Gisteren ben ik – hoewel ik boeken die met veel bombarie gelanceerd worden meestal even laat liggen – begonnen in Het puttertje van Donna Tartt. De reacties zijn gemengd genoeg om zelf een oordeel te vellen. Al is dat wat ik eigenlijk niet wil. Ik wil Het puttertje lezen als lezer. Zoals ik elk boek in beginsel lees als lezer. Alleen zo kan ik een boek recht doen. Dat ik er uiteindelijk iets van vind, kan niet anders. Een lezer leest niet om onbewogen te blijven.
Hoe lang ik nodig heb voor de 925 bladzijden die de derde roman van Donna Tartt telt, weet ik niet. Ik laat mij leiden door het boek, en ik heb me voorgenomen niet op mijn horloge te kijken hoe lang ik over hoeveel bladzijden doe.
Om te beginnen las ik het eerste hoofdstuk: Jongen met schedel. Het hoofdstuk waarin de hoofdpersoon van het boek na een droom over zijn moeder begint te vertellen hoe haar dood zijn schuld is.
‘Haar dood was mijn schuld. Anderen hebben me er altijd een beetje te snel van verzekerd dat dat niet zo was, want ja: “nog maar een kind”, “wie had het kunnen weten”, “vreselijk ongeluk”, “puur pech”, “het had iedereen kunnen overkomen”, het is allemaal volkomen waar en ik geloof er geen woord van.’
Aan het einde van het hoofdstuk staat niet onomstotelijk vast dat de moeder van Theo is overleden. Hij heeft haar niet zien liggen tussen het puin dat het gevolg is van een bomexplosie in het museum waar Theo en zijn moeder de tijd doden als ze onderweg naar Theo’s school – zijn moeder en hij zijn ontboden door de schoolleiding voor een naar Theo vermoedt stevig gesprek naar aanleiding van zijn (wan)gedrag en (onder)presteren – overvallen worden door een fikse regenbui.
In dat ene hoofdstuk, dat loopt van bladzijde 11 tot en met bladzijde 66 – dat makkelijk samen te vatten is in een zin van een paar regels, introduceert Donna Tartt haar personages, wijdt ze uit over een te koude hotelkamer in Amsterdam, toont ze het fundament onder een moeder zoon relatie, typeert ze de hoogtepunten uit de Nederlandse schilderkunst en stoffeert ze museumzalen waar het stof nog niet is neergedaald.
Het puttertje is geen roman om diagonaal te lezen. Het gaat niet alleen om het verhaal. Elke zin, elk woord telt.
Joke van overbruggen says
De manier van vertellen in deze roman zorgt ervoor dat je blijft lezen ook al loopt het tempo
waarin de gebeurtenissen zich voltrekken niet synchroon met de psyche van de hoofdpersoon
Ik ga het beslist uitlezen