In Appels en peren: lof van de vergelijking van Maarten Asscher staat een essay over de Amerikaanse dichter en schrijver Delmore Schwartz (1913-1966). Ik had nog nooit van hem gehoord maar Vladimir Nabokov schaarde zijn verhaal In Dreams Begin Responsibilities tot zijn ‘half a dozen favorites in modern literature’ (lees ik bij Maarten Asscher). Toch is het niet Nabokovs aanbeveling, maar Asschers enthousiasme waardoor ik dit verhaal ook zou willen lezen.
‘Het is een dag uit het leven van zijn ouders, namelijk zondag 12 juni 1909, de dag waarop zijn vader zijn moeder ten huwelijk vraagt’, zo vat Maarten Asscher het verhaal samen. Waarna hij het in grote lijnen navertelt. Nadat hij het huwelijkse leven van de ouders van Delmore Schwartz en daarna dat van Delmore Schwartz zelf uit de doeken had gedaan. Waardoor duidelijk wordt waar het wrange in het verhaal vandaan komt.
Bijna aan het eind van het essay Trouwen of niet trouwen: de huwelijkswereld van Delmore Schwartz schrijft Maarten Asscher over:
‘één curieus detail dat ik nog nergens opgemerkt heb gezien; (…). En dat is het simpele feit dat de zondag waarop Delmore Schwartz het huwelijks aanzoek van zijn ouders laat plaatsvinden (zondag 12 juni 1909) nooit heeft bestaan. 12 juni 1909 viel namelijk op een zaterdag. Heeft de auteur maar gewoon een willekeurige datum in juni 1909 genomen en daar een zondag van gemaakt? Heeft hij het uitje van zijn ouders op de joodse sabbat “gekerstend” tot een voor zijn lezers meer vertrouwde zondagmiddag? Of heeft hij met deze subtiele fictionaliserende verschuiving in de kalender aangebracht om aan te geven dat je je nog zo goed in het huwelijk van je ouders kunt verplaatsen, maar dat de werkelijkheid daarvan altijd ongrijpbaar zal blijven?’
Ik ken ook een boek waarin een dag voorkomt die nooit heeft bestaan. In Logboek van een onbarmhartig jaar laat Connie Palmen dingen gebeuren op een dag die zelfs helemaal in agenda’s en op kalenders ontbreekt. Voor Connie Palmen was dat onderdeel van het literaire spel dat ze ook in dit boek speelt. Ze koos voor een logboek, maar wilde zich uiteindelijk toch niet aan de chronologie van de tijd houden. Ze wilde ook dit genre naar haar hand zetten.
Dat spelen met de regels – met de ene niet bestaande dag en verschillende chronologieën die door elkaar lopen als uitkomst – is van een andere orde dan het schaven aan de tekst waardoor elk dag- of logboek dat geschikt gemaakt wordt voor publicatie aan waarheid inboet en aan literaire kracht wint, waarover Connie Palmen op 4 juli 2010 (voor wat die datum waard is) dit schrijft:
‘Ik ga steeds meer terug in de tekst, om er iets van te maken. Het is verraad, bedrog, een schending van de belofte van het genre. Hoe kun je dit nog een logboek noemen? Zouden alle dagboekschrijvers de dictatuur van de dag verlaten, de wetten van het genre schenden, verfraaien, verdiepen, invoegen, aanvullen?’
Toen ik haar een vraag stelde over die ene datum, ontspon zich een gesprek over het naar je hand zetten van genres. Aan het einde van dat gesprek zei ze te overwegen die datum in een volgende druk aan te passen.
Leave a Reply