Ik had al een mooi stapeltje uit de kast gehaald. Natuurlijk het boek dat de aanleiding voor de serie vormt: Het land van aankomst (2007) van Paul Scheffer. Maar ook Komen en gaan: immigratie en emigratie in Nederland van 1550 (2008) van Herman Obdeijn en Marlou Schrover. En, om nog verder terug te kunnen kijken in de tijd: Vreemd volk: integratie en discriminatie in de Griekse en Romeinse wereld (2007) van Fik Meijer.
Samen 1221 bladzijden op basis van parate kennis en gedegen studie tot stand gekomen pagina’s.
Voor de volledigheid zocht ik ook het essay Het multiculturele drama er nog even bij. Want dat was de knuppel die Paul Scheffer in 2000 in het hoenderhok gooide.
Maar met schrijven wachtte ik nog even. Ik wilde eerst de eerste aflevering zien van de documentairereeks Land van aankomst / Land of Promise die René Roelofs en Paul Scheffer maakten over immigratie in Europa. Vermijding heet het eerste deel van het drieluik, waarin een stroom beelden laat zien hoe de eerste arbeidsmigranten richting werk trekken. Land van aankomst bestaat uit archiefmateriaal uit de recente, maar ondanks dat al deels vergeten, geschiedenis.
Wat er in Land van aankomst gezegd wordt, is tekst van toen. René Roelofs (in VPRO Gids #1): ‘Gek genoeg vertonen veel tv-makers de neiging om vrijwel alles verbaal te brengen. Hoeveel wordt er niet doorgepraat onder beelden die helemaal voor zichzelf spreken.’
Ik weet niet zeker of de beelden helemaal voor zich spreken, want wat er in Land van aankomst gezegd wordt, vereist kennis van toen.
Wat op termijn ‘het multiculturele drama’ werd – Paul Scheffer in zijn essay uit 2000: ‘En zo stort het kaartenhuis van de multiculturele samenleving ineen. Alle onuitgesproken verwachtingen, als zou integratie vooral een kwestie van tijd zijn, worden niet bewaarheid. Onder de oppervlakte van het openbare leven drijft een zee van verhalen over de botsing van culturen, die niet of nauwelijks worden gehoord. We leven nu al met de migranten van de derde generatie en de problemen zijn alleen maar groter geworden. Of succesvolle migranten de gehoopte voortrekkersrol spelen is onzeker, want doorgaans weten ze niet hoe snel ze zich moeten losmaken van hun veronderstelde “achterban”.’ – kondigt zich al aan (of kijk ik nu teveel met de kennis van nu?), maar ongemak overheerst.
Zij die op het punt staan hun land van herkomst te verlaten, zitten vaak om woorden en antwoorden verlegen als ze gekeurd worden door doortastende makelaars in arbeidskrachten – altijd bereid een nabestelling te leveren – en missen de mondigheid (en de taal) om misbruikmakers te weerstaan.
Zij die thuis zijn in het land van aankomst slaan – niet met lede ogen, maar wel met de nodige scepsis – gade. Er zijn er die tot wezenlijk contact bereid zijn, er zijn er ook die – ook toen al – ongenoegen uiten over de open armen waarmee de arbeidsmigranten worden verwelkomd.
In Land van aankomst / Land of Promise is er niemand die commentaar levert of zaken in historisch perspectief plaatst.
Het is nog te vroeg – er komen nog twee afleveringen – om conclusies te trekken, maar laat ik dan de hoop uitspreken dat het woord ‘identiteit’ tijdens de volgende afleveringen een aantal keer zal vallen. Allochtonen en autochtonen hebben een ding met elkaar gemeen: het koesteren van het eigene in tijden van verdrukking.
Identiteit en integratie zijn sleutelwoorden in Vreemd volk, Komen en gaan en Het land van aankomst. Zonder identiteit (als individu en als natie) is – hoe paradoxaal dat ook moge klinken – geen integratie. Wie onzeker is over de eigen identiteit zal – ook dit klinkt niet logisch – zal de komst van andere anderen eerder als een bedreiging van het vermeende eigene voelen dan wie zich zeker van zijn zaak voelt. Het gevoel superieur te zijn, staat integratie in de weg en ook vermijden helpt niet: ‘it takes two to integrate’.
In Het land van aankomst zegt Paul Scheffer er dit over:
‘Integratie gaat naast het verwerven van een aantal vaardigheden, vooral over de wil deel uit te maken van een samenleving. Dat kan niet zonder eigen tradities te heroverwegen. Tegelijk is een omgeving nodig die eropuit is migranten deel te laten nemen aan het maatschappelijk leven. Dat vraagt om een open samenleving die het vermogen heeft zichzelf kritisch aan eigen normen te meten. Zo dwingt integratie tot zelfonderzoek bij gevestigden en nieuwkomers.’
Dat lijkt op wat Herman Obdeijn en Marlou Schrover in Komen en gaan vaststellen:
‘Integratie van migranten is geslaagd als zij volledig en gelijkwaardig participeren in de samenleving, dezelfde kansen hebben en zich – als uitvloeisel daarvan – verbonden voelen met die samenleving. Uitgaand van de definitie van etniciteit zoals die hierboven is gegeven, is integratie simpelweg het verdwijnen van (vermeende) verschillen tussen migranten en niet-migranten (bijvoorbeeld woorden, gebruiken of eetgewoonten) en gedeeltelijk door ontkenning van verschil. Integratie betekent dus dat migranten zich aanpassen, terwijl tegelijkertijd de ontvangende samenleving verandert. Daarbij kunnen er nog wel verschillen blijven bestaan, maar die worden niet (langer) belangrijk gemaakt en die zorgen er niet (langer) voor dat migranten een systematische, groepsgebonden, lage positie in de samenleving innemen.’
Hoe de mensen die we nu ‘oudkomers’ (wat een woord) noemen en de mensen die al woonden in de landen waarnaar deze arbeidskrachten immigreerden dat komen hebben ervaren, zijn ‘wij’ inmiddels grotendeels vergeten. Het is goed dat Land van aankomst / Land of Promise ‘ons’ geheugen opfrist en latere generaties bijpraat.
Leave a Reply