Als er na afloop van een interview veel over de journalist/interviewer/moderator gepraat wordt, is dat meestal geen goed teken. Dan was hij/zij te nadrukkelijk aanwezig of heeft hij/zij kansen laten liggen. Wordt de gast geprezen en wat hij/zij te berde bracht herinnerd, dan zul je zelden lezen dat degene die het gesprek leidde daar een belangrijk aandeel in had.
Ik realiseer me dat ik in mijn stukken na afloop van de Zomergasten-afleveringen relatief weinig over Wilfried de Jong heb geschreven. Als waar is wat ik hierboven schreef – en dat is waar – dan betekent dat dat Wilfried de Jong het goed gedaan heeft. Ik vind dat Wilfried de Jong het goed deed. Maar… Ik weet niet of Wilfried de Jong in Zomergasten optimaal tot zijn recht kwam. Is de setting van Zomergasten niet te statisch voor Wilfried de Jong.
Wat Wilfried de Jong goed kan, is omstandigheden creëren. Omstandigheden die passen bij het type gesprek dat hem voor ogen staat. Een massagetafel (als een sporter over tegenslagen en blessures praat); een hotelkamer (omdat het vluchtige van contacten tot ontboezemingen uitnodigt), een campingtafel met glaasjes prik (om luchtigheid te suggereren), voertuigen (want dan hoeven interviewer en geïnterviewde elkaar niet aan te kijken), een alles in één ruimte (zodat de gast weet dat ontsnappen niet mogelijk is).
Wilfried de Jong kan opladen, schakelen en inzoomen, en dat verschillende keren achter elkaar.
Bij Zomergasten staat veel vast. De studio. Het format. De fragmenten. Het waarom van de keuze. Wat niet vast staat is wat de combinatie van gekozen televisiemomenten zegt over de gast. Het is aan ‘de presentator’ – ik vind dat niet de juiste benaming, het is niet de rol van degene tegenover de zomergast om te presenteren – om de gast te verleiden daar veel over te laten vertellen.
Gemiddeld passen er vijftien fragmenten in één aflevering. Maar dat wil niet zeggen dat Zomergasten een verzameling is van vijftien mini-interviews – vijftien keer opladen, schakelen en inzoomen dus. De gekozen beelden vormen in zekere zin een zelfportret van de gast en de kunst van het vragenstellen in dit specifieke geval is om de (dis)continuïteit in de ontwikkeling van het televisiekijken en het al dan niet parallel lopen van die ontwikkeling met leven en loopbaan te onderzoeken. Zomergasten is geen programma (meer) over televisie kijken. Het gaat om de gast.
(Dat de gast bij het kiezen van fragmenten geholpen wordt door de redactie – die vaak wel vinden, maar soms ook niet en dan alternatieven voorstellen – is essentieel. Want de keuze die de kijker te zien krijgt, is niet noodzakelijkerwijs de ultieme keuze van de zomergast.
Daar gaat het in het gesprek zelden over, terwijl wat de uiteindelijke selectie niet gehaald heeft ook veelzeggend kan zijn.)
Zomergasten vraagt om een lange adem. Ook van ‘de presentator’. Hij/zij moet geduld hebben, en tegelijk zijn/haar kans schoon zien, zodra wat de gast zegt een opening biedt, en de vaart er vanwege de fragmenten die nog gaan komen erin houden.
Dat alles deed Wilfried de Jong misschien niet altijd even vlekkeloos en doortastend, maar hij deed het wel.
Dit jaar koos ik ook zelf tien fragmenten en een film. Niet omdat ik zo nodig Zomergastje wilde spelen, maar omdat naar Zomergasten kijken niet genoeg is om in de huid van de gast en de presentator te kruipen. Ik dacht na over een rode draad (dat werd mijn ontwikkeling van naïeve televisiekijker die gelooft en meegaat in wat zij ziet tot ‘maker’ die geïnteresseerd is in het kijken achter de schermen en op moet passen dat ze niet al te achterdochtig wordt), zocht naar fragmenten (die omdat ik ze daadwerkelijk wilde laten zien op internet te vinden moesten zijn) en voorzag die fragmenten van een toelichting.
Ik lichtte toe zonder inmenging van een vragensteller. Ik liet ruimte voor vragen. In de hoop dat degene die mijn stukjes las/leest (ze maken onderdeel uit van de serie stukken over Zomergasten 2013) vragen zou stellen en verbanden zou zoeken. Ik hield informatie achter – niet iedereen hoeft alles te weten – en realiseerde me dat een vragensteller daar geen genoegen mee zou nemen.
Sommige fragmenten zijn ook zonder het grote verhaal het bekijken waard. Andere hebben een context nodig om die specifieke betekenis te krijgen die ik er voor de gelegenheid aan toeken.
Zomergasten wordt verschrikkelijk saai als een gast het heft in eigen handen neemt en degene die tegenover hem zit geen schijn van kans geeft (hetzij door te saboteren (zoals Hans Teeuwen deels deed), hetzij door niets aan het toeval over te willen laten en het verhaal al zo voorbereid te hebben dat een gesprekspartner overbodig lijkt (dat gevaar dreigde bij Wouter Bos).
Wilfried de Jong ging de strijd met zijn gasten niet aan. Hij liet hun in hun waarde. Waar hij eiste wel de plek op die hem als ‘presentator’ toekomt. Hij was nadrukkelijk, maar niet altijd even nadrukkelijk, aanwezig. Wie voor de rol van Zomergasten-presentator gecast wordt, is meer dan een aangever of tafelheer van degene die voor de kijkcijfers moet gaan zorgen. Hij/zij is ook niet louter de bewaker van tijd.
Hoe hij/zij de rol invult, hangt ook af van de gast. Hoe ‘zwaarder’ de gast, hoe journalistieker de insteek. Beatrice de Jong en Wouter Bos waren dit jaar de ‘zwaarste’ gasten. Beatrice de Jong vanwege haar deskundigheid, gekoppeld aan de actualiteit. Wouter Bos vanwege zijn politieke verleden en zijn nieuwe baan. Met Beatrice de Graaf had Wilfried de Jong het moeilijk. Hij was te weinig ingewijd in haar vak (vond zij). Tegen Wouter Bos was hij behoorlijk opgewassen. In die uitzending was Wilfried de Jong op zijn journalistiekst.
Hij stemde de intensiteit waarmee hij zijn vragen stelde af op zijn gasten en leek zichzelf groter en kleiner te maken, afhankelijk van degene tegenover hem.
Ziet Wilfried de Jong zichzelf als journalist? Ik vermoed dat hij zichzelf vooral ziet als programmamaker. Vragen stellen in de vorm van een interview is maar één van de middelen om zijn doel te bereiken.
Ik weet niet of Wilfried de Jong in Zomergasten optimaal tot zijn recht kwam. Is de setting van Zomergasten niet te statisch voor Wilfried de Jong, schreef ik in de tweede alinea van dit stuk. Eigenlijk weet ik dat wel.
Ik vind Wilfried de Jong vooral een kortebaaninterviewer. Als vragensteller vind ik hem eerder een sprinter dan een marathonman (In het programma 24 uur met gaat het niet puur om het stellen van vragen, maar om het observeren van gedrag). Wilfried de Jong kan heel snel tot de kern doordringen. Hij heeft geen lange aanloop nodig om gasten op hun gemak te stellen en uitspraken te ontlokken. In dat in no time een afgerond verhaal vertellen, ligt zijn kracht.
Daarom denk ik dat Zomergasten Wilfried de Jong niet op het lijf geschreven is.
Leave a Reply