Volgende maand komt Charles Aznavour voor twee concerten naar Nederland. Daarom was de TV Show van gisteren helemaal gewijd aan Charles Aznavour. Het programma werd in- en uitgeluid door een interview van Ivo Niehe met de grootste Aznavour-fan in Nederland: Matthijs van Nieuwkerk – in het decor van De wereld draait door. Daartussen zat een compilatie van drie eerdere gesprekken met de van oorsprong Armeense Aznavour, aangevuld met een vierde interview waarvoor Ivo Niehe recent naar St. Sulpice afreisde.
Ondanks zijn 89 jaar oogde Aznavour in dat gesprek alert en gevat.
Wat bezielde Ivo Niehe dus om Matthijs van Nieuwkerk wijs te maken dat Charles Aznavour weliswaar een aardige maar in verregaande staat van verval verkerende oude man is. Ivo Niehe vond het namelijk nodig om te vertellen waarvoor Aznavours vrouw hem gewaarschuwd had – ‘hij herkent niemand meer’ (maar waarom zou Aznavour Ivo Niehe herkennen) en ook het feit dat Aznavour nieuwe batterijtjes in zijn gehoorapparaat moest doen vond Ivo Niehe het vermelden waard.
Wat bezielde Ivo Niehe om zichzelf en de man die hem thuis ontving zo tegen te spreken?
Maar goed, dit was niet waarover ik wilde schrijven. Ook het feit dat Charles Aznavour nooit gaat slapen voordat hij gelezen, voordat hij dus geleerd heeft dus – hij leest drie uur per dag, en allemaal grote namen (Ivo Niehe kon er niet over uit) – is eigenlijk maar bijzaak.
Nee, ik liep naar mijn boekenkast toen Charles Aznavour vertelde dat hij minstens 120 wilde worden – Armeniërs worden oud – en de naam noemde van de vrouw die die magische grens met gemak gehaald had. Jeanne Calment – haar naam noemde hij, met haar ging hij eten – werd 122 jaar en 164 dagen.
Ik trok een dun boekje uit de kast – Kiew, kiew… van Rascha Peper, 32 bladzijden – waarin een oude vrouw voorkomt die als het een beetje meezit – maar dan moet ze het jaar 2000 wel halen – kan zeggen dat ze in drie eeuwen geleefd heeft. Bewust geleefd.
Maar je weet het bij oude mensen natuurlijk nooit:
‘Mevrouw Eenhoorn had zich nu al een poosje niet laten horen. Ze was opeens weggedoezeld, zoals de meeste oude mensen vele keren per dag wegdoezelen, al was het bij haar nooit voor lang. Mevrouw Dissel werkte hier nu drie maanden en in het begin was ze tijdens zo’n hazenslaapje van de oude vrouw telkens gaan kijken of ze nog wel ademhaalde. Je was er toch constant op bedacht dat de slaap wel eens geruisloos in de dood kon overgaan. Maar vreemd genoeg leek die kans met het verstrijken van de maanden steeds kleiner geworden, alsof mevrouw Eenhoorn wel duidelijk gemaakt had, dat men zo gemakkelijk niet van haar afkwam.
“God heeft me vergeten” luidde vorig jaar juli de krantenkop op de voorpagina van het provinciaal dagblad en het bijbehorende artikel ging, net als bij voorgaande verjaardagen, weer over “hard werken dat mij niet geschaad heeft”, “de zeelucht die het hem doet” en “het glaasje wijn, dat er nog steeds ingaat”. En de rimpel natuurlijk. De mop van de ene rimpel ging al minstens vijftien jaar mee.’
Mevrouw Eenhoorn woont in een wit huis in de duinen.
Het leven van mevrouw Eenhoorn is verweven met dat van de ouders van Ivo(!) en dus ook met dat van hem. Hoe precies dat maakt Rascha Peper zorgvuldig gedoseerd en met veel oog voor kleine dingen – die pas achteraf op hun plaats vallen – duidelijk.
In een noot schrijft Rascha Peper: ‘Enkele feiten in dit verhaal zijn terug te voeren op het leven van de Française Jeanne Calment, die in 1997 te Arles op 122-jarige leeftijd is gestorven. Van haar is bijvoorbeeld de uitspraak: “Ik heb maar één rimpel, en daar zit ik op.”
Jeanne Calment – geboren, getogen en gestorven in Arles – was zo oud dat ze Vincent van Gogh persoonlijk gekend heeft:
Leave a Reply