De vorige roman van Haruki Murakami – die dikke in drie delen: 1q84 – leidde tot een opleving van de verkoop van 1984 van George Orwell en De reis naar Sachalin van Anton Tsjechov. 1q84 klinkt als 1984 (al wist niemand precies hoe de titel van Murakami’s roman moest worden uitgesproken. In 1q84 citeerde Haruki Murakami uit het verslag van de reis die Anton Tsjechov in 1890 maakte naar Siberië en Sachalin.
In zijn nieuwste roman – en in de titel – komt heel prominent de pianocyclus Pelgrimsjaren van Franz Liszt voor, en dan in het bijzonder het deel Le mal du pays. Het is een melodie die Tsukuru Tazaki uit zijn jeugd kent – omdat een van de meisjes die tot de hechte vriendenclub behoorde het spelen kon – al weet hij dan nog niet hoe het stuk heet.
Als hij in Tokyo studeert wordt Pelgrimsjaren de flat van Tsukuru Tazaki, die inmiddels bouwkunde studeert, binnengedragen door Haida, een jongerejaars met wie Tsukuru een vorm van vriendschap sluit. Als Haida uit zijn leven verdwijnt laat hij de platen achter.
Haida wijdt hem in in de muziek:
‘ “Hoe heet deze pianist?”
“Lazar Berman. Dat is een Russische pianist die Liszt speelt alsof hij ragfijne psychologische beelden tekent. De meeste mensen denken dat de pianowerken van Liszt oppervlakkige technische hoogstandjes zijn, en die zitten er natuurlijk ook tussen. Maar als je zijn hele oeuvre met aandacht beluistert, zul je er een karakteristieke diepte in opmerken. Alleen ligt die iin de meeste gevallen knap verborgen achter de versiering. Pelgrimsjaren is daar een uitstekend voorbeeld van. Er zijn tegenwoordig nog maar weinig pianisten die Liszt kunnen spelen zoals het hoort: correct én mooi. Naar mijn persoonlijke mening zijn dat Lazar Berman onder de betrekkelijk jongere, en onder de oudere Claudio Arrau.’
Als Tsukuru Tazaki jaren later een van de andere leden van de vriendenclub opzoekt, komt Pelgrimsjaren / Le mal du pays opnieuw aan de orde. Ook voor de inmiddels in Finland wonende ‘vriendin’ is het een stuk dat voor altijd met vroeger verbonden is. Zij geeft echter de voorkeur aan een andere uitvoering:
‘ “Herinner jij je ‘Le mal du pays’ nog? Dat stuk dat Yuzu vroeger vaak speelde?” vroeg hij.
“ ‘Le mal du pays’? Natuurlijk herinner ik me dat nog”, zei Eri. “Ik luister er nu nog steeds soms naar. Wil je het horen?”
Tsukuru knikte.
Eri stond op, liep naar de kleine audioset op het kastje, pakte een cd van de stapel die daar lag en stopte die in de cd-speler. Uit de speakers kwamen de klanken van “Le mal du pays” – dat thema van enkele noten, zachtjes gespeeld door één hand. Ze zaten weer tegenover elkaar aan tafel en luisterden aandachtig.’
(…)
‘ “Het klinkt iets anders dan de uitvoering waar ik thuis altijd naar luister,” zei Tsukuru.
“Welke is dat?”
“Die van Lazar Berman.”
Eri schudde haar hoofd.
“Die ken ik niet.”
“Die uitvoering is misschien iets esthetischer. Deze is prachtig, maar ergens vind ik haar meer klinken als een pianosonate van Beethoven dan als iets van Liszt”.
Eri glimlachte.
“Dit is Alfred Brendel, dus dan kun je misschien minder van ‘esthetisch’ spreken. Maar ik vind haar erg mooi. Dat komt waarschijnlijk doordat ik er jarenlang naar heb geluisterd. Mijn oren zijn ernaar gaan staan.”
“Yuzu speelde dit altijd prachtig. Ze legde er haar hele ziel in.”
“Ja, hè? In stukjes van deze lengte was ze ontzettend goed. Jammer genoeg liet ze het bij langere werken onderweg af en toe afweten. Maar ieder mens heeft zijn sterke kanten. In briljante werkjes zoals dit blijf je haar aanwezigheid voelen: altijd jong en levend.” ’
Voor wie wil weten hoe Pelgrimsjaren (Années de pèlerinage): Suisse 8: Le mal du pays van Franz Liszt klinkt.
Lazar Berman:
Alfred Brendel:
Leave a Reply