Toen ik in Oprecht gelogen: autobiografische romans en autofictie in de Nederlandse literatuur na 1985 van Lut Missinne las dat Stephan Enter in Grip autobiografische elementen gebruikt heeft – en ik in een interview met hem las in hoeverre – dacht ik dat die wetenschap het blanco herlezen van deze roman in de weg zou staan.
Dat bleek enorm mee te vallen. Dat ik de roman anders las, lag niet aan dat weten, maar aan mij. Ik was nu veel meer gefocust op het thema tijd en de consequenties van een eeuwig leven, terwijl ik Grip de eerste keer – vlak na verschijnen – las als een roman over vriendschap die misschien wel nergens op gebaseerd is.
Elsbeth Etty – bijzonder hoogleraar Literaire Kritiek – zei toen ze op een symposium gewijd aan het werk van Oek de Jong over de ontvangst van zijn werk sprak dat receptie nooit afgerond is. Zij bedoelde daarmee niet dat één lezer na verloop van tijd anders leest en/of oordeelt, maar dat is natuurlijk ook zo – net zoals dat voor literaire werken die de tand des tijds doorstaan het geval is. Zij zullen in de context van een andere tijd voor de lezers van dan een andere betekenis hebben.
Grip was bij herlezing voor mij een ander verhaal, maar ik heb me maar op een punt afgevraagd wat er specifiek autobiografisch aan is. In een interview zegt Stephan Enter dat hij de Lofoten als locatie heeft gekozen omdat hij daar iets heeft meegemaakt. Dat nam ik voor kennisgeving aan. Maar toen ik aan de scène toe was waar deze zin over gaat – ‘Overigens vertoont ook de dramatische slotpassage in Wales sterke overeenkomst met iets dat mij daar zelf (bijna) overkwam’ – werd ik wel nieuwsgierig. Niet vanwege het (bijna), maar omdat ik me probeerde voorstellen wat je op zo’n moment allemaal (nog meer) denkt.
Op 20 november 2013 is Stephan Enter te gast bij de Stichting Literaire Activiteiten Zwolle.
Leave a Reply