Eén keer per maand bespreken Paulien Cornelisse en Arjen Lubach in De wereld draait door wat hun qua taal opgevallen is in de voorbije periode. Zo ook een paar dagen geleden. Tijdens dat aanzitten aan de tafel van Matthijs ontstond een gesprek waarvan de deelnemers – behalve Paulien Cornelisse en Arjen Lubach ook Matthijs van Nieuwkerk en tafeldame Dionne Stax – de filosofische portee niet zagen.
Ik aanvankelijk ook niet, moet ik toegeven. Pas toen ik het eerste hoofdstuk van The making of: werkplaats voor mogelijke kunst van filosofe Ann Meskens las – Ann Meskens was twee jaar writer in residence op de Gerrit Rietveld Academie, het boek is daar het tastbare bewijs van – zag ik welke kansen Matthijs en de zijnen hadden laten liggen.
In de taalrubriek liet Arjen Lubach een foto zien. Daarop stond:
thee huis – >
< – lange wandeling
En daaronder:
(let op: de lange wandeling eindigt nergens)
Er werd wat heen en weer gepraat en daarmee leek de kous af en ging met over tot een volgende taalobservatie. Totdat Matthijs van Nieuwkerk misschien wel door wat de stem in zijn oortje hem toefluisterde op de kwestie terugkwam:
Matthijs van Nieuwkerk: ‘Nog heel even over die wandeling die nergens eindigt. Als een wandeling eindigt waar hij begint is het een rondwandeling.’
Paulien Cornellise: ‘Een wandeling die geen rondwandeling is, daar is geen woord voor. Dus daarom hebben ze gezegd: de wandeling eindigt nergens. Dus er is eigenlijk behoefte in Nederland, blijkbaar, aan een woord voor een wandeling…’
Matthijs: ‘… die niet eindigt waar hij begint.’
Dionne Stax: ‘Stel eens iets voor.’
Paulien: ‘Misschien lijnwandeling.’
Matthijs: ‘Lijnwandeling?’
Paulien: ‘Ja, het is een lijn…’
Matthijs: ‘We kunnen een oproep doen: verzin een woord voor een wandeling die niet eindigt.’
Aan tafel kwamen ze er niet uit. Dus nu mogen wij (en wij, daar horen ook Ronald Snijders en Fedor van Eldijk die zich in De alfabetweter taalbehendig tonen bij).
Ik voelde me niet geroepen. Een wandeling is een wandeling. En die zin ‘let op de lange wandeling eindigt nergens’ leek mij vooral bedoeld als waarschuwing voor ouders die weten dat kinderen alleen willen wandelen als die wandeling ergens naar toe gaat (bij voorkeur naar een speeltuin). Wandelen om het wandelen zelf is aan de meeste kinderen niet besteed.
Maar toen las ik dus het eerste hoofdstuk van The making of: werkplaats voor mogelijke kunst. Ann Meskens beschrijft hoe ze zittend in een taxi geconfronteerd wordt met alle vooroordelen die er over (moderne) kunst bestaan.
‘ “Juffrouwtje, kunst… de kunst van vandaag”, zo specificeerde hij zijn onderwerp, “… is alleen maar larie!” Hierna ademde hij bevrijd uit. “Oh”, zei ik verrast. Hij zoog opnieuw lucht in de longen en vervolgde met: “Iedereen kan maken wat zij maken”, dit met een onaangename nadruk op zij, om te besluiten met: “Het is allemaal zooi!” ’
Ann Meskens zou Ann Meskens niet zijn als zij de taxichauffeur niet filosofisch van repliek zou dienen. Dat doet ze vertraagd in dat hoofdstuk Wacht maar… Net als Matthijs van Nieuwkerk heeft ze last van ‘esprit de l’escalier’.
Ze is het er helemaal niet mee eens dat schilderijen door apen gemaakt van even grote kunsthistorische betekenis zijn als het werk van mensen die daar al dan niet voor hebben doorgeleerd.
Het verschil zit hem volgens haar in het ontbreken van een intentie (bij de apen):
‘Het is waar: apen kunnen met verf en penselen uit de voeten, maar als de onderzoekers tijdens die experimenten met apen het tekenpapier niet op een zeker moment wegnamen, wisten de apen van geen ophouden en bleven ze dat met verf overschilderen, laag over laag. Apen weten niet van ophouden met schilderen, laat staan dat het beginnen in hun natuur zou liggen.’
‘Een kunstwerk kent afbakening in tijd en in ruimte en die inperking komt er grotendeels door de mens. U hoeft maar even met een kunstenaar te praten om te beseffen hoe concreet en complex die afbakening kan zijn: iets als het beginnen aan een schilderij of een boek, en zeker iets als het eindigen met een schilderij, of, wel ja, een boek.’
en het onvermogen om het einde van de exercitie te bepalen (ook hier: bij de apen):
‘Weet een kunstenaar wanneer een kunstwerk klaar is? Het is een weten, maar geen gemakkelijk weten zoals we weten wanneer een auto in productie klaar is of wanneer we straks op onze bestemming zijn.
Een auto is wezenlijk af wanneer je ermee kan wegrijden. De functie is de definitie. Dat sommige auto; ook fraaie kunststukjes zijn, is omdat de mens zich niet kan inhouden meer van iets te maken dan wat het is.
Een geografisch eindpunt is nog eenvoudiger. Van ons beginpunt tot het eindpunt loopt geen rechte lijn, maar wij zullen weten wanneer we er zijn. Een heenreis is af bij het einddoel. Al zal ons gesprek niet ten einde zijn, de plaatsbepaling is voldoende.’
Toen ik een paar dagen na De wereld draait door op deze alinea’s stuitte, zag ik hoe (taal-) filosofisch de kwestie die daar ter tafel kwam feitelijk was.
‘…we zullen weten wanneer we er zijn’, zo is dat, want wie wandelt verplaatst zich van a naar b. Hoeveel omwegen er onderweg ook gemaakt worden en hoe onbepaald b bij aanvang van de wandeling ook mag zijn, er komt een moment dat de wandelaar vindt dat het genoeg is geweest. Waarmee het eindpunt van de wandeling – b dus – bepaald is.
Van een wandeling mag verwacht worden dat hij een begin- en een eindpunt heeft. Een wandeling die niet of nergens eindigt is bestaat niet. En dat is maar goed ook. Want wie aan een dergelijke wandeling zou beginnen, vertrekt maar komt niet aan. Hij zou gedoemd zijn eeuwig onderweg te zijn: een wandelaar eeuwig in beweging.
Wandelingen eindigen alleen spreekwoordelijk of in sprookjes en verhalen ‘overal’ en ‘nergens’:
‘ “Where are we going?”, said Pooh, hurrying after hem, and wondering whether it was to be an Explore or a What-shall-I-do-about-you-know-what.
“Nowhere,” said Christopher Robin.
(…)
‘ “Pooh, whatever happens, you will understand, won’t you?”
“Understand what?”
“Oh nothing.” He laughed and jumped to his feet. “Come on!”
“Where?” said Pooh.
“Anywhere,” said Christopher Robin.
So they went off together. But wherever they go, and whatever happens to them on the way, in that enchanted place on top of the Forest a little boy and his Bear will always be playing.’
(uit: The House at Pooh Corner van A.A. Milne)
PS. De mooiste literaire rondwandeling komt wat mij betreft op naam van A.A. Milne en staat in het derde hoofdstuk van Winnie the Pooh, In which Pooh and Piglet go hunting and nearly catch a Woozle.
(Maar wie weet ligt dat voor apen anders. Wie weet maken apen in hun beleving wel wandelingen die niet, nergens of juist ‘overal en nergens’ eindigen. Wandelingen waar het net als bij de schilderijen die ze maken aan intentie en afbakening ontbreekt.)
Daarmee is de oproep van Matthijs van Nieuwkerk ‘verzin een woord voor een wandeling die niet eindigt’ een overbodige / onzinnige.
Toch jammer, want ergens onderweg tijdens het schrijven van dit stuk kwam het woord ‘levensloop’ op. Niet dat een ‘levensloop’ niet (bepaling van tijd) of nergens (bepaling van plaats) eindigt. Maar waar (plaats) en wanneer (tijd) dat weet je van tevoren niet. Zelfs op wie in cirkeltjes loopt is het woord – door het iets anders uit te spreken – van toepassing.
Maar waarom zou je een woord verzinnen voor iets dat niet bestaat…
Maar goed, dat gebeurde toch in de uitzending van 5 februari 2014 maakte Paulien Cornelisse het winnende woord bekend: verwandeling. De winnaar ontvangt een eigenhandig door de taalkunstenares geborduurd ‘ornament’ voorstellende het winnende woord, in kruissteek.
leo hermens says
Van een levensloop zou je kunnen zeggen dat je niet wandelt maar gewandeld wordt.
Paul van de Wiel says
Verwandeling isnatuurlijkeen prachtig woord al dekt het niet niet letterlijk de wandeling die nergens eindigt. Maar de associatie met levensloop is ook mooi, als je onze geestelijke levensloop bedoelt. De concrete levensloop eindigt met de dood, maar waar eindigt onze geestelijke levensloop, en dat bedoel ik niet spiritueel? En dan is verwandeling een mooi woord voor onze dolende geestelijke levensloop. Ook de associaties met verwondering en vervreemding komen automatisch bij je op.