Wie naar Antarctica trekt, weet niet zeker of de reis volgens plan zal verlopen. Daar kunnen ook nu nog mensen over meepraten. De zeventig opvarenden van de Akademik Sjokalskij – waaronder wetenschappers – zitten al sinds kerstavond vast in het ijs (ijsbrekers die reddingspogingen waagden vroren ook vast, nu worden ze door de lucht van boord gehaald, en dat lijkt te lukken). Ook de expeditie van de Britse prins Harry moest recent vanwege de barre omstandigheden op een aantal punten worden aangepast.
De Zuidpool. Dat was waar Roald Amundsen en Robert Falcon Scott allebei als eerste wilden arriveren (Amundsen won). Dat weet ik nog uit de boeken over ontdekkingsreizigers die ik als kind verslond. Boeken die ik vanzelfsprekend terugbracht naar de bibliotheek met de houten vloer die altijd kraakte en piepte, hoe voorzichtig je ook liep, dus helemaal stil was het er nooit en opzien baarde je altijd.
Maar later kocht ik bij een van de stalletjes in de Oudemanhuispoort South van Ernest Shackleton.
Ernest Shackleton maakte deel uit van Scotts expeditie, maar werd om gezondheidsredenen naar huis gestuurd. De getergde Shackleton liet het er niet bij zitten. Later ging hij zelf. En daar deed hij verslag van.
Met trots toont The New Zealand Antarctic Heritage Trust op haar site de afdrukken van meer dan honderd jaar oude negatieven die gevonden werden in de hut die Robert Falcon Scott werd gebouwd, maar door Shackleton en zijn bemanning tijdens de Trans-Antarctische Expeditie (de derde die Shackleton ondernam) in gebruik werd genomen toen een van de twee schepen waarmee ze onderweg waren door het ijs in zijn greep werd gehouden.
Foto’s die vermoedelijk gemaakt zijn door Arnold Patric Spencer-Smith. Hij was tijdens de expeditie de fotograaf van dienst. Wanneer deze negatieven precies gevonden zijn, vermelden de media niet. Maar het is niet de eerste keer. In 1999 werden op dezelfde plek ook al drie ‘foto’s’ gevonden. Die foto’s werden met meer zekerheid aan Spencer-Smith toegeschreven.
In South beschrijft Ernest Shackleton hoe er na het stranden van de Aurora gezocht moet worden naar een plek om kwartier te maken:
‘The Aurora, after picking up six men at Hut Point on March 11, had gone back to Cape Evans. The position chosen for the winter quarters of the Aurora was at CapeEvans, immediately off the hut erected by Captain Scott on his last Expedition.’
‘On March 23 Mr. Stenhouse landed a party consisting of Stevens, Spencer-Smith, Gaze, and Richards in order that they might carry out routine observations ashore. These four men took up their quarters in Captain Scott’s hut. They had been instructed to kill seals for meat and blubber. The landing of stores, gear, and coal did not proceed at all rapidly, it being assumed that the ship would remain at her moorings throughout the winter.’
Stevens was verantwoordelijk voor het bijhouden van de stand van zaken. Hij schrijft op 30 juli 1915:
‘Cape Evans, Ross Island
On the 23rd March, 1915, a party consisting of Spencer-Smith, Richards, and Gaze was landed at Cape Evans Hut in my charge. Spencer-Smith received independent instructions to devote his time exclusively to photography, I was verbally instructed that the main duty of the party was to obtain a supply of seals and food and fuel. Scientific work was also to be carried on.’
Dat Spencer-Smith verantwoordelijk is voor het maken van foto’s wordt later in South bevestigd door Ernest Shackleton:
‘Gaze, another Australian, is working in conjuntion with Hayward. Spencer-Smith, the padre, is in charge of photography, and, of course, assists in the general routine work. Cope is the medical officer.’
Maar een keer wordt in South precies beschreven wat er gefotografeerd werd:
‘ “We took some photographs,” wrote Joyce. “It is a really extraordinary fall-in of ice, with cliffs of blue ice about 70 feet high, and heavily crevassed, with overhanging snow curtains. One could easily walk over the edge coming from the north in thick weather.” ’
Een beeld dat lijkt op wat er op een aantal van de nu gepubliceerde honderd jaar oude foto’s te zien is.
Met het oog op toekomstige expedities voegt Ernest Shackleton in South een beschrijving van de vier beschikbare hutten: The National Antarctic Expedition;s Hut at Hut Point, Cape Royds Hut, Cape Evans Hut en Depots South of Hut Point.
Over Cape Evans Hut schrijft hij:
‘This largee and commodious hut was constructed by Captain Scott at CapeEvans on his last Expedition. The party lived in it in comfort, and it was left well supplied with stores in the way of food and oil and a certain amount of coal. Several of the scientific staff of this present Expedition were ashore in it, when the Aurora, which was toe have been the permanent winter quarters, broke adrift in May 1915 and went north with the ice. The hut became the permanent living quarters for the ten marooned men, and thanks to the stores they were able to sustain life in comparative comfort, supplementing these stores from my hut at CapeRoyds. In January 1917, after I had rescued the survivors, I had the hut put in order and locked up.’
Cape Evans Hut had drie jaar lang onderdak geboden aan tien man. Drie leden van de expeditie overleefden de tocht niet. Arnold Patric Spencer-Smith was een van hen. Hij overleed op 9 maart 1916.
‘Of the Ross Sea Party, Mackintosh, Hayward, and Spencer-Smith died for their country as surely as any who gave up their lives on the fields of France and Flanders.’
Beetje overdreven lijkt mij, maar het past wel bij het hachelijke, edoch heroïsche – en wetenschappelijke – avontuur dat Shackleton en de zijnen op Antartica beleefden.
Leave a Reply