Eigenlijk had er een belletje moeten gaan rinkelen toen ik Vrij man: het leven van Menno Molenaar van Nelleke Noordervliet las. Want Nelleke Noordervliet is niet de eerste die een personage de naam Menno Molenaar geeft. Eerder deed Louise Fresco dat, in De utopisten.
Maar in De utopisten speelt Menno Molenaar geen hoofdrol. Hij stapt pas op bladzijde 324 uit een auto:
‘De chauffeur liep naar de rechterachterdeur en opende die. Mr. Menno Molenaar, die partijvoorzitter, stapte uit, keek minzaam in het rond en gebaarde naar de journalisten dat ze hem maar moesten volgen. Ordelijk liepen zij achter hem aan, naast elkaar, concurrenten in naam, maar uiteindelijk collega’s verbonden door hetzelfde onderwerp, dezelfde nerveuze levensstijl afgewisseld met lange uren van verveling en de voorspelbaarheid van de meeste bijeenkomsten. Er was nauwelijks een schermutseling om de beste plaatsen, voor de beste zichtlijn op het podium of de plek het dichtst bij de prominenten van wie misschien nog een gefluisterd commentaar opgevangen zou kunnen worden. Het zou weer een dag worden van sprekende hoofden en warrige taal, en hopelijk van veel persoonlijke toespelingen, want in dit land van weinig bravoure en nog meer eloquentie hadden zelfs de conflicten de schaal van Madurodam.’
misschien dat hij mij daarom niet meteen te binnenschoot.
De Menno Molenaar van Louise Fresco is een ‘slanke man met een kaal hoofd en een bruingerande bril’.
Met de Menno Molenaar van Nelleke Noordervliet maken we al op de eerste bladzijde van haar roman kennis:
‘Omdat hij er in zijn eenvoudige zwarte broek en grijze kiel en met zijn schouderlange haar uitzag als een hippie – een restant van mijn flowerpowergeneratie had zich hier gevestigd, voortgeplant en hun esoterische gewoonten doorgegeven – besloot ik hem de weg te vragen. Hij zei dat hij zelf hier een vreemdeling was. Zijn manier van praten trof me. Hulpeloos wees hij om zich heen en ik hoorde een accent. Ik dacht in zijn trekken iets Scandinavisch te zien, de boerse eenvoud van de Viking. Ik schatte hem rond de veertig.’
De kans dat de personages van Louise Fresco en Nelleke Noordervliet elkaar ooit ontmoet hebben is klein – hoewel: strikt genomen had ook Nelleke Noordervliet haar Menno Molenaar niet tegen het lijf kunnen lopen, maar dat gebeurt wel.
Ze begeven zich in vergelijkbare ‘milieus’ – het gezelschap van wetenschappers, politici en journalisten – maar zij leven hun leven in verschillende eeuwen. In zekere zin zou je kunnen zeggen dat de Menno Molenaar van Louise Fresco profiteert van de inspanningen die de Menno Molenaar van Nelleke Noordervliet heeft geleverd.
Moest haar Menno Molenaar het wiel van de vrijheid nog uitvinden, in De utopisten laat Louise Fresco zien dat vrijheid die niet door idealen aan banden wordt gelegd leidt tot macht en manipulatie.
Leave a Reply