Ik heb niet altijd de behoefte om net bezorgde post meteen open te scheuren. Soms kan ik geduld opbrengen. Sommige post kan ik zelfs zonder moeite wekenlang ongeopend op een stapel laten liggen.
Deze week werd er bij mij een brief van de VPRO bezorgd. ‘I owe you’ stond er op de envelop. ‘I owe you’, met daaronder de handtekening van Redmond O’Hanlon. Die brief liet ik rustig even voor wat hij was. Ik wilde graag nog even geloven dat Redmond O’Hanlon zich persoonlijk tot mij richtte. Maar daarvan kon – dat wist ik zeker – geen sprake zijn. Ik ken Redmond O’Hanlon niet, en hij weet niet eens dat ik besta.
Dat bleek toen ik de envelop na een paar dagen zo behoedzaam als zonder hulpmiddel mogelijk is opende. ‘Geachte heer, mevrouw’, stond er boven de brief. Alsof er iets te kiezen valt.
Waar de brief op neer komt: Redmond O’Hanlon staat bij mij in het krijt. Zonder mij zou hij noch de Stad Amsterdam – voor de gelegenheid omgedoopt tot Beagle – in het kielzog van Darwin hebben kunnen uitvaren. Zonder mij zou hij niet ‘in het voetspoor van mijn [zijn dus, lw] negentiende-eeuwse helden: ontdekkingsreizigers, charlatans, rijkeluiskinderen en gelukszoekers die de witte plekken op de kaart kleur gaven’ hebben kunnen reizen.
Zo’n boodschap doet het goed op kerstavond, een paar uur voordat Coen, Giel en Paul het Glazen Huis in Leeuwarden mogen verlaten en Serious Request 2013 voorbij is. Wie wil er geen erkenning voor bijgedragen steentjes.
Omdat Redmond O’Hanlon bij mij in het krijt staat, krijg ik van hem de dvd van het eerste seizoen van O’Hanlons helden cadeau, mits – geen tenzij toch in dit verband – ik een of meerdere leden werf. Want, en ik ben toch zo pro vpro.
Daarom kon die brief wel wachten. Ik koesterde geen enkele illusie. Pelican House zal ik nooit betreden.
Leave a Reply