Twee keer maakte Tessa de Loo het mee dat een roman van haar hand werd verfilmd. De eerste keer – De tweeling: regie: Ben Sombogaart, scenario: Marieke van der Pol – verzette de schrijfster zich hevig, totdat ze zag dat het goed was. De film werkte. De tweede keer – Isabelle: regie: Ben Sombogaart, scenario: Marieke van der Pol – bemoeide ze zich er niet meer mee.
Het schrijven van Kenau leverde haar een nieuwe ervaring op. Want met Kenau schreef ze een roman gebaseerd op het scenario van een film die nog moet komen. Haar roman Kenau moet ervoor zorgen dat mensen weten wie Kenau Simonsdochter Hasselaer was, want anders gaat er straks niemand naar de film Kenau die in februari2014 in première gaat.
Toen De tweeling en Isabelle verfilmd werden, zette scenarioschrijfster Marieke van der Pol het mes in de verhalen van Tessa de Loo, nu was het aan Tessa de Loo om het scenario van Marnie Blok en Karen van Holst Pellekaan op te tuigen.
Ze checkte feiten en raadpleegde boeken over Kenau en de geschiedenis van Haarlem. Boeken waarover ook Marnie Blok en Karen van Holst Pellekaan konden beschikken, maar zij legden de meeste boeken ongelezen terzijde. Zij wilden – al tien jaar – maar één ding: een spektakelstuk schrijven à la Braveheartmet een sterke vrouw in de hoofdrol. Zo zei Karen van Holst Pellekaan het tijdens de presentatie van Kenau, de roman.
‘Taal is jouw ding’, maar voor haar en Marnie Blok ligt dat anders. Hun scenario is dan ook geen eindproduct. Het is het materiaal waarvan anderen de film Kenau maken.
Tessa de Loo realiseerde zich tijdens het lezen van het scenario dat zij als schrijver van een historische roman aan feiten gebonden is. Dat het haar niet vergeven zou worden als zij al te vrij met de werkelijkheid om zou springen. Scènes die in een film spectaculair ogen, kunnen een historische roman ongeloofwaardig maken.
Er werd – zo bleek ook tijdens de presentatie – heel wat heen en weer gemaild en geskypet met de scenarioschrijfsters. Soms pasten Marnie Blok en Karen van Holst Pellekaan hun scenario aan. Soms ging Tessa de Loo ondanks het scenario haar eigen gang. Wat onder andere gewijzigd werd – dit voorbeeld werd op tijdens de presentatie gebruikt – is dat Kathelijne, de dochter van Kenau, en de zoon van Ripperda – in de film heet hij Pieter, in de roman Focko – niet in Dordrecht op de brandstapel belanden. Dat was historisch onverantwoord. In de film branden ze nu in Utrecht, in de roman in Amsterdam.
‘Vrij naar de gelijknamige film’ staat er op de cover van Kenau. Pas als de film in de bioscoop te zien is, zullen we weten hoe vrij.
Tessa de Loo is niet de enige die op basis van het scenario van Marnie Blok en Karen van Holst Pellekaan een boek schreef. Ook Lydia Rood deed dat. Zij schreef Kathelijne van Kenau, een jeugdboek. Ook Lydia Rood maakte eigen keuzes. In Kathelijne van Kenau wordt het verhaal verteld vanuit het perspectief van een van Kenau’s dochters. ‘Kathelijne heeft iets verschrikkelijks gedaan. Zo verschrikkelijk dat ze soms denkt voor eeuwig in de hel te zullen branden. Haar moeder, de sterke Kenau die door iedereen wordt gevreesd en bewonderd, lijkt in elk geval niet van plan om haar vergiffenis te schenken.’ Met die woorden op de achterflap worden potentiële lezers verleid.
In Kathelijne van Kenau kanKathelijne het lijden van haar zusje niet aanzien. Om haar een vuurdood te besparen, verlost zij haar:
‘Ik grijp het pistool. En ik vergeet mijn hand, ik vergeet mijn arm, ik vergeet mijn hele lichaam, ik vergeet zelfs mijn ziel. Ik word de kogel, ik voel de knal. Ik wordt uit de loop gestuwd en doorklief de lucht en ik scheur de stof van het lijfje en ik snijd door de huid, ik versplinter het bot en ik stop haar hart.’
Vanaf dat moment gunt Kathelijne zichzelf het geluk nog maar mondjesmaat. Zij heeft iets onvergeeflijks gedaan. In haar eigen ogen. In de ogen van haar moeder. In de ogen van God. Denkt ze, en dat bepaalt hoe ze in het leven staat. Dat is de lijn die Lydia Rood volgt, terwijl ze uitgaat van het scenario van Marnie Blok en Karen van Holst Pellekaan.
Ook in Kenau van Tessa de Loo is er iemand die vindt dat Cathelijne – Tessa de Loo kiest voor deze schrijfwijze – niet dood moet branden, maar voortijdig uit haar lijden verlost moet worden.
‘Ineens wist Don Frederik het zeker: dit meisje mocht niet lijden. Hij wist dat hij onmogelijk tegen het oordeel van de rechters in kon gaan, maar een beetje invloed had hij wel. Hij stootte zijn adjudant aan.’
Hij stuurt zijn adjudant op pad met een opdracht en een dreigement. Even later is duidelijk hoe hij dat niet lijden zag:
‘ “Wat een heisa,” dacht Don Frederik. Daarna zag hij hoe het meisje gewurgd werd door een van de potige beulen. Die maakte niet eens gebruik van een touw, maar deed het met zijn blote handen. Het was geen prettige aanblik, dus richtte de Don zich tot zijn adjudant met de vraag: “Mag ik mijn pijp?”
Even later stak hij het vuur in de tabak en voelde de weldadige uitwerking van de rook in zijn longen. Daarna dwaalde zijn blik naar het schavot. Van het meisje was niet veel meer te zien. Rook en vlammen onttrokken haar aan het oog.’
Kenau Simonsdochter Hasselaer is een historische figuur, maar de Kenau in het scenario is een product van de fantasie, en de Kenau in Kenau en Kathelijne van Kenau zijn dat daarmee ook. Zoveel feiten zijn er ook weer niet bekend over haar. De verhalen die er over haar gingen namen mythische proporties aan. Kenau werd een legende en het spreekwoordelijke manwijf.
Belangrijk is of wat Marnie Blok, Karen van Holst Pellekaan, Tessa de Loo en Lydia Rood van haar gemaakt hebben geloofwaardig is. Voor historici althans. Anderen stellen weer andere eisen.
De film komt. De boeken zijn er. Over die boeken zal nu al geoordeeld worden. De kans bestaat dat Tessa de Loo en Lydia Rood lof toegezwaaid krijgen of kritiek oogsten die eigenlijk voor anderen bedoeld is. Want zonder (de voorlopige versies van) het scenario gelezen en de film gezien te hebben is het niet mogelijk om vondsten en missers aan iemand toe te schrijven en een oordeel te vellen.
Ik weet in ieder geval niet of ik nu al iets van Kenau en Kathelijne van Kenau kan/moet/mag vinden.
Voorlopig zoek ik naar overeenkomsten en verschillen in de verhalen van Tessa de Loo en Lydia Rood, in de hoop zo zicht te krijgen op het scenario.
Ik vrees dat ik in februari toch naar de film moet. Krijgt San Fu Malta – één van de twee producenten – toch zijn zin.
Jaime says
Ik vond het boek heerlijk. Tessa de Loo fan en ook nu weer in het verhaal gezogen! Ben benieuwd naar de film! De trailer ziet er in ieder geval veelbelovend uit! http://www.youtube.com/watch?v=YFIESiMNGBc