Een half uur voor zijn dood vroeg Fernando Pessoa om zijn bril. ‘Geef me mijn bril’, waren zijn laatste woorden. Zo staat het althans in Aforismen & kort proza, waarin Michaël Stoker aforismen en kort proza van Fernando Pessoa verzameld, vertaald en ingeleid heeft. In zijn voorwoord Pessoa, aforist staat het: ‘Krap een half uur voor zijn dood sprak hij zijn illustere woorden: “Geef me mijn bril”, herinnerend aan Goethe’s “mehr Licht!” ’
Fernando Pessoa stierf op 30 november 1935 in het bijzijn van een arts, een verpleegster en een neef. Dus dat hij dat gezegd heeft, zal wel kloppen (per slot van rekening weten we ook wat Jan Wolkers en Gerrit Komrij op hun sterfbed zeiden omdat er mensen bij waren).
Maar dat ‘herinnerend aan Goethe’s “mehr Licht!” ’ Ik neem niet aan dat Michaël Stoker bedoelt dat Fernando Pessoa zich op dat moment realiseerde wat Goethe op zijn sterfbed gezegd had. Ik neem aan dat het Michaël Stoker is die de link legt. Overigens staat helemaal niet vast dat hij om meer licht gevraagd heeft. De man die dat beweert – Carl Vogel, zijn arts – was op het moment dat die woorden geklonken zouden hebben niet in de sterfkamer aanwezig.
(Ik dacht dat Johann Peter Eckermann misschien het verlossende woord zou schrijven, maar in Gesprekken met Goethe lees ik:
‘De laatste bezoeker die Goethe gastvrij ontving was de oudste zoon van mevrouw von Arnim, het laatste wat hij schreef waren enkele verzen in het liber amicorum van deze jonge vriend.’ Ook in De Goethe-industrie: een Duitse ziekte van Boudewijn Büch vind ik zo gauw niet wat ik zoek. Maar in zijn Goethe en geen einde wel: ‘Goethe zou gezegd hebben: “Doe toch de blinden in de kamer open opdat er meer licht binnenkomt.” (Het is waarschijnlijk dat Tennysons laatste woorden “I want the blinds up, I want to see the sky and the ligth” geïnspireerd waren op iets dat Goethe nimmer gezegd heeft!)
Goethe sprak tegen zijn schoondochter de laatste woorden: “Komm, mein Töchterchen, und gib mir ein Pfötchen.” ’)
Hoe dan ook, dat voorwoord in Aforismen & kort proza verbond ik met de laatste woorden van Anton Tsjechov. Het gebruik van het woord van Nathalie Sarraute opent met een hoofdstuk dat gaat over die woorden: ‘Ich sterbe’.
‘Hij was een beroemd schrijver, maar dat doet er nu weinig toe, u kunt er zeker van zijn dat hij er niet aan gedacht heeft ons de beroemde laatste woorden na te laten. Nee, hij zeker niet, dat was helemaal niets voor hem. Zijn reputatie is hier alleen van belang om dat daardoor deze woorden niet verloren gegaan zijn, zoals het geval geweest zou zijn, als ze door een willekeurige, andere stervende zouden zijn uitgesproken. Maar verder reikt dit belang niet. Er is nog iets anders wat een rol speelt. Zoals u weet was Tsjechov dokter.’
Maar het gaat Nathalie Sarraute niet om die laatste woorden. Het gaat Nathalie Sarraute om de lichte bewegingen en korte trillingen die deze woorden teweegbrengen. Het denken, het voelen vlak voor die woorden. Om het onuitgesprokene:
‘Wat in mij zweeft… trilt… wankelt… beeft… flikkert… siddert… splijt… zich losmaakt… uiteenvalt… Nee, dat niet… niets van dat alles… Wat is dit? O kijk, hier, het kruipt hierin weg, in deze duidelijke waterdichte woorden. Het neemt hun vorm aan. Scherpe omtrekken. Verstilt. Verstijft. Kalmeert. Bedaart. Ich sterbe’,
of:
‘Meegesleept, meegenomen terwijl ik me probeer vast te houden, vast te klampen, vast te klemmen aan wat daar op de grens te voorschijn komt, dit uitsteeksel… steen, plant, wortel, kluit aarde… brok vreemde aarde… stevige aarde : Ich sterbe.’
Laatste woorden gaan een eigen leven leiden, maar vangen het sterven niet.
Op 5 februari zijn vertaler Harrie Lemmens en uitgever Peter Nijssen te gast in Zwolle om over het wereldbeeld van Fernando Pessoa te praten. Ik (her)lees het werk van Fernando Pessoa met het oog op dat gesprek.
Leave a Reply