Zaterdag hield emeritus hoogleraar Fik Meijer in De Volkskrant een pleidooi voor worstelen als Olympische sport. Zondag besloot het Internationaal Olympisch Comité (IOC) dat worstelen Olympische sport blijft. Of eigenlijk weer wordt, wat sinds februari was het dat niet langer.
‘Uit oogpunt van de traditie moet deze sport op het programma van de Olympische Spelen staan. Dat moet gewoon’, zei Fik Meijer in het interview met Bart Jungmann. ‘Worstelen is een van de oudste sporten op het programma van de Olympische Spelen. In 776 voor Christus had je de eerste Spelen met een stadionloop en in 708 werd er voor het eerste geworsteld, met daarbij ook de vijfkamp waarin het worstelen was opgenomen.’
Sinds Pierre de Coubertin de Olympische Spelen op een nieuwe leest schoeide, ontbrak worstelen slechts één keer op het programma: in 1900.
Worstelen won de strijd om de status van Olympische sport van honk-/softbal en squash.
Elf jaar geleden haalde De worstelaar de selectie niet toen Oek de Jong de verhalenbundel waarmee hij in 1977 debuteerde – De hemelvaart van Massimo – herzag en herschreef. Twee verhalen haalden zijn definitieve selectie niet: De daad en De worstelaar. ‘Er ligt nu voor een volgende druk een herziene versie. Dit is de definitieve versie. Ik noem het boek voortaan De onbeweeglijke, het verhaal waarin ik mezelf als schrijver heb ontdekt, om het eens deftig uit te drukken – maar zo was het, eindelijk raak’, zo verwoordt hij het in De wonderen van de heilbot: dagboek 1997-2002.
In het nawoord in De onbeweeglijke – die hij Aantekening noemt – zegt hij over die twee afgevallen verhalen: ‘Twee verhalen heb ik niet meer opgenomen, omdat ik ze beneden de maat vond. De overige heb ik in een nieuwe volgorde geplaatst: men kan ze nu lezen in de volgorde waarin ze zijn ontstaan.’
Interessant is dat sinds het verschijnen van De onbeweeglijke vermeld wordt dat Oek de Jong debuteerde met De onbeweeglijke. Is dat literair-historisch verantwoord?
Op 25 september is Oek de Jong de eerste gast van de Stichting Literaire Activiteiten Zwolle. Daarom (her)lees ik zijn werk en noteer ik af en toe wat mij opvalt.
Leave a Reply