Hij was maar een kopiist en toen hij tijdens het overschrijven van pen moest wisselen, probeerde hij zijn pen. Misschien scherpte hij alleen de pen waarmee hij schreef. In ieder geval voordat hij verder ging op de plek waar hij met overschrijven gebleven was, krabbelde hij eerst wat woorden – woorden die hem spontaan te binnen schoten – om vlekken en onregelmatigheden in dat manuscript te voorkomen.
Bij wijze van ‘probatio pennae’ schreef hij ‘Habent omnes uolucres nidos inceptos nisi ego et tu. Quid expectamus nunc’ en waagde zich aan een vertaling, en toen stond daar ‘Hebban olla uogala nestas hagunnan hinase hi(c) (a)nda thu uuat unbidan uue nu’ en de rest is literatuurgeschiedenis (we schrijven het derde kwart van de elfde eeuw).
‘Hebban olla vogala’ werden gevleugelde woorden, zo gevleugeld dat ze in de Canon van Nederland op de vijfde plaats staan.
Het is niet helemaal zeker dat het precies zo gegaan is. Maar taalonderzoekers – waaronder Frits van Oostrom en Peter Dronke – denken te weten dat de tekst geschreven is door een man, maar dat het taalgebruik dat van een vrouw is. ‘De tekst blijkt namelijk overeenkomsten te vertonen met door vrouwen gezongen Spaanse volksliedjes uit dezelfde tijd.’
‘Hebban olla uogala nestas hagunnan hinase hi(c) (a)nda thu uuat unbidan uue nu’? Het betekent zoiets als: ‘Alle vogels zijn nesten begonnen, behalve ik en jij. Waar wachten wij nu op?’ en het klinkt als…
Voor wie de klank van de taal van toen niet zo vertrouwd in de oren klinkt is er nu de Vogala-app (gratis, iTunes), ontwikkeld op initiatief van Frits van Oostrom. De Vogala-app bevat dertig teksten (waaronder Hebban olla vogala, Van den vos Reynaerde, Bijbelteksten en mystieke visioenen van Hadewijch) – gelezen op de manier waarop ze in de tijd dat ze geschreven werden waarschijnlijk geklonken hebben. Dertig teksten nu nog, maar dat worden er meer.
De hooggeleerde heren Frits van Oostrom en Herman Pleij vervulden in De wereld draait door de rol van ambassadeur van de taal met verve.
Leave a Reply