‘Wij kunnen nu nooit meer op een ‘gewone’ manier naar films kijken, net zo goed als in ieder restaurant, iedere boerderij of ieder diner een potentiële speelfilm zien’, schrijven Louise Fresco en Helen Westerik in het eerste hoofdstuk van Verraad, verleiding en verzoening: de rol van eten in speelfilms. De een – Louise Fresco – was vol van voedsel, de ander – Helen Westerik – filmfanaat.
Verraad, verleiding en verzoening: de rol van eten in speelfilms is ‘een historisch overzicht van voedsel in speelfilms, een analyse van de betekenis van voedsel in speelfilms, en een gedetailleerde beschrijving van tweeëntwintig iconische films’.
Tot de conclusies die Louise Fresco en Helen Westerik trekken behoren deze: ‘In alle films, zeker ook in de niet zo expliciete voedselfilms, wordt voedsel in de ruime betekenis gebruikt om iets te onthullen over de personages, hun ontwikkeling en hun sociale relaties.
Het blijkt dat voedsel zelden dient om alleen maar huiselijkheid of gezelligheid te illustreren. De rol van voedsel in het karakteriseren van een individu is het onderstrepen van identiteit en aspiraties. Bij die aspiraties is het opvallend hoe vaak het restaurant of het café de weg vormt waarlangs met name vrouwen hun autonomie bevechten en vaak ook vinden (…). Het is een klassieke weg, die overigens vandaag nog steeds gevolgd wordt.’
Maar voedsel is ook onderhandelingsmechanisme, het staat voor het ontsnappen dan wel onderwerpen aan een keurslijf, via voedsel worden subversieve boodschappen uitgedragen en natuurlijk biedt voedsel troost. Kortom: voor verraad, verleiding en verzoening heb je voedsel nodig.
Ik heb er nog zo op gelet als Louise Fresco en Helen Westerik er op gelet hebben – maar enig blindstaren op een onderwerp is me niet vreemd – maar soms valt het me wel op dat er niet zomaar gegeten wordt in een film.
Een film die ontbreekt in Verraad, verleiding en verzoening: de rol van eten in speelfilms is Megane (Glasses) van regisseur Naoko Ogigami. Zelfs zag ik deze film over onthaasten in een periode dat ik mezelf niet meer bij kon benen, en ik moest er erg om lachen – al zag ik de ernst van de situatie waarin de ietwat overspannen professor die op een naamloos maar paradijselijk eiland maar moeilijk aan het trage tempo kan wennen wel in.
Er wordt gezamenlijk gegeten, iets waar de professor – Taeko heet ze – weinig voor voelt. Maar wat me vooral is bijgebleven is de liefdevolle manier waarop er in een strandtentje schaafijs wordt bereid. Misschien is het omdat de voedingswaarde van schaafijs minimaal is, dat ik tevergeefs naar Megane zocht in het boekje over voedselfilms.
Op 30 oktober is Louise Fresco in Zwolle te gast bij de LAZ. In de aanloop naar die avond (her)lees ik haar werk en kijk ik naar Fresco’s paradijs.
Leave a Reply