In het verhaal Het examen van Oek de Jong, uit zijn debuut dat toen De hemelvaart van Massimo en nu De onbeweeglijke heet, streeft iemand – ‘de kandidaat’ – iets – roem? – na. Als het hem lukt de val van een ter dood veroordeelde te vangen voordat hij op de grond te pletter valt, zal hij net als een ander vijftig jaar daarvoor een legende worden. Slaagt hij niet, dan zal ter plekke zijn hoofd van zijn romp gescheiden worden.
‘De kandidaat’ – ‘hij stond bekend als een voortreffelijk tekenaar’ – stelt zich kandidaat en moet vervolgens nog een jaar wachten voordat er een ter dood veroordeelde voorhanden is. (Het gaat in het verhaal van Oek de Jong niet om het moment van vallen, maar om wat eraan vooraf gaat en wat er op volgt.)
Uiteindelijk is het toch zo ver.
‘De rechterhand van de kandidaat vloog als een bliksemflits over het papier. Terwijl de veroordeelde viel, schetste de kandidaat met enkele snelle, trefzekere lijnen een moment van diens val. Toen de veroordeelde tegen de grond sloeg, hief de kandidaat zijn rechterhand omhoog, zoals was voorgeschreven. Een schorre kreet kwam uit zijn mond en kaatste tegen de muren van de kazerne. Het bleef doodstil’
Niet veel later jubelt het volk.
De volgende dag verlaat de kandidaat de stad zoals hij gekomen is. Te paard. Zonder dat voldoening zijn deel is.
Wilbert Smulders – universitair hoofd-docent Moderne Nederlandse Letterkunde – koos het verhaal Het examen van Oek de Jong om aan te tonen dat Oek de Jong net als W.F. Hermans duistere trekjes heeft en beide schrijvers feitelijk uit hetzelfde fictieve vaatje tappen. Ondanks de verschillende grondtoon: balans en harmonie (Oek de Jong), cynisme en nihilisme (W.F. Hermans). Waarmee Wilbert Smulders maar gezegd wil hebben dat niet het wereldbeeld van W.F. Hermans en Oek de Jong verschilde, maar hun smaak (anders dan Oek de Jong in 1998 in zijn Kellendonklezing gewijd aan W.F. Hermans – Zijn muze was een harpij: over het wereldbeeld van W.F. Hermans – beweerde).
Harde mystiek noemt hij dit verhaal in zijn lezing Hermans en De Jong: harde en zachte mystiek.
Oek de Jong erkende na afloop dat dit verhaal over ‘een personage dat tegen de leegte opbotst’ zijn hardste verhaal is.
Het verhaal dankt zijn bestaan aan een uitspraak van de schilder Eugène Delocroix. Volgens Delacroix ben je pas een goede tekenaar als je kunt wat de kandidaat uiteindelijk doet in Het examen, vertelde Oek de Jong en passant. Maar eigenlijk ‘kan die tekening niet’.
In Het examen wordt wat de kandidaat (meester-tekenaar) tekent aan de verbeelding van de lezer overgelaten.
Maar van Het examen bestaat een getekende versie. Het 250e nummer van het literaire tijdschrift Bzzlletin bestaat uit tien verstripte korte verhalen van Nederlandse auteurs en daar is Het examen van Oek de Jong er een van.
Als Oek de Jong zegt dat die tekening niet kan, moet ik aan die getekende versie denken. Hoe heeft Vlerk dit opgelost.
Leave a Reply