‘Hongerjaren, zo heette het boek dat ze las.’
Als Amir – die zelf veel te danken heeft aan Rupsje Nooitgenoeg – haar vraagt of ze het een goed boek vindt, geeft ze op die vraag geen antwoord. In plaats daarvan vertelt ze hem wat ze van Marokko vindt: ‘Marokko is zo mooi. Ik ga hier nooit meer weg.’
Of Gina -een personage in de roman Bad Boy van Abdelkader Benali – Hongerjaren goed vindt, zullen we – waarschijnlijk – nooit weten.
Wat de schrijver die een van zijn personages Hongerjaren laat lezen zelf van dat boek vindt, weten we wel. Toen Hongerjaren van Mohammed Choukri – geschreven in 1973 en tien jaar daarna voor het eerst in een Nederlandse vertaling verschenen – zeven jaar geleden opnieuw werd uitgegeven, schreef Abdelkader Benali – die zich een voorstander toonde van de heruitgave – het voorwoord.
‘Hongerjaren is het boek van de Riffijnse exodus zoals die zich eerst binnen de Rif zelf manifesteerde. Daarna, aangewakkerd door de Europese economische wederopstanding, verspreidde de exodus zich als een inktvlek over Europa.
Een bildungsroman over een zwerver in een wereld van hasj, cafés, uitgedroogde hoeren en vel, heel veel pakken slaag. Eigenlijk gaat de roman over hoeveel slaag een kind kan verdragen voordat hij de wereld voorgoed zwart ziet. Behoorlijk wat – en de wereld zwart zien is misschien wel de enige juiste manier om de wereld te bekijken zoals ze, sub specia eternitatis, is.’
In de editie uit 1983 – toen deze ‘roman uit Marokko’ verscheen in ‘De Derde Spreker-serie’ – verzorgde vertaalster Lourina de Voogd het voorwoord.
‘In de miserabele omstandigheden die Shoekri beschrijft, zijn voor hem alle middelen geoorloofd in de strijd om het bestaan. Diefstal en prostitutie, al staan trots en eigenwaarde op het spel, alcohol en drugs, alles beter dan “te moeten bedelen als een kind of een oude van dagen. In deze wereld geldt het recht van de sterkste en alleen door de wet wat ruimer te interpreteren kan de ongeletterde jongen zich in leven houden.’
De werkelijkheid die door Mohammed Choukri – of Shoekri, zoals zijn naam in 1973 gespeld werd – in Hongerjaren zo indringend wordt beschreven staat in schril contrast met de schoonheid die Gina ziet.
Dat Abdelkader Benali haar juist Hongerjaren laat lezen, is – lijkt mij – geen toeval. Dat hij trots is op Choukri:
‘Hij werd geboren in de meest afgelegen streek van Marokko, Beni Chiker, toevallig mijn geboorteplaats, in een familie van analfabeten – en die ervaring deel ik met Choukri. Vanwege dit soort topografische en literaire overeenkomsten ben ik altijd trots geweest op Choukri. Noem het een karakterzwakte’,
is daarbij van ondergeschikt belang.
Abdelkader Benali zoekt in Bad Boy naar de drijfveren van zijn personage Amir Salim. Amir Salim is een vechter die zich in de ring aan de regels houdt, maar daarbuiten nog wel eens uit de bocht vliegt.
Het is geen geheim dat Abdelkader Benali gefascineerd is door Badr Hari en Bad Boy daar het gevolg van is.
Hongerjaren gaat over meer dan alleen het leven van Mohammed Choukri, ook al is het in hoge mate autobiografisch. Ik hoop dat Bad Boy over meer gaat dan alleen dat ene – op dit moment hoogst actuele – individuele leven. Dat Abdelkader Benali er net als Mohammed Choukri in slaagt om een roman te schrijven die het biografische overstijgt.
Dat hopende kwam de klemtoon in Benali’s voorwoord voor mij te liggen op deze zinnen:
‘Choukri laat zien dat je het wel mogelijk is om, los van je familie, van de straat je thuis te maken.’
‘Choukri’s Hongerjaren verhaalt op uiterst ontroerende en simpele wijze over die juxtapositie tussen je losmaken van de groep en de prijs die je betaalt als je voor eigen rekening gaat leven.’
Als dat is wat Mohammed Choukri in Hongerjaren in essentie laat zien, dan is Hongerjaren ook voor Abdelkader Benali meer dan een autobiografische roman en ook meer dan een ‘roman uit Marokko’.
Ik hoop dat ik straks als ik Bad Boy uit heb kan zeggen dat het meer is dan een biografische roman over een jongen met wortels in Marokko. Ik hoop dat Bad Boy meer is dan een roman die begrip kweekt – wat op zich al een prestatie is – voor het gedrag van een individu.
Rest natuurlijk de vraag tot welk inzicht Gina komt na het lezen van Hongerjaren komt. Als zij tot een inzicht komt. Want als Hongerjaren niet meer is dan een figurant in Bad Boy slaat dit hele verhaal – Abdelkader Benali laat haar in ‘Bad Boy’ ‘Hongerjaren’ lezen – nergens op.
De aflopen zomer las ik een ander boek van Mohammed Choukri – In Tangier: Jean Genet, Tennessee Williams, Paul Bowles – en schreef naar aanleiding daarvan dit.
Leave a Reply