In het laatste – verlossing brengende – hoofdstuk van de roman Mischa van Hans Münstermann, duikt Amadou op. Een Amadou die weigert samen te vallen met vooroordelen, maar wel die andere wereld oproept:
‘Ze proefde een ver continent. De trage karavaan, omgeven met de geuren van het oosten. De dadels, de zalfjes, de zoete aroma’s’.
Mischa draait om de binnenwereld van Rosa Weber, een 65-jarige weduwe, die moet omgaan met het idee dat haar zoon misschien een misdrijf begaan heeft. Misschien is haar zoon verantwoordelijk voor de verdwijning – en/of erger – van Mischa, een zaak die de aandacht van media en publiek al maandenlang vasthoudt.
Maar zelden kruipt Hans Münstermann in Mischa uit het hoofd van Rosa. En de mensen om haar heen krijgen nauwelijks kans om tot haar door te dringen, haar op andere gedachten te brengen.
En dan is daar Amadou in het laatste hoofdstuk. Amadou die niet oordeelt. Amadou die de boze geesten bezweert door alleen maar op het goede moment op de goede plaats te zijn.
Deze Amadou doet me denken aan een andere Afrikaan met dezelfde naam. Lieve Joris schrijft over een Amadou in Amadou: Afrikaanse notities – later opgenomen in Mali Blues. Münstermanns Malinese Amadou en de Amadou uit Senegal in de dagboeknotities van Lieve Joris zijn verwanter dan je zou denken, en niet alleen omdat ook haar Amadou zorgt dat een vrouw veilig thuiskomt.
Onderweg naar de missiepost vertelt hij zijn verhaal: Amadou is vierendertig, en weduwnaar. En hij heeft het over de toekomst van zijn land.
‘Verhalen die ik de afgelopen maanden hoorde over de nieuwe strijdbaarheid van Afrikanen, spelen door mijn hoofd. Is dit het waar ze het over hadden? Demba gelooft nog dat God de politici aan de macht heeft gebracht en dat je dus niets tegen hen kan ondernemen, maar Amadou is een aanhanger van de oppositie, hij weet dat mensen zich moeten organiseren, dat niemand iets voor hen zal doen als zij er niet zelf voor vechten.
De Senegalezen hebben een bedelaarsmentaliteit, zegt hij. Hij ziet het op de missie. Soms staan mensen vrolijk met hem te praten, maar zodra ze de pater zien, trekken ze een huilerig gezicht en beginnen ze te klagen over hun oogst, hun gezondheid en hun kinderen, in de hoop dat de pater medelijden met hen krijgt en hun iets geeft.’
Twintig jaar geleden is het inmiddels dat Lieve Joris Amadou ontmoette.
Voor Lieve Joris lijkt het verhaal van Amadou minder vanzelfsprekend dat het verhaal van Rosa Weber is voor Amadou.
Op 12 maart 2014 – in de Boekenweek – is Lieve Joris te gast bij de Stichting Literaire Activiteiten Zwolle.
Leave a Reply