Ik keek er naar uit en gisteren arriveerde het: Bovenlicht van José Saramago. Een roman die aan alle andere van deze Portugese Nobelprijswinnaar vooraf gaat, maar nu pas in vertaling verschijnt.
José Saramago leverde het manuscript op 5 januari1953 in – hij is dan 36 en gebruikt een pseudoniem – en hoort vervolgens nooit meer iets tot in 1989 de telefoon gaat en hij het spoorloos verdwenen manuscript – ‘de verloren gewaande roman van de Nobelprijswinnaar’ staat er op de sticker op de cover – kan ophalen.
‘Toen hij terugkwam, had hij Claraboia onder zijn arm, dat wil zeggen, een pak getypte vellen papier, door de tijd niet vergeeld of aangetast, misschien omdat de tijd meer ontzag had gehad voor het manuscript dan degenen die dat in1953 in handen hadden gekregen.’
Dat zijn dan weer de woorden van Pilar del Río, Saramago’s weduwe, geciteerd door Harrie Lemmens in zijn nawoord Alsof de dood niet bestaat. Harrie Lemmens die Bovenlicht niet vertaalde – dat deed Maartje de Kort – maar veel andere titels wel.
Dat Bovenlicht pas na zijn dood verschijnt – José Saramago stierf op 18 juni 2010 – heeft alles te maken met het afgewezen worden in 1953. Eensgezind zijn zijn weduwe en zijn vertaler. In woorden vullen ze elkaar en de schrijver aan:
‘Onvoorstelbaar wreed tegenover een man van dertig die duidelijk schrijversaspiraties heeft. Het wachten moet hem hard zijn gevallen. Misschien daarom houdt hij op met schrijven, of in elk geval met pogen werk gepubliceerd te krijgen. “Ik had het gevoel dat ik levenservaring miste, dat ik niets te vertellen had,” zal hij later zeggen over die lange radiostilte. Bovenlicht spreekt dat tegen, weten we nu, nu de roman eindelijk verschenen is. Het tijdsbeeld, de psychologische diepgang, de tekening van de personages, de stilistische kracht – alles schreeuwt om een vervolg. Maar hij zweeg. Gekrenkt. “De vernedering die het voor de jonge Saramago was om nog niet eens een paar zinnetjes te krijgen, een korte formele afwijzing, ‘u past helaas niet in ons fonds’, zou elke keer weer boven kunnen komen als het om dat boek ging, dachten wij bij hem waren, zodat we niet meer aandrongen op publicatie,” legt Pilar del Río uit. Uiteindelijk gaf hij wel toestemming om het boek dan maar na zijn dood uit te geven. Als een soort terugkeer.’
Wat Bovenlicht precies voor boek is, wil ik nog niet weten. Daarom sla ik dat deel van het nawoord van Harrie Lemmens even. Bladeren kan ik echter niet laten, en dan valt meteen op dat Bovenlicht anders oogt dan het latere werk van Saramago. De zinnen lijken minder lang, de pagina’s minder vol, de interpunctie traditioneler.
Ook dat maakt nieuwsgierig.
Leave a Reply