‘Ze had haar bestaan altijd in dienst gesteld van het gesproken woord, van werklust en gezonde kost voor heel de familie, van profijtelijk genieten en betaalbare hygiëne van kop tot teen. En toch werd uitgerekend zij, door het leven dat ze altijd had geëerd – met bescheiden middelen en tomeloze energie, met trotse koppigheid en koppige trots – beloond met kwade dank en botte wreedheid.
Ze verloor eerst haar spraak, dan haar waardigheid, dan haar harteklop.’
Tom Lanoye is niet de enige in de familie die woorden koestert. Ook zijn moeder kende hun geheim. Als zij na een beroerte de juiste woorden niet meer kan vinden, is zij letterlijk en figuurlijk sprakeloos.
Sprakeloos, haar verhaal en dat van haar zoon, verscheen in 2009 als boek. Daarna bewerkte Tom Lanoye het voor theater en werd het een monoloog die hij zelf op de planken bracht. En die monoloog is te horen in ‘de week van Avro’s Radiotheater’ te horen in Avro’s Radiotheater.
Voor Tom Lanoye – met zijn meest recente roman Gelukkige slaven oogstte hij weer veel lof – is toneel geen bijzaak. Hij bewerkte William Shakepeare (Ten oorlog), de Russen (De Russen!, eigenlijk alleen Anton Tsjechov: Platonov en Ivanov) en Euripides (tot onder andere Mamma Medea). Schreef op basis van bestaande verhalen (Bloed & Rozen, over Jeanne d’Arc en Gilles de Rais) en actuele kwesties (Diplodocus Deks en De Jossen).
Wie de toneelschrijver Tom Lanoye wil leren kennen: op zijn site zijn tien stukken gratis te downloaden (aan het gebruik zijn voorwaarden verbonden, maar lezen mag gratis en voor niks).
Maar hij schreef ook tegen het moderne theater. Lang geleden, dat wel. In De moord op het woord: een treurspel in vier bedrijven (halverwege de jaren tachtig) bijvoorbeeld – opgenomen in Het vroegste vitriool: 1983-1993.
Kritiek vermomd als toneel. Uit het eerste bedrijf:
‘Dit is de vraag: stel dat ú Vlaams postmodernistisch avantgardetheater zou moeten maken, hoe zou dat er dan uitzien?
Dit is uw antwoord. Om te beginnen staat u niet toe dat uw acteurs zich van enige tekst bedienen. Nee, uw acteurs lopen te krijsen, te rochelen en te steunen, zij imiteren misthoorns en sirenes van ambulances en blazen scheten op de rug van hun hand. Om te vermijden dat de herkenning bij uw publiek toch nog te groot zou zijn, hult u het podium in het halfduister en laat u op de achtergrond een Verfremdung-uitdrukkende geluidsband lopen. Grootindustriële geluiden (met als klassiekers De Piepende Hijskraan, De Stampende Scheepsmotor en De Paal Die De Grond In Wordt Geheid), achterstevoren afgedraaide aria’s die in 1936 razend populair waren in Berlijn, gezangen ener walvis in barensnood, ik noem maar wat. Er worden vogeltjes aan één poot vastgebonden, kikkers platgetrapt en zeehondjes gewassen op 60º.’
Natuurlijk noemt hij ook namen.
Overigens komt een bepaald segment van de literatuur er in De moord op het woord: een treurspel in vier bedrijven ook niet genadig vanaf:
‘De verkoopcijfers.. Hiermee belanden we bij het zwaartepunt van de trauma’s onzer literaire literatoren. Die trauma’s zijn van schizofrene aard. De literaire literator gaat zo prat nog niet op zijn hermetisme, of het volgende moment staat hij aan de Klaagmuur, jammerend om een publiek. (Heette Boussets artikel niet treffend “Lezers gevraagd”?) met hetzelfde getuite mondje waarmee de literaire litertor enerzijds elke behoorlijke zin afdoet als een verwerpelijk compromis met de lezers, hengelt hij anderzijds bij diezelfde lezer naar de tongkus van erkenning. Ieder van zijn publicaties ademt een afkeer uit van commercie en verkoop, maar tegelijk wordt er nergens zo vaak en zo nerveus geschreven over verkoopcijfers. “Verkoopcijfers zeggen níets oer de kwaliteit van een tekst.” Dit zinnetje is niet direct wat je noemt ander proza, maar je leest het het vaakst bij onze literaire literator. Hij bedoelt ermee dat zijn verkoopcijfers niets zeggen over de kwaliteit van zijn tekst. Hij herhaalt het zo vaak dat iedereen weet dat hij het tegendeel vermoedt.’
Tom Lanoye laat woorden het werk doen. Of hij nu een mening geeft, of zoals in Sprakeloos zijn moeder Josée Verbeke – ‘een slagersvrouw en amateuractrice eerste klas’ – portretteert.
Leave a Reply