Met Google is nauwelijks te bewijzen dat het ooit bestaan heeft: het tijdschrift Watt. Toch heb ik jaren lang iedere maand bij de brievenbus gelegen tot het kwam.
Watt was een muziektijdschrift, het muziektijdschrift dat de Stoner Rock onder mijn aandacht bracht. Maar Watt ging ook over boeken en films. Het was ook de eerste publicatie die ik las waarin op een normale, open manier over porno werd geschreven. Een eye-opener in een tijd toen nog niet iedere elfjarige met twee vingerbewegingen op een telefoonscherm duizenden foto’s van kontneukende, eenbenige dwergen tevoorschijn kon toveren.
De tragiek van dit soort dingen is dat je pas twintig jaar later weet hoe diep zo’n tijdschrift je gevormd heeft. Ik heb ze namelijk uiteindelijk allemaal bij het oud papier gegooid. En de rest van de wereld ook, blijkbaar. Of nee, correctie: er is één figuur die een exemplaar heeft ingescand en op Catawiki gezet.
Ons Nationaal Geheugen, de KB in Den Haag, heeft alle jaargangen compleet dus als ik ooit een keer per se wil terugvinden hoe ik de boeken van Kinky Friedman en de muziek van Fu Manchu, Sleep, Machine Head en Loose ontdekte dan zou ik daar heen kunnen gaan om nog eens terug te bladeren. Maar ik weet niet of ik dat wil. Alles wat je leest of luistert of kijkt neem je in je op. Maakt het indruk, dan krijgt het een plek in die ongrijpbare, continu veranderende definitie van wie je bent. Maar tegen die tijd is het wel jouw versie, jouw herinnering van wat je las, zag of hoorde geworden. Het zou zomaar kunnen dat ik, waar die langharige tiener van twintig jaar terug zich een wereld zag openen, gewoon een gruizig, beduimeld muziekblaadje zou zien. En dat zou zonde zijn.
Volgens de KB-site werd Watt uitgegeven door een uitgever met de ongooglebare naam ‘Muziek en Beeld Media Hilversum’. Wat er met dat bedrijf gebeurd is of wie er voor het blad werkten, is dus onmogelijk na te gaan. Daarom wil ik hier wel iedereen die dit leest en die destijds betrokken was bij het tijdschrift hartelijk bedanken. Het is niet vaak dat je als tiener (en als volwassene overkomt me dat nog veel minder vaak) een medium tegenkomt dat je het gevoel geeft dat je ergens bij hoort, dat je geen eenzame leipo bent die van rare boeken, muziek en films houdt, maar dat er verspreid over het land, nog meer leipo’s zijn als jij.
Dat dat er niet genoeg waren om het blad onder de ijzeren vuist van de ook toen al genadeloos geldende mediawetten staande te houden, dat maakt niet uit. Sterker nog, het behoedde mij voor de dag dat ik moest besluiten dat ik het tijdschrift ontgroeid was, zoals met zo veel andere dingen gebeurde.
Het gevoel dat ik bij Watt had legde bij mij ook de basis voor een idee dat later een van de pijlers van het internet zou worden: een publicatie is niet een verzameling artikelen, het is een community, iets dat mensen bindt en het gevoel geeft dat ze daar beter begrepen (en dus bediend) worden dan ergens anders. Dat idee had ik in gedachten toen ik samen met Liliane Waanders (die het concept vervolgens grotendeels in haar eentje handen en voeten – wat zeg ik: vleugels – gaf) en Kari-Anne Fygi Hanta bedacht: een mix van cultuur, muziek, boeken, persoonlijk en af en toe met een knipoog. Als je de lijn dus een beetje doortrekt en je bent niet vies van een beetje dramatiek, dan zou je kunnen zeggen dat Hanta een voortzetting is van het concept van Watt. Daarom, makers van Watt, is Hanta, zoals Watt een deel van mij gebleven is, ook een heel klein beetje van jullie.
Robert Heeg says
Graag gedaan Bouke! Maarre… porno? Dat kan ik me niet herinneren ;-)
Robert (een van de makers van Watt)
Monica says
Nummer 60 het laatste nummer had een cover met een pissende zanger op de voorpagina. Weet jij wie dat was?
frank janssen says
Dat was Till Lindemann de zanger van Rammstein. Of je dat nou porno moet noemen?
Frank (nog een van de makers)
Bouke Vlierhuis says
Dank voor je reactie, Robert!
En dat andere, daar zullen we het dan verder maar niet over hebben ;-)
Arno Timmers says
Ik heb alle nummers nog, van nummer 1 tot het laatste nummer, zelfs de cassette die bij nummer 1 zat heb ik nog.
Bouke says
Cool! Wie wat bewaart, heeft Watt ;-)
Peter says
Ik heb ze ook nog netjes bewaard, vanaf nr 6 of 7 tot ca 4 jaar later, volgs mij einde vh tijdschrift, i derdaad niks over terug te vinden bijna, bijzonder wel want over sommige obscure onderwerpen uit de jaren 70 of 80 is veel meer te vinden.
Wel een bijzondere tijd, je las wat in het tijdschrift en ging dan naar de platenzaak om cd te luisteren, kan je je bijna niet meer voorstellen…
Bouke says
Wat briljant dat er nog steeds mensen reageren op dit stuk. Maar inderdaad: je naar de platenzaak spoeden om de nieuwste Megadeth te luisteren op een koptelefoon, gezeten op een barkruk tussen 5 andere mensen. …
Peter says
Op google is dit zelfs het enige zoekresultaat wat met het tijdschrift te maken heeft, terwijl het van net voor het internettijdperk is. 10 jr geleden ook n keer gezocht, toen kwam t alleen op een cv van n oud medewerker voor. Toen al kleine oplage, maar vlgs mij wel interessant voor beeld van die tijd. Obscuur tijdschrift…
Marc says
Volgens mij kwam Watt voort uit Meltdown. Ik heb nog een cassette met Hammerbox, Paw en Monster Magnet die bij een nummer zaten van Watt.
Pieter Verstraelen says
Herken me in het verhaal. Ik kon destijds ook niet wachten tot de nieuwe Watteditie in de brievenbus lag, wachtend om met huid en haar verslonden te worden.
En prachtig om te constateren dat er nog meer liefhebbers zijn!
Heb zelf nog alle Watt’s in bezit, m.u.v. het eerste exemplaar. En met terugwerkende kracht vind ik het nog steeds jammer dat ik die editie met o.a. Sleeze Beez nooit heb gelezen. Maar ik kom wel over die teleurstelling heen ;-).
De muziek van de nineties heeft voor mij nog sterds een speciasl plekje in mijn hart. Mede dankzij Watt.
Peter says
Zo’n 12 jaar geleden heb ik al mijn exemplaren van Watt weggedaan. Enkele jaren geleden kreeg ik enorme spijt van mijn kennelijke verstandsverbijstering. Begin jaren 90 bleken essentieel te zijn voor mijn muzikale vorming en Watt had daar een zeer groot aandeel in. Gelukkig heb ik via Marktplaats drie jaar geleden bijna alle exemplaren weer op de kop kunnen tikken, puur geluk omdat ik tot nu toe niemand nog heb kunnen ontdekken die edities van Watt te koop heeft aangeboden. Het is een feest der herkenning, elk exemplaar spit ik volledig uit, van voor naar achter. Zelfs de eerste uitgave van Watt uit begin 93′ doet mij terugdenken aan de plaatselijke sigarenboer. Mijn oog viel op Watt en de visie van dit blad sprak mij enorm aan; een blad waar rockmuziek centraal staat, elk genre krijgt aandacht mits er over het algemeen maar een gitaar in voorkomt. Er was ook niet zoveel keus destijds; MetalHammer/Aardschok was echt gericht op het ruigere rockgenre en Oor vond en vind ik richtingloos, trendgevoelig en wat arrogant overkomen. Een blad als Aloha sprong min of meer in het vacuüm dat was ontstaan nadat Watt ter ziele was gegaan eind jaren 90. Inmiddels heeft een muziekmagazine als Lust for Life (voorheen Revolver) ook zijn charme. Echter het gevoel dat ik destijds had, 1 keer per maand op woensdag vol verwachting de boekenwinkel binnenstappen voor een nieuw exemplaar zal ik nooit meer vergeten. Zelfs de namen van de meeste recensenten kan ik mij nog voor de geest halen, jammer dat het blad klaarblijkelijk een voetnoot is gebleken in de vaderlandse lectuur geschiedenis. Ik hoop dat in de toekomst mij een vlaag van opruimwoede bespaard blijft…
Esther says
Hoi Bouke,
Misschien kan ik je verlossen van het antwoord, of wie weet , is het al bekend inmiddels . Maar de oprichter van tijdschrift Watt is Johan Vosmeijer..