. Daarom (her)lees ik zijn werk en noteer ik af en toe wat mij opvalt.
Leave a Reply