Een week of wat geleden vertrouwde mijn buurvrouw mij het ‘manuscript’ van haar eerste roman toe. Ze was benieuwd naar mijn oordeel. Veel weet ze niet over mij, eigenlijk alleen dat ik lees. De postbode geeft wel eens pakjes bij haar af als ik er niet ben.
Een dag later belde ze aan. Zo graag wilde ze weten wat ik van haar boek vond. Toen ze dat twee dagen later weer deed, sprak ik met haar af dat ik me bij haar zou melden zodra ik De overwinning!!! uit had.
Ik nam de tijd. Las De overwinning!!! twee keer, en vond het ook na de tweede keer niet veelbelovend, al zat er ergens als ‘de roman’ al over de helft is een scène in met de potentie van een verhaal. Ik zocht naar verzachtende omstandigheden – ik meende dyslectische trekjes te herkennen – maar moest uiteindelijk concluderen dat het mijn buurvrouw niet alleen aan lees- en schrijfervaring ontbreekt, maar ook aan talent.
Toen ik het op een moment dat ons allebei paste met haar had over haar boek in wording en ik mijn kritiek zo zorgvuldig en opbouwend mogelijk formuleerde, bleek ze alweer aan een volgend boek begonnen te zijn. Ze bedankte me hartelijk voor het zorgvuldige lezen, maar dacht niet dat zij iets kon met mijn opmerkingen.
Leave a Reply