Eergisteren, op de dag dat het honderd jaar geleden was dat een jongetje geboren werd dat later Simon Carmiggelt werd – ik geef het toe: ik ben te laat – opende ik een enveloppe die al jaren ongeopend verscholen achter een stapeltje boeken lag. Er kwam een klein bundeltje uit: Fabriekswater van Karel Bralleput. De Arbeiderspers schonk het haar relaties. Dat was toen 2007 in aantocht was.
Eergisteren ook ging er een Sinterklaasfilm (de zoveelste: Sinterklaas en de Pepernoten Chaos, dé Sinterklaasfilm van 2013, zeggen de makers) in première. Best wel laat. Het snoepgoed ligt al weken in de winkels en kinderen kijken al een tijdje hun ogen uit als ze op zoek naar cadeaus bladeren in de al dan niet seksegetrouwe catalogi.
Karel Bralleput – en dat is niemand minder dan Simon Carmiggelt: volgens de flaptekst schreef Karel Bralleput ‘bitse versjes’ en ‘moedeloze verhaaltjes’, de bijverschijnselen van de ‘al twintig jaar volgehouden “industrie” van blijmoedige verhaaltjes’ – rekent in dertien woorden en een titel af met een traditie. Daarom bij wijze van eerbetoon en ondanks ‘te laat’:
OP EEN SCHRIJVER
Hij schrijft niet uit louter extasis,
maar omdat het weer gauw sinterklaas is.
Ik had het u graag willen voorlezen, maar dat mag niet: ‘Voordracht alléén na schriftelijke toestemming van de schrijver’, staat er in Fabriekswater geschreven.
Paul van de Wiel says
Ik heb zijn gedichten ook die allemaal zeer geestig en ook melancholiek zijn. Slechts twee regels heb ik onthouden:
soms kleven er dan torren aan de lijm
die voor de eendagsvlieg was uitgestreken
Maar ik ga de bundel weer eens opzoeken.