Omdat ik geen zin had in Antoinette Hertsenberg zapte ik tijdens Knevel & Van den Brink even weg. Voor ik wist stond ik oog in oog met Charlotte Rampling. Zij blijkt een rol te spelen in Dexter. Dat wist ik niet. Ik heb nog nooit naar Dexter gekeken. Ik zie sowieso weinig series. Alleen als ik uit logeren ga, kijk ik uit beleefdheid (en ook wel voor mijn plezier) mee. Dan doe ik zelfs aan binge-watching. Zo heet het als je meer dan één aflevering van een serie achter elkaar kijkt. (Mijn woordenboek zegt dat ‘binge’ figuurlijk uitbarsting, vlaag en bui betekent, en slang is voor braspartij)
Series schijnen tegenwoordig zelfs met het oog op binge-watching gemaakt te worden, aldus film- en televisiewetenschapper Dan Hassler-Forest. ‘Series worden opgezet als één geheel. Er wordt opgebouwd naar de volgende aflevering, in plaats van afleveringen waarin een afgerond verhaal wordt verteld.’
Het schijnt dat binge-watching toeneemt, onder andere door het op dvd verschijnen van veel series (hier een andere verklaring, van het kaliber ‘wij van wc-eend…’).
Dat ik Dexter alleen van horen zeggen (en affiches ken. Je stapt op het Gare du Nord uit de Thalys en wie is de eerste die je ziet: een bebloedspatte Dexter) is geen schande. Charlotte Rampling had ook nog nooit een aflevering gezien toen ze gevraagd werd voor de rol van psychiater Evelyn Vogel. Maar toen ze gevraagd werd wist ze meteen dat het goed was, maak ik op uit een interview in The Huffington Post:
‘ ‘‘The actress said she felt the current “Dexter” gig “just slipped into the family” of characters she has in her repertoire. “Dexter” producer Scott Buck didn’t give her a script, but instead, pitched her the role over the phone. “It just felt very familiar and sort of, in that way, exciting because it was like meeting another member of the family that I wanted to explore more,” she said. “It sort of felt quite familiar, the whole thing … My relationship with Michael [C. Hall, who plays the titular Dexter Morgan] … There was something very familiar about him. It was almost as if I had known him before in another life. Sometimes you feel you met someone before, but you actually haven’t”.’
Ik moest kiezen: blijven hangen bij Dexter of terug naar Knevel & Van den Brink. Het werd, ondanks Charlotte Rampling, het laatste. Maar ik nam me voor om een stukje aan haar te wijden. Maar waar moest dat stukje dan over gaan.
Maar hoe loods ik Charlotte Rampling een stukje binnen… Waar kan ik haar aan de literatuur linken. In Swimming Pool – een film die geen remake is van La Piscine van regisseur Jacques Deray met Alain Delon en Romy Schneider maar er wel naar verwijst – speelt ze een schrijfster (een thrillerschrijfster met een writer’s block). Maar is dat genoeg.
Max mon Amour van Nagisa Oshima is volkomen ongeschikt – hierin speelt Charlotte Rampling een vrouw die een relatie heeft met een chimpansee – al zat ze vanwege die film aan tafel bij Adriaan van Dis (in dezelfde memorabele uitzending vanwege het International Film Festival Rotterdam (IFFR) zat ook Roberto Begnini).
Misschien lukt het met Vers le sud, de film die Laurant Cantet maakte naar het boek van Dany Laferrière. Vers le sud gaat over vrouwen op leeftijd die hun verlangen naar liefde inlossen door het op Haïti aan te leggen met mooie jonge mannen.
(Als ik moet kiezen tussen een film en een televisieserie, dan kies ik voor een film, dat moge duidelijk zijn.)
De roman begint zo:
‘J’ai dix-sept ans (on me donne facilement beaucoup plus à cause de ma taille et de mon caractère taciturne) et je vis à Port-au-Prince, sur la rue Capois, près de la place du Champ-de-Mars. J’habite avec ma mère et ma jeune soeur. Mon père est mort, il y a quelques années. Ma mère est encore très belle. De grands jeux liquids, des pommette saillantes, très prisée chez les homes. Mais comme on dit, c’est la femme d’un seul homme. Mon père n’etait pas beau (nous avons une grande photographie de lui au salon) mail il était grand et très elegant. Il s’habillait toujours de blanc et changeait de chemise au moins trois fois par jour. On dit que les femmes étaient folles de lui, ce qui désespérait ma mère. Selon ma mère, ce qui distinguait mon père des autres hommes, c’était sa grande sensibilité et un sens aigu des responsabilités.’
Tot zover kan ik het volgen. Daarna moet ik weer naar adem happen en me opnieuw concentreren om door te dringen in een taal die me verre van vertrouwd is.
En dan weet ik het. Charlotte Rampling zingt (nou ja… zingen). Ze zingzegt op Comme une femme teksten van Michel Rivgauche op muziek van Jean-Pierre Stora. Ik kocht die cd bij een tweedehands platenzaak in Antwerpen, nadat ik hem daar de eerste keer liet liggen en alleen maar kon hopen dat ook anderen net als ik twijfelden…
Charlotte Rampling zingzegt zoals Michel Houellebecq zich drie albums lang – Le Sens du combat (1996), Présence humaine (2000) en Établissement d’un ciel d’alternance (2007) – bezondigt aan poésie récitée. Ik heb er daar één van: Présence humaine (wie wil weten hoe hij/het klinkt : hier staan voorproefjes).
‘Présence humaine est un album de Michel Houellebecq (poésie récitée) avec des arrangements de Bertrand Burgalat sorti en avril 2000 chez Tricatel.
Cet album de 10 pistes propose une mise en musique de la poésie de Houellebecq par Bertrand Burgalat avec la contribution, sur certaines pièces, du groupe Eiffel. Les arrangements sont inspirés du rock des années 1970. Présence humaine a donné lieu à une tournée en 2000 et l’album a été réédité l’année suivante.’
Leave a Reply